Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Overlap van IER, maw: geen principieel verbod om er een merk op te…

- - - - MAAR: er is een absolute weigeringsgrond in het merkenrecht, nl de toelaatbaarheid (art. 2.2bis BVIE, art. 7 UniemerkVO, art. 4.3 EMRL)
        
        één van de uitsluitingsgronden hieronder is (e): uitgesloten vormen of andere kenmerken
        
        één van de uitgesloten vormen zijn vormen die uitsluitend bepaald worden door de *noodzakelijkheid voor een technische uitkomst
        
        Deze beoordelingsgrond moet volgens RS HvJ worden beoordeeld tegen de achtergrond van het algemeen belang specifiek geconcretiseerd voor deze uitsluitingsgrond : anti-vereeuwingsratio
        
        Vaak probeert men het verloop van een octrooi te verlengen door een merkaanvraag. Echter, door deze grondslagen moet hiermee opgelet worden!
  - - - Vanaf dat het auteursrecht verliep op werken van Vigeland heeft de Noorse staat hier onmiddellijk een merk opgenomen. Kan men het eigen nationale erfgoed monopoliseren door er merken op te nemen? Noorwegen is niet bij de EU echter, maar wel bij de EER. Hierover werd een uitgespraak geveld door de EFTA. Zij zijn wel gebonden door onze richtlijnen, waaronder de RL Merkenrecht. Zij hebben een eigen Hof van Justitie, die prejudiciële vragen kan beantwoorden mbt interpretaties van de richtlijnen.
        
        EFTA, Vigeland:
        
        "The registration as a trade mark of a sign which consists of works for which the copyright protection period has expired, is not in itself contrary to public policy or accepted principles of morality within the meaning of Article 3(1)(f) of Directive 2008/95/EC.
        
        Whether registration for signs that consists of works of art as a trade mark shall be refused on the basis of accepted principles of morality within the meaning of article 3(1)(f) depends, in particular, on the status or perception of the artwork in the relevant EEA State. The risk of misappropriation or desecration of a work may be relevant in this assessment. !
        
        "(..) the possibility cannot be ruled out that TM registration of an artwork may be perceived by the average consumer in the EEA State in question as offensive and therefore as contrary to accepted principles of morality (§§91-92).
        
        maw:
        
        geen principieel verbod om er een merk op te nemen
        
        de mogelijkheid kan worden 'overruled' door te kijken naar de houding van de gemiddelde relevante consument: als dit voor hem echt aanstootgevend is (als het door de meerderheid van de consumenten zo wordt gepercipieerd), dan kan dit een overworpen worden.
        
        A trade mark based entirely on copyright-protected work presents "a certain risk of monopolisation of the sign for a specific purpose, as it grants the mark's proprietor such exclusivity and permanence of exploitation which not even the author of the work or his estate enjoyed" (§70).
        "The interest in safeguarding the public domain... speaks in favour of the absence of individual proteciton for, or exclusive rights to, the artwork on which the mark is based (§72).
    - - “The public domain entails the absence of individual protection for, or exclusive rights to, a work. Once communicated, creative content belongs, as a matter of principle, to the public domain. In other words, the fact that works are part of the public domain is not a consequence of the lapse of copyright protection. Rather, protection is the exception to the rule that creative content becomes part of the public domain once communicated.” (§ 66)
  - - - geen merk mogelijk voor merkaanvragen bestaande vormen die de wezenlijke waarde van het merk vormen (door hun artistieke waarde of andere kenmerken, zie HvJ Gömböc).
- - - - MAAR: er is een absolute weigeringsgrond in het merkenrecht, nl de toelaatbaarheid (art. 2.2bis BVIE, art. 7 UniemerkVO, art. 4.3 EMRL)
        
        één van de uitsluitingsgronden hieronder is (e): uitgesloten vormen of andere kenmerken
        
        één van de uitgesloten vormen zijn vormen die uitsluitend bepaald worden door de noodzakelijkheid voor een technische uitkomst
        
        Deze beoordelingsgrond moet volgens RS HvJ worden beoordeeld tegen de achtergrond van het algemeen belang specifiek geconcretiseerd voor deze uitsluitingsgrond : anti-vereeuwingsratio
        
        Vaak probeert men het verloop van een octrooi te verlengen door een merkaanvraag. Echter, door deze grondslagen moet hiermee opgelet worden!
  - - - maar: zie zaak Brompton (zie auteursrecht)
- - - - Kan een geldig merk geregistreerd worden voor (bekende) werken waarop het auteursrecht is verstreken? Wat is de betekenis van de weigeringsgrond (f) in dit verband?
        
        Vanaf dat het auteursrecht verliep op werken van Vigeland heeft de Noorse staat hier onmiddellijk een merk opgenomen. Kan men het eigen nationale erfgoed monopoliseren door er merken op te nemen? Noorwegen is niet bij de EU echter, maar wel bij de EER. Hierover werd een uitgespraak geveld door de EFTA. Zij zijn wel gebonden door onze richtlijnen, waaronder de RL Merkenrecht. Zij hebben een eigen Hof van Justitie, die prejudiciële vragen kan beantwoorden mbt interpretaties van de richtlijnen.
        
