Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Beschermingsomvang - rechten van de merkhouder - Coggle Diagram
Beschermingsomvang - rechten van de merkhouder
Positief
= onderdeel van het vermogen
Recht tot gebruik
Let op: zelfs gebruiksPLICHT
Zie vordering tot vervallenverklaring: Als een merk gedurende 5 jaar niet meer wordt gebruikt, dan kan het na een procedure tot vervallenverklaring ook effectief vervallen.
Mogelijkheid van verschillende merken op 1 product
Als je naar merkenproducten kijkt, hebben die vaak een grootmerk en submerken (Samsung is hoofdmerk, Galaxy is het model en een submerk). Vaak gaan merkhouders vaak totaal verschillende tekens gebruiken op hetzelfde product.
Mits naleving vd regels vh gemeen recht!
Mededingingsrecht
(art. 101 & 102 TFEU bv): je mag het merk gebruiken, maar je mag dit niet op een manier doen die anti-competitief zou zijn of een misbruik van machtspositie zou uitmaken
Bv
oneerlijke marktpraktijken
: ook vaak ingeroepen in merkprocedures.
Mits niet onderworpen aan merkenrechtelijke beperkingen
Bv. uitputting (!) van het recht tot gebruik
Dit komt op zich niet vanuit het IER, maar vanuit de basisbeginselen van de EU, nl vrij verkeer van goederen. Merkhouders kunnen daardoor bepaalde gebruiken niet tegenhouden, omdat die handelingen gebeuren binnen het
vrij verkeer van goederen.
Het exclusief recht kan dus uitgeput worden: dit wil zeggen dat het kan voorkomen dat het merk niet kan ingezet worden wnnr bepaalde producten circuleren in de Unie.
Andere vermogenbestanddelen
Gedwongen tenuitvoerlegging (art. 24 EMRL, art. 23 UMVO, 2.32bis.2 BVIE)
Het artikel 23 stelt dat het merk kan laten geconfisceerd en uitgevoerd worden.
Insolventieprocedure (art. 24 UMVO)
Wat er niet in staat (en dat nochtans wel in de verordening staat), is wat er met merken gebeurt in het faillissement van een onderneming. Dit is wel een serieuze lacune in het merkenrecht. De verordening wijst naar het nationaal recht. De oplossing vandaag blijft dat de insolventieregels zullen moeten toegepast worden. Het antwoord op deze vraag komt dus niet vanuit het merkenrecht, maar vanuit het faillissementsrecht
zie p. 271 HB, rn 825.
Zakelijke rechten (rights
in rem
) (art. 23 EMRL, art. 22 UMVO, 2.32bis.1 BVIE)
Daar kunnen zakelijke rechten op worden gezet (merk kan in pand worden gegeven, iemand kan beslag leggen, … = rights
in rem
)
Licentie (art. 25 EMRL, art. 25 en 28 UMVO, 2.32 BVIE)
Licenties
Begripsomschrijving
Geen definitie
Men mag echter van een ruime betekenis uitgaan. Het Ben-GH sprak al van een "licentie of daarmee vergelijkbare titel". Het moet echter wel gaan om
een contractuele relatie waarbij een gebruiks/exploitatierecht wordt verleend.
Geldigheidsvereisten (soepeler dan de geldigheidsvereisten voor overdracht!)
Kan deel van territorium omvatten
(=/ uniciteitsbeginsel zoals bij overdracht)
Maar dit is theorie, want de primaire regels over vrij
verkeer van goederen
blijven gelden.
Je kan dus wel exclusieve licenties geven voor bv enkel Scandinavië, dan kan omwille van deze regels toch gewoon geëxporteerd worden naar Duitsland.
