Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Economisch perspectief module 2 - Coggle Diagram
Economisch perspectief module 2
Wat is inflatie?
Inflatie = algemene stijging van het prijsniveau van goederen en diensten over tijd.
Gevolg: geld wordt minder waard → je kan minder kopen voor hetzelfde bedrag.
Maatstaf: inflatiecijfer, berekend via de consumptieprijsindex (CPI).
Hoe wordt inflatie gemeten?
CPI
: volgt prijsveranderingen van een korf (boodschappenmandje) van goederen en diensten:
Voeding, kleding, energie, huisvesting, vervoer, gezondheidszorg,…
Gewicht van producten afhankelijk van aandeel in het gezinsbudget.
Jaarlijkse inflatie
= prijsstijging van de korf t.o.v. dezelfde maand vorig jaar.
Gezondheidsindex:
Afgeleide index (zonder alcohol, tabak, motorbrandstoffen).
Wordt gebruikt voor loon- en uitkeringsindexering.
Spilindex
:
Drempelwaarde voor automatische indexering van lonen en sociale uitkeringen.
Elke overschrijding → verhoging met 2% (of 1–1,5% afhankelijk van sector/CAO).
Vormen van inflatie
Kosteninflatie: gestegen kosten (lonen, grondstoffen, belastingen) worden doorgerekend in de prijs.
Vraaginflatie (bestedingsinflatie): vraag > aanbod → prijzen stijgen.
Winstinflatie: bedrijven verhogen prijzen om winsten te vergroten.
Geïmporteerde inflatie: stijgende prijzen van buitenlandse producten.
Verwachte inflatie: mensen kopen nu meer → vraag stijgt → prijs stijgt.
Wat zijn de gevolgen van inflatie?
Koopkrachtverlies
:
Als lonen niet meestijgen met inflatie → daling van reële koopkracht.
Impact op spaargeld:
Rente op spaarboekje < inflatie = reëel verlies op spaargeld (negatieve reële rente).
Effect op schulden:
Inflatie maakt schulden relatief goedkoper (tenzij rente stijgt).
Vertraging investeringen:
Onzekerheid → minder consumptie en investeringen → minder groei
Deflatie & Hyperinflatie
Deflatie
Prijsdalingen → consumenten stellen aankopen uit → economische krimp.
Risico: werkloosheid, lagere lonen, minder belastinginkomsten.
Hyperinflatie
Inflatie > 50% per maand.
Gevolgen:
Massaals verlies aan vertrouwen in de munt.
Mensen geven geld meteen uit → munt ontwaardt verder.
Voorbeeldlanden: Venezuela, Zimbabwe.
Automatische indexering van lonen
Doel
: koopkracht behouden.
Werking
:
Index stijgt → lonen stijgen evenredig (bv. 2% bij overschrijding spilindex).
Voorbeeld
:
Boodschappen +2% → loon stijgt ook met 2% → koopkracht behouden.
Consumentenprijsindex (CPI) vs. Geharmoniseerde CPI (HICP)
Gebruik
Indexering lonen, nationaal beleid Vergelijking inflatie EU-landen
Samenstelling
korf Gebaseerd op Belgisch verbruikspatroon Gestandaardiseerd voor internationale vergelijking
Inclusie
eigen woning Ja (bv. huurprijzen) Nee
Toepassing
België (binnenlandse economie) ECB en EU-beleidsbeslissingen
Rol van de Europese Centrale Bank (ECB)
Doel: prijsstabiliteit bewaren (inflatie ≈ 2% per jaar).
Monetaire beleidsinstrumenten:
Rente verhogen → lenen wordt duurder → consumptie daalt → inflatie daalt
Rente verlagen → stimuleren economie in geval van deflatie.
Prijsspiraal en loon-prijsspiraal
Inflatie → looneisen → hogere lonen → bedrijven verhogen prijzen → nieuwe inflatie.
Risico op prijs- en loonspiraal, vooral bij automatische indexering.
Kritiek en discussiepunten over indexering (bv. volgens Essenscia)
Nadelen:
Loonkostenhandicap t.o.v. buurlanden (minder concurrentieel).
Minder flexibiliteit voor bedrijven.
Vertraagde aanpassing (pas bij overschrijden spilindex).
Voordelen:
Beschermt koopkracht van werknemers.
Stabiele consumptie in crisistijden.
Hervormingsvoorstellen:
Selectievere indexering (niet voor alle lonen).
Tijdelijk bevriezen of plafonneren bij hoge inflatie.