Les 1: Het ademhalingsstelsel
- de neus of mond
hier komt de lucht binnen
- het strottenhoofd
de lucht gaat via strottenhoofd naar de luchtpijp
binnenkant neus is bedekt met slijmvliezen
daarop staan kleine haartjes
zo kan die niet zomaar worden ingedrukt
die heeft kraakbeenachtige wanden
- de luchtpijptakken
de luchtpijp vertakt in 2 luchtpijptakken
ze zijn de verbinding met de longen
- de longen
- het middenrif
dat zijn kleine zakjes met een heel dunne wand
daarin lopen dunne bloedvaatjes
bestaan uit miljoenen longblaasjes
zo wordt zuurstof afgegeven aan het bloed
zijn sponsachtig en roze van kleur
bij het uitademen worden koolstofdioxide en water uit het bloed opgenomen door de longen
bij iedere ademhaling wordt het naar beneden gedrukt
de ribben zetten zich open, zodat de longen lucht naar binnen kunnen zuigen
dat is een gekromde spier
de longen steunen op het middenrif
bij het uitademen ontspant het middenrif zich