Soepeler qua formaliteiten dan de overdracht
--> geen geschrift nodig
Wel inschrijving nodig in het register voor derdenwerking!!
zie 2.33 BVIE mbt derdenwerking hiervoor, maar staat er niet letterlijk in met de woorden 'registratie'! en art. 25(5) UMVO
Zolang dit niet is ingeschreven, hanteert men het systeem van de
schorsing
van het
recht
tegenover derden
zolang het publiek niet op de hoogte
werd gebracht.
Echter, art. 27(1) UMVO -> HvJ: een licentiehouder kan zich soms wel beroepen op een niet in het register ingeschreven licentie kan soms wel tegenover derden, ALS die specifieke derden op de hoogte waren.
Rechten
Rechten voor de licentienemer/licentiehouder
Deze mag zelf een
oppositieprocedure
instellen.
Ook mag die zelf
schadevergoeding
eisen. Ook alle
nevenvorderingen
die gelinkt zijn aan een vordering tot inbreuk, zoals winstafdracht, die mag ook de licentienemer voor hem vragen.
Deze kan dit doen
door tussen te komen
in een geding, dat door de merkhouder werd ingesteld. (art. 2.32(5) BVIE, niet in UMVO)
Zelf kan hij het ook:
als de merkhouder niet optreedt
op vraag van de licentienemer, maar die doet dit niet, dan kan de licentienemer zelf een schadevergoedingsvordering of een inbreukvordering instellen. Dit geldt enkel voor exclusieve ("uitsluitende") licentienemer (tenzij er een clausule is voor niet-exclusieve licentienemer) (art. 2.32(5) BVIE, art. 20(4) UMVO)
Rechten voor de licentiegever/merkhouder
Een licentie is een overeenkomst. Als een contractspartij bepaalde artikels niet naleeft of in gebreke blijft, dan is er een contractuele inbreuk en dus
contractuele aansprakelijkheid.
Het merkenrecht geeft daarenboven de mogelijkheid voor de merkhouder om op basis van zijn exclusief recht een
inbreukprocedure
in te stellen tegen zijn licentienemer, indien die bepaalde bepalingen van de licentie niet respecteert. Dan zal die zijn exclusief recht instellen. Hij oefent zijn vordering uit
niet louter obv contractuele aansprakelijkheid
, maar zal hij opteren voor een procedure
uit merkinbreuk.
Enkel bij niet-naleving vd bepalingen inzake
duur
van de ovk,
vorm
van de waren correspondeert niet met wat was toegestaan, het
grondgebied
,
kwaliteit
van de producten, …
HvJ Copad/Dior mbt 'kwaliteit' in licentie:
wat is "kwaliteit"?
4 more items...
Wat is zo speciaal aan dit verschil tussen een inbreukvordering of een aansprakelijkheidsvordering? Waarom
beter eerder een inbreukvordering
instellen dan een a'heidsvordering?
Sneller (kortgedingprocedures)
voor inbreukvordering
Enkel inbreuk volgens deze bepalingen aantonen
(geen fout, schade, oorzakelijk gevolg)
Zwaardere
sancties
Strafrechtelijke
procedure is mogelijk
Heel
veel nevenvorderingen
zijn mogelijk: niet alleen de staking, maar ook de winstafdracht etc kan gevorderd worden. Dit kan niet bij contractuele aansprakelijkheid.
--> interessant om te bekijken of de niet-naleving te maken had met één van die clausules!!
casus?
Overgang van ingeschreven recht (art. 22 EMRL, art. 20 UMVO, art. 2.31 BVIE)
Het merk is een vermogensrecht. Art. 22 van de Richtlijn stelt dat dit recht kan overgedragen worden, zoals een eigendom.
De aanvraag om een merk als vermogensbestanddeel (art. 26 EMRL, art. 28 UMVO, 2.33bis BVIE)
Art. 26: dit alles is niet alleen van toepassing op de registratie van het merk, maar ook op de aanvraag van het merk (kan ook in beslag genomen worden, in pand gegeven worden, …).