        EFTA, Vigeland:
        
        "The registration as a trade mark of a sign which consists of works for which the copyright protection period has expired, is not in itself contrary to public policy or accepted principles of morality within the meaning of Article 3(1)(f) of Directive 2008/95/EC.
        
        Whether registration for signs that consists of works of art as a trade mark shall be refused on the basis of accepted principles of morality within the meaning of article 3(1)(f) depends, in particular, on the status or perception of the artwork in the relevant EEA State. The risk of misappropriation or desecration of a work may be relevant in this assessment. !
        
        "(..) the possibility cannot be ruled out that TM registration of an artwork may be perceived by the average consumer in the EEA State in question as offensive and therefore as contrary to accepted principles of morality (§§91-92).
        
        A trade mark based entirely on copyright-protected work presents "a certain risk of monopolisation of the sign for a specific purpose, as it grants the mark's proprietor such exclusivity and permanence of exploitation which not even the author of the work or his estate enjoyed" (§70).
        "The interest in safeguarding the public domain... speaks in favour of the absence of individual proteciton for, or exclusive rights to, the artwork on which the mark is based (§72).
      - the rationale of copyright of having a limited duration is to serve the principles of legal certainty and protection of legitimate expectations, but is also functional - to some extent – to fulfilling the general interest in protecting creations of the mind from commercial greed and ensuring the freedom of the arts (§ 65)
        
        “The public domain entails the absence of individual protection for, or exclusive rights to, a work. Once communicated, creative content belongs, as a matter of principle, to the public domain. In other words, the fact that works are part of the public domain is not a consequence of the lapse of copyright protection. Rather, protection is the exception to the rule that creative content becomes part of the public domain once communicated.” (§ 66)
      - trade mark law intends to ensure market transparency and assumes an essential role in a system of undistorted competition. It is to fulfill these functions that trade mark protection is potentially indefinite (§§ 67-68)
    - - vb van een verwerping van een dergelijke vordering: Nietigheidsafdeling 30 januari 2007 Nestlé 3D merk : beoordleing obv 'overall impression' of totaalindruk van overeenkomsten
  - - - Quels droits PI sont le plus intéressant ?
        
        le droit des dessins et modèles?
        
        durée de protection: 25 ans (5 ans x5)
        
        On doit prouver des copies ? Quand le titre de PI est enregistré (droits des brevets, droits des D&M, droit de marque etc), vous ne devez pas prouver un copie, parce qu’il y a un registre.  Donc si ils font quelque chose qui est déjà protégé par un brevet ou par un dessin/modèle enregistré, la copie ne doit pas être prouvé  sécurité juridique.
        
        Quand le titre n’est pas enregistré (droit d’auteur, droit des dessins et modèles communautaires non enregistré)  pas de sécurité juridique ! Là, ce serait problématique qu’on ne connait pas les contours a priori. Il faut prouver une copie quand le titre n’est pas enregistré.
        
        Les droit des D&M enregistré va concerner l’aspect visuel. On peut faire une chaise qui dispose des mêmes dispositifs technique que la chaise Tripp Trapp, mais qui a une autre forme de la chaise  pas de violation de droit D&M.
        
        wnnr de beschermingsduur verlopen is: quelle est votre reflex ? Protégér votre business  essayer de protéger votre chaise avec d’autres PI, notamment le droit d’auteur.
        
        MAAR de bescherming op dit vlak hangt onder andere (!) er van af of het werk wel voldoende origineel is, wat in het nauw kan komen door de technische beperkingen. Zie theorie les over originaliteitsvereiste + zaak Tripp Trapp in de live exercise les, deel 2 'etendue de la protection'
        
        le droit des brevets:
        
        20 ans
        
        Le droit des brevet peut empêcher pendant 20 ans tous les concurrents qui deviennent sur le marché avec une chaise évolutive. Vous pouvez exclure tous les concurrents.
        
        Quand le titre est enregistré, le copie ne doit être prouvé.
        MAIS quelle est la problème avec le droit de brevets?
        
        o Après 20 ans, il n’y a plus de protection.o Conséquence : tous les concurrents peuvent entrer la marché.
  - - - maar: zie zaak Brompton in de context van de beoordeling van de criteria voor auteursrechtelijke bescherming (m.n. criterium van de originaliteit)
        
        de advocaten van Brompton hadden daar gepleit dat de na-apers een inbreuk begingen op hun auteursrecht.
        
        De advocaten van de tegenpartij argumenteerden echter dat die specifieke elementen van het werk niet 'origineel' waren in concreto (omdat zij waren ingegeven door louter functionele/technische overwegingen) en daarom geen auteursrechtelijke bescherming vierden, waardoor zij geen inbreuk van een partiële reproductie begingen.
        
