Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
biologie j2 h3 De Bloedsomloop - Coggle Diagram
biologie j2 h3 De Bloedsomloop
p1: bloed
samenstelling bloed
witte bloedcellen
hebben een celkern
hebben geen vaste vorm om door de openingen van kleine bloedvaten heen
maken ziekteverwekkers kapot en gaan hierbij meestal zelf ook dood
in een kubieke meter bloed zitten 7000 witte bloedcellen
rode bloedcellen
geen celkern
bevatten hemoglobine; hemoglobine vervoerd zuurstof
per kubieke millimeter bloed 5 miljoen rode bloedcellen
bloedplaatjes
helpen bij bloedstolling
300 000 per kubieke millimeter
hebben geen celkern
als bloed stolt in een bloedvat ontstaat een bloedpropje: trombose
zijn geen cellen op zichzelf maar uiteengevallen cellen
bloedplasma: het deel van het bloed wat niet bestaat uit bloedcellen/plaatjes
7% eiwit, 91% water en voor de rest uit in het water opgeloste stoffen zoals: zouten.
vervoerd fibrogeen: fibrogeen helpt bij bloedstolling en wordt dan fibrine
vervoerd ook, voedingsstoffen, afvalstoffen en een beetje zuurstof
volwassen lichaam bevat ongeveer 5tot 6 liter
p2: de bloedsomloop
het bloedvatenstelsel
slagaders: gaat het zuurstofrijke bloed vanaf het hart met hoge druk naar de organen
aders: stroomt het zuurstof arme bloed doorheen terug naar het hart
bevatten ook kleppen waardoor het bloed niet terugstroomt
haarvaten: hele dunne bloedvaten van maar een cellaag dik waardoor de voedingstoffen en zuurstof aan organen word afgegeven
dubbele bloedsomloop: het bloed gaat in een doorloop 2 keer door het hart
spierpomp
p3: het hart
bouw van het hart
kransaders/slagaders
hartkleppen: scheiden de kamers van de boezems
halvemaanvormige kleppen: scheiden de aorta en longslagader van de boezems
werking van het hart
boezems trekken samen en bloed stroomt naar de kamers
kamers trekken samen en het bloed word de longslagader en aorta in gepompt
hartpauze: het hart stroomt weer vol met bloed
p4: uitscheiding
nieren
urinewegen