Overdracht van een (aanvraag tot) merk
Vrije overdracht (2.31 BVIE & 20 UMVO)
Vroeger werd soms verplicht dat merken enkel konden verkocht samen met de onderneming. Dit geldt vandaag niet meer: merken kunnen los van de onderneming worden verkocht.
Geldigheidsvereisten
Uniciteitsbeginsel: als je een Benelux-merk verkoopt, dan geldt dat voor de 3 landen. Als je een Uniemerk verkoopt, dan geldt dat voor alle landen. Men kan dus niet een Uniemerk voor Italië en Frankrijk verkopen aan A, maar voor Ierland en Zweden aan B.
niet uitdrukkelijk in art. 20 UMVO!
Verplichting van een geschrift als geldigheidsvereiste
Voor alle of bepaalde waren: voor bepaalde goederen kan het merk behouden worden, terwijl het voor andere kan worden verkocht.
Derdenwerking (art. 2.33 BVIE & 20 UMVO)
moeilijk te lezen in artikel 20!!
Om een overdracht erga omnes te verkrijgen, is een ondertekende verklaring vereist
= dit is vooral belangrijk voor de koper (als die ene inbreukprocedure wil voeren, moet hij in eerste instantie zeker zijn dat het geregistreerd is)
niet uitdrukkelijk met de titel 'derdenwerking' in art. 20 UMVO
Wettelijk vermoeden (art. 2.31.3 BVIE & 20.2 UMVO)
Wanneer iemand zijn hele onderneming overdraagt, dan wordt verondersteld dat ook alle merken onder die onderneming worden verkocht. Dit wettelijk vermoeden kan worden opzij gezet door een andersluidend beding of door een andere duidelijke feitelijke omstandigheden (bv de oorspronkelijke verkoper heeft zijn onderneming niet meer, maar blijft heel ostentatief zijn merk gebruiken, dan kan daaronder verstaan worden dat de verkoop van dat merk heel duidelijk niet overeengekomen was)
ook niet uitdrukkelijk met die woorden in art. 20.2 UMVO
Overdracht van merken verkregen door een internationale registratie via het systeem van Madrid
Deze kan je ook verkopen. Als dat via de internationale inschrijving is gebeurd, dan geldt echter wel een belangrijke regel.
Een internationale inschrijving kan je NOOIT OVERDRAGEN aan een onderneming dat gevestigd is in een land dat NIET lid is bij het Madrid-systeem.
Sanctie: niet alleen wordt de overdracht niet ingegeven, maar kan
het land van de overdrager ook de SCHRAPPEN eisen van de internationale inschrijving
. Dan vervallen al die merken in de bundel.
Madrid: internationale registratie is een faciliteit. Hierbij kan je aangeven bij welke landen je een aanvraag wilt indienen voor éénzelfde merk. WIPO (Genève) vergaart dit dan als een bundel en stuurt dit dan door.
Negatief: verzetsrecht (optreden tegen inbreuk)
art. 2.20 BVIE en art. 9 UMVO = heel belangrijk!!
maar beperkt door uitzonderingen
2.20 BVIE en 9 UMVO (obv art. 10.2 EMRL): het
ingeschreven
merkt geeft de houder een
uitsluitend recht
. Tot welke vorderingen kan dit aanleiding geven?
"
Ingeschreven
" merk: opgelet! In 2.21.6 BVIE en 11.1 UMVO wordt verduidelijk dat dit exclusieve recht tegenover derden pas kan worden ingeroepen
nadat
de
inschrijving
van het merk gepubliceerd is.
Er moet een publicatie zijn van het merk dat aanvaard is.
Wat als we een inbreuk vaststellen nadat de aanvraag van inschrijving is gebeurd, maar het merk nog niet is toegekend?
Soms kan er een lange periode gaan over de effectieve toekenning, zeker bv na een oppositie.
