Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Eenvoudige mishandeling vs. zware mishandeling - Coggle Diagram
Eenvoudige mishandeling vs. zware mishandeling
Art. 300 Strafrecht:
mishandeling is het opzettelijk toebrengen van lichaamspijn, lichamelijk letsel, beschadigen van de gezondheid of het bij een ander teweegbrengen van min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam (bijv. spugen of in het water duwen).
Dus zonder rechtvaardigingsgrond (denk aan een kickboxwedstrijd of borende tandarts).
Beschermend belang: menselijk lichaam en lichamelijke integriteit en gezondheid.
Causaal verband: tussen de oorzaak (mishandeling) en het gevolg (schade).
Vaak is bij mishandeling sprake van actief handelen, maar er kan ook sprake zijn van mishandeling als iemand niet actief handelt (bijv. iemand in een kast opgesloten laten zitten).
Een poging tot eenvoudige mishandeling is niet strafbaar.
Volgens art. 67 Sv een VH-feit, dus aanhouding buiten heterdaad (art. 54 Sv) en IVS (art. 58 Sv) mogelijk.
Strafverzwarende vormen mishandeling: met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (lid 2), met dood tot gevolg (lid 3) en met voorbedachte raad (art. 301 Sr -> bewuste voorbereiding/raad en geen ogenblikkelijke gemoedsopwelling).
Art. 302 Strafrecht:
zware mishandeling is het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, zoals complexe botbreuken of inwendig letsel. Of er sprake is van zwaar lichamelijk letsel + de grens tussen art. 302 Sr en poging doodslag, is aan de officier en de rechter.
Net als bij eenvoudige mishandeling zijn er
strafverzwarende
vormen
: voorbedachte rade en dood tot gevolg (art. 303 Sr.)
Daarbij kunnen de in art. 300-303 Sr bepaald gevangenisstraffen nog met een derde worden
verhoogd
als het misdrijf wordt begaan tegen 'zijn moeder', een ambtenaar in rechtmatige uitoefening van zijn bediening (politieagent) of door het toedienen van voor de gezondheid gevaarlijke stoffen (art. 304 Sr).
Poging vs. voltooid:
Een misdrijf hoeft niet voltooid te zijn, om al strafbaar te zijn. Een poging tot een misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van de uitvoering heeft geopenbaard. De maximale hoofdstraf die kan worden opgelegd, wordt dan met 1/3 verminderd.
Opzet vs. schuld:
Opzettelijk gaat over het willens en wetens nastreven van een bepaald doel. Bij schuld staat juist een zekere nalatigheid of onvoorzichtigheid centraal. Hierbij zijn ook weer verschillende gradaties.
Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn:
een gevolg kan niet uitblijven om het primaire doel te halen (=zekerheid).
Opzet met waarschijnlijkheidsbewustzijn:
een gevolg vindt waarschijnlijk plaats, maar verdachte laat zich niet afschrikken (=waarschijnlijkheid).
Voorwaardelijke opzet:
willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat...
Bewuste schuld
: gedrag waarin iemand de gevolgen wel voorzag, maar meende dat dit wel mee zou vallen. Je zou kunnen zeggen dat dit net onder voorwaardelijke opzet ligt.
Onbewuste schuld:
gedrag waarbij iemand de gevolgen niet had voorzien, maar dit wel had kunnen voorzien als hij (beter) onderzoek had verricht
Art. 47 Sr: Plegen, doen plegen, medeplegen en uitlokken:
Plegen
: door de individuele verdachte (bijv. slaan).
Medeplegen
: twee of meer personen plegen samen het strafbare feit met bewuste en nauwe samenwerking (bijv. de één slaat en de ander schopt).
Medeplichtigheid
: als iemand opzettelijk behulpzaam is aan het plegen van het misdrijf, dus ook het opzettelijk verschaffen van middelen, info of gelegenheid ten behoeve van het misdrijf (het doorgeven van een boksbeugel).
Bij
doen plegen
is alleen de intellectuele dader strafbaar en de feitelijke pleger van het strafbare feit niet (geen opzet/schuld). De materiële pleger moet zich dus kunnen beroepen op een strafuitsluitingsgrond. Bij uitlokking is de uitgelokte ook strafbaar, want hij is bewust uitgelokt en weet dat de handeling strafbaar is.