Een
schadevergoedingsvordering
: art. 2.21.6 BVIE en 11.2 UMVO verlenen de merkhouder het recht om een redelijke vergoeding te vorderen van wie tussen de datum van publicatie van de aanvraag en de datum van inschrijving van het merk handelingen heeft verricht
Voorwerp: geen stopzetting, maar wel
een redelijke schadevergoeding.
Wordt dat merk uiteindelijk
toegekend
, dan zal die schadevergoeding kunnen behouden worden.
Als het
niet
wordt toegekend of wel toegekend maar niet voor die beoogde goederen, dan moet de SV worden terugbetaald.
EN als de derde ondertussen nog eens extra schade hierdoor heeft opgelopen, dan moet dit ook betaald worden.
Het recht is dus
op eigen risico
--> daarom niet zo populair (ze kent geen enkele beslissing).
Weinig vb'en hiervan, maar wel 1 arrest: HolzProf:
het begrip "redelijke vergoeding"
Een schadevergoeding kan
niet
worden toegekend
voor handelingen van derden van vóór de publicatie
van een merkAANVRAAG.
Met betrekking tot handelingen van derden die zijn gepleegd in de periode
na de publicatie van de betrokken merkaanvraag, maar vóór de publicatie van de INSCHRIJVING ervan,
heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat het begrip
“redelijke vergoeding
” de terugvordering omvat van de
winsten
die daadwerkelijk door derden zijn ontleend aan het gebruik van dit merk in die periode. Dit begrip “redelijke vergoeding”
sluit daarentegen de compensatie van de uitgebreidere schade
uit die de houder van het merk eventueel heeft geleden, met inbegrip van, in het voorkomende geval,
de immateriële schade
Dus wel winsten
Maar geen uitgebreidere schade, zoals immateriële schade
Vordering tot staking/stopzetting/een inbreukvordering
STAP 1: Tegen wie?
Directe inbreuk: tegen inbreukmaker
: de mogelijkheid om een definitief of voorlopig gerechtelijk
verbod van gebruik
van het teken te vorderen (art. 130 UMVO, 2.20.2 BVIe)
Een inbreukverbod zal worden uitgesproken indien de constitutieve voorwaarden van een van de hierna besproken inbreukvorderingen worden bewezen. (p. 284 HB)
Tenzij uitzondering (negatieve BO)
Tenzij geldig
verweer
(positieve BO) of 'intervening rights' mbt ofwel
art. 2.23ter: merk is '
vervalrijp
'
= wanneer een merk 5 jaar niet wordt gebruikt, kan het worden vervallen verklaard.
Hoe gebruik je dit in een verweer tegen een beweerde inbreuk? De
verweerder
kan een
tegenvordering voor vervallenverklaring
instellen tegen de merkhouder voort niet gebruik (en hiervoor een bewijs van normaal gebruik gedurende de laatste 5j eisen)
art. 2.23quater: rechten
jonger merk
: Aanvallend ouder merk zou geen nietigverklaring tegen jonger merk kunnen bekomen omdat
Geen verwarring of aantasting aan ouder merk
1 more item...
Er is sprake van rechtsverwerking wegens gedogen
1 more item...
Onvoldoende normaal gebruik gedurende voorbije 5 jaar
1 more item...
niet voldoende onderscheidende kracht verworven
1 more item...
ZONDER
dat dit ongeldig gebruik van het
merk eerst nietig hoeft te worden verklaard
(HvJ Fédération Cynologique Internationale; zie rn 871 HB)
Indirecte inbreuk: tegen tussenpersonen
die ook gebruik maken van dat merk
Aansprakelijkheidsvrijstelling e-Commerce RL (DSA!) )
als de tussenpersoon een online persoon is, kan die aanspraak maken op een vrijstelling van aansprakelijk onder voorwaarden. Er zijn echter ook anderen die hier niet onder vallen.
Andere
Bv. namaak Tommy Hilfiger.In een van de kraampjes op een markt werden valse TH-shirts verkocht. TH start niet een stopzettingsprocedure tegen de kraamhouder, maar
tegen de exploitant van dat kraam
(de verhuurder van de stalletjes van die markt) indirect. Dit was mogelijk, omdat het hier om een tussenpersoon ging.
obv art. 11 RL Handhaving!
STAP 2: Algemene vw'en
Als er een inbreuk is, kan de merkhouder hiertegen ageren? Hiervoor moet eerst voldaan zijn aan de algemene voorwaarden. Pas dan kan gekeken worden naar de individuele inbreukgronden.
Grote verschil met oppositie
: daar niet naar algemene voorwaarden kijken. Bij inbreukprocedure moet wel naar artikel 9 gekeken worden.
Altijd heel goed kijken: gaat het om oppositie of inbreuk? Examen!!
Om met succes de inbreukgronden van letters a, b en/of c van de art. 2.20.2 BVIE en 9.2 UMVO te kunnen inzetten, moet de merkhouder vooraf aantonen dat de geviseerde derde (1) gebruik maakt van zijn teken, (2) dat dit gebruik zich situeert in het economisch verkeer en (3) dat het gaat om een gebruik 'als merk' en niet voor andere doeleinden.
2. in het economische verkeer?
HvJ Arsenal/Reed "gebruik in het economisch verkeer" = gebruik in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd
<> gebruik in particuliere sfeer (niet met winstoogmerk)
Een merkhouder kan dus nooit optreden tegen gebruik in de privésfeer, waar geen winstoogmerk is (wat heel anders is in het auteursrecht!)
Privésfeer: gebruik ikv privéstudie, onderwijs, debat, ...
3 more items...
zie HB p. 296
3. een gebruik als 'merk': mbt waren of diensten
?
Zoniet, gaat het mogelijkerwijs om grond (d) BVIE die toegepast moet worden. HvJ geeft hier een ruime uitleg aan begrip ‘merkgebruik’. Ze weten dat inbreukgrond (d) niet geharmoniseerd is. Door het merkgebruik open te rekken, is er minder ruimte voor de toepassing van kleine (d) die enkel in de Benelux bestaat.
Er moet een gebruik zijn dat aan een van de functies van het merk, en in het bijzonder
de herkomstfunctie, afbreuk doet.
Dwz dat de derde het betwiste teken gebruikt 'ter onderscheiding van waren of diensten als afkomstig van een bepaalde onderneming'.
Ruime interpretatie:
niet vereist
dat een marktdeelnemer het merk
direct als onderscheidingsteken
voor de eigen waren of diensten gebruikt.
--> Het volstaat dat er een
verband ontstaat met deze waren of diensten
(Google/Vuitton)
1. gebruik?
Wel gebruik
Actief gedrag
met alsook met directe of indirecte
controle
over het gebruik (zaak Mercedes/Együd)
Zaak Mercedes/Együd: Verweerder (een garage) had een licentie voor een distributieovereenkomst om Mercedes te verdelen. Deze werd beëindigd. Ten tijde van die overeenkomst mocht hij reclame uitoefenen. Deze zaken gaan viraal. Na het einde van de ovk, probeerde hij reclame in te trekken. Dit lukte echter niet door het
virale karakter.
Toen had hij dus
geen controle.
--> daarom:
geen gebruik.
Inclusief het enkele aanbrengen van het teken,
ook al is er nog geen commercialisatie geweest.
Niet‐zichtbaar
gebruik
Gebruik van
metatags
van derde merkhouders
1 more item...
zaak Google
AdWords
1 more item...
‘
Debranding
’ (zaak Mitsubishi) en '
rebranding
'
Uitbreiding van het concept van 'inbreukmakend gebruik': er kan sprake zijn van een gebruik zelfs wnnr het merk helemaal werd
verwijderd
.
1 more item...
zie indicaties art. 2.20.3 BVIE, 10.3 EMRL, 9.3 UMVO, o.a.
(e): gebruik in advertenties
2 more items...
(d): gebruik als handels- of bedrijfsnaam (of als deel ervan)
1 more item...
(f): gebruik in vergelijkende reclame
1 more item...
Zie bespreking gronden (b) en (c) hieronder bij 'goederen in transit'
Voorbereidende handelingen
(art. 2.20.5 BVIE/ 11 EMRL / 10 UMVO):
verpakking, labels, etiketten, beveiligings- of echtheidskenmerken, etc.
Vb hemdjes in ene lading en labels in andere lading eens in Europa, worden die samengebracht/bevestigd aan mekaar. Nu worden die labels als het gebruik van dat merk beschouwd, ook al zijn de labels nog niet op de merken zijn aangebracht
Geen gebruik
Niet: loutere doorvoer (let wel bijzondere situatie van transit – zie infra).
Een situatie van loutere doorvoer, waarbij goederen van Zuid-afrika naar Rusland via de Europese weg worden vervoerd, maakt geen gebruik uit, als ze dus niet bestemd zijn voor de Europese markt.
Louter verschaffen van technische voorzieningen = geen merkgebruik
louter aanbod van zoekmachineadvertentiedienst (Google)
Aanbieden en beheren van elektronische marktplaats (eBay)
(b) Het enkel leveren van opslagruimte
1 more item...
Dienst voor het navullen van voorgemerkte blikjes volgens de instructies van derden
1 more item...
Verwijzend gebruik
Zaak Hölterhoff: zijn “zoals/op de wijze van Context Cut en Spirit Sun”.
-> verwijzend gebruik hier = niet om de eigen goederen te onderscheiden
1 more item...
Men kan zich afvragen of deze situatie niet eerder thuishoort in het onderdeel over de beperkingen op het merkrecht, waar een
specifieke uitzondering
voorhanden is voor
een gebruik van andermans merk voor beschrijvende doeleinden
(art. 14 UMVO en 2.23 BVIE). Zie later.
Speciaal geval goederen in transit
Namaakgoederen
zie art. 2.20.4/9.4:
nieuw exclusief recht!
Merkhouders kunnen optreden tegen namaakgoederen afkomstig uit derde landen,
OOK als de goederen niet bedoeld zijn voor de Europese markt of nog niet in het vrije verkeer van de EU werden gebracht
. De douane kan deze dan
intercepteren of zelfs laten vernietigen.
-> moeilijk te lezen wel, dus opletten
zie definitie in art. 2.5.a douaneverordening
zie HB p. 308.
3 more items...
Authentieke
goederen
Authentieke goederen in transit werden met toestemming van de merkhouder vervaardigd in een niet-EU-LS, worden vervoerd (door een derde) en opgeslagen in een douane entrepot in de EER met
status 'niet-communautaire goederen'
, MAAR worden dan zonder zijn toestemming in de EU ingevoerd. Het komt soms voor dat die zogezegd “van de camion vallen”
onderweg
en
dan in de handel worden gebracht in Europa (zodat die derden de controles kunnen vermijden)
. Daarom willen
merkhouders goederen in transit soms tegenhouden
.
zie HB p. 298
2 more items...
= Als goederen van buiten de EU fysiek gezien in het territorium van een LS zijn binnengebracht, kan het zijn
dat zij, in toepassing van de douanereglementering, in juridische zin nog niet zijn 'ingevoerd'. Dan zijn zij 'in transit'. Wnnr de goederen 'in transit' zijn, betekent dit dat ze moeten ingeklaard worden om op de Europese markt te worden verkocht.
lees overw. 18 EMRL
STAP 3: Individuele inbreukgronden
zie volgende Coggle
(a) identiek merk/teken & waren/diensten
absolute bescherming
(b) overeenstemming & soortgelijkheid
(c) overeenstemming & niet-soortgelijkheid
zonder geldige reden
bekendheid van het merk
bewijs van: ongerechtvaardigd voordeel of
afbreuk aan reputatie of onderscheidend vermogen
(d) ander gebruik (niet in UMVO)
zonder geldige reden
bewijs ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk reputatie of OV
Andere (burgerlijke) vorderingen
Afgifte van de inbreukmakende goederen (2.21.3)
Verwijdering uit handelsverkeer (2.22.1)
Informatieverstrekking (2.22.4 [incl. tgo tussenpersonen)
In veel gevallen van inbreuk, zal de inbreukmaker niet zelf de goederen gemaakt hebben maar deze gekocht hebben ergens. Men wil vooral weten waar die goederen gemaakt zijn en van wie deze gekocht werden. Het is veel efficiënter om naar de bron van de namaak te gaan.
HvJ New Wave/Alltoys: Er was een definitieve uitspraak met gezag van gewijsde : kan je dan nog
via een afzonderlijke gerechtelijke procedure
nadien
vragen of de derde/inbreukmaker informatie verstrekt? HvJ: ja.
Bekendmaking van de beslissing (2.22.7)
Vergoeding van de proceskosten (
1022 Ger. Wb
)
Voorlopig
bevel tot stopzetting (2.22.3)
Zie ook RL Handhaving! Voor verschillende IER dus
Schadevergoeding (2.21.1)
nationaal of Europees??? Ik heb dit ergens zien staan in het boek obv welk recht SV moeten verleend worden, maar ben het verloren -> notities vragen?
Bij 'gemachtigdenmerk'/'agentenmerk':niet alleen stopzetting v inbreuk, maar ook overdracht van het ingeschreven merk kan verzocht worden (2.20ter.1b)
Winstafdracht & rekening en verantwoording bij gebruik te kwader trouw (2.21.4)
BenGH Ondeo Nalco. Via de RL Handhaving heeft BenGH een uitspraak gedaan over het begrip
'kwade trouw'.
= nationaal recht
Niet enkel de gevallen van piraterij
= Alle gevallen van opzettelijke (moedwillige) inbreuk
o.m. indien degene wiens handelen achteraf inbreukmakend wordt geoordeeld, zich ten tijde van zijn handelen bewust is geweest van het inbreukmakend karakter ervan
Deze bewustheid mag met alle middelen van recht, incl. vermoedens worden bewezen
daarbij geldt dat ieder die beroeps‐ of bedrijfsmatig in het economisch verkeer gebruik maakt van een teken, geacht wordt bekend te zijn met de inhoud van het merkenregister
Als de andere partij dacht dat er
geen reden was om niet te vermoeden
dat het nietig zou worden verklaard, dan is er geen sprake van bewustheid/kwade trouw.
Omdat geen sprake is van verwarringgevaar
Omdat er een contractuele relatie met de merkhouder bestaat
Omdat het merk nietig of vervallen moet worden verklaard
"Onverminderd rechten verworven voor de datum van aanvraag"
in art. 2.20(2) BVIE en
in ppt lijkt het alsof wordt gezegd dat dit lid 2 samenhangt met die schadevergoedingsvordering, maar art. 9.2 zegt dat het gaat om de reden VOOR de datum van INDIENING OF de datum van voorrang.. dus het lijkt volgens mij niet alsof dit moet geînterpreteerd worden alsof dit samenhangt, maar eerder als bv algemeen bekende merken, het recht van voorrang, ... etc. idk maar doet er niet zoveel toe
"Onverminderd toepassing van het gemeen recht"
(zie art. 2.20(2) BVIE):
aansprakelijkheidsvorderingen uit gemeen a'heidsrecht
zijn nog steeds mogelijk
De exclusieve rechten van artikel 2.20 BVIE kunnen niet alleen worden ingezet tegen Benelux-merken, MAAR ook tegenover het gebruik van een jonger
Uniemerk
! (zie art. 137 UMVO) Mutatis mutandis voor omgekeerde stiuatie van ouder Uniemerk -> Uniegronden tegen BNL-merk.