        Het wederargument van Brompton was dat dezelfde technische functies konden bekomen worden op verschillende manieren (en dat de originaliteit lag in hun keuze van manier): de theorie van de multipliciteit van vormen.
        
        HvJ: de multipliciteit van vormen (meerdere vormen die mgk zijn om tot hetzelfde resultaat te komen) zijn géén factor in de beoordeling van originaliteit
        
         Tout le raisonnement ici tourne autour de ce critère de la multiplicité des formes (qui a fait de la jurisprudence en matière des dessins et modèles et en droit de marques) et a été exclu sur la base d’un idée de mise en balance. Dans le raisonnement de la Cour, si on met on balance la protection de la PI et les autres libertés (la liberté de la concurrence), on arrive à la conclusion qu’on ne doit pas nécessairement accorder la protection de la PI quand il y a un choix libre. Il faut encore vérifier si accorder la protection de la PI à ce choix libre, n’est pas finalement trop attentatoire à la liberté de la concurrence, spécialement pour les formes techniques (parce que les formes techniques sont protégés par les brevets).
  - - - Reproductierecht:
        
        art. 2(a): auteursrecht
        
        art. 2(b), (c), (d), (e): naburige rechten
      - Recht op mededeling aan het publiek
        
        art. 3(1): auteursrecht
        Recht tot het ter beschikking stellen aan het publiek
        
        art. 3(2): naburige rechten
        
        Il faut bien avoir à l’égard cette différent, c’est surtout important quand vous allez lire la JP de la CJUE. Spécialement, par rapport au droit de communication au public, parce que combien même il y évidemment énormément de choses qui sont similaire/identique ce qui concerne les droits d’auteurs et les droits voisins et leur traitement dans la JP, il y a certains cas particuliers où une distinction se justifie. Donc, dans l’analyse des textes, il faut bien avoir à l’égard s’il s’agit de droit d’auteur ou des droits voisins. Ne confondez pas cette JP !
        
        bij het recht op mededeling heb je het onderscheid naargelang het publiek al dan niet aanwezig is:
        
        publiek is aanwezig: bv. representatie, recitatie, uitvoering, tentoonstelling
        
        publiek is niet aanwezig: elke andere vorm van communicatie, die onderling kan verschillen naargelang (1) de communicatie interactief is, wat eerder de klassieke communicatievormen zijn zoals tv en radio of (2) de communicatie niet interactief is, zoals "on demand" diensten die altijd en overal ter beschikking zijn van het publiek, die zelf erover kan kiezen of ze de mededeling raadplegen.
        
        indien het publiek niet aanwezig is, kan je bovendien het onderscheid maken naargelang de mededeling (1) primair is of (2) secundair. Mbt dit onderscheid is het onderscheid tussen naburige rechten en auteursrechten weer belangrijk.
        1) primair: titularis vd naburige rechten heeft enkel hier recht op
        2) secundair: de titularis van de auteursrechten heeft naast de rechten op de primaire uitzending, ook de rechten op deze uitzending.
      - Distributierecht:
        
        art. 4: auteursrecht
        
        art. 9: naburige rechten
    - - Footbal Dataco, HvJ ivm de onafhankelijkheid van de beschermingsvormen: een database die niet voldoet aan de voorwaarden voor sui generis-bescherming, kan alsnog in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming.
      - MAAR Volgens de les van Naburige Rechten: o Je hebt het auteursrecht en de naburige rechten, waarvan de concepten gelijkaardig moeten uitgelegd worden. Dit verschilt van het sui generis recht of het lex specialis. Databankproducenten krijgen een eigen recht, dat heeft niets te maken met naburige rechten. Wanneer je kijkt naar de bescherming van databanken (zie Cabay), dan zal je zien dat dit hele andere concepten zijn in die wet. Dan spreekt men van ‘opvraging’ en ‘hergebruik’. Men hanteert andere concepten  dus die zullen ook een andere invulling krijgen in de RS dan de naburige rechten en het auteursrecht.
- - - - MAAR: er is een absolute weigeringsgrond in het merkenrecht, nl de toelaatbaarheid (art. 2.2bis BVIE, art. 7 UniemerkVO, art. 4.3 EMRL)
        
        één van de uitsluitingsgronden hieronder is (e): uitgesloten vormen of andere kenmerken
        
        één van de uitgesloten vormen zijn vormen die uitsluitend bepaald worden door de noodzakelijkheid voor een technische uitkomst
        
        Vaak probeert men het verloop van een octrooi te verlengen door een merkaanvraag. Echter, door deze grondslagen moet hiermee opgelet worden!
        
        Vaak probeert men het verloop van een model te verlengen door een merkaanvraag. Echter, door deze grondslagen moet hiermee opgelet worden
  - - - p. 37 nota's droit d'auteur: Cumul mogelijk voor een groot deel van de modellen (maar niet voor modellen met technische aspecten: die mochten enkel beschermd worden door het octrooirecht en tekeningen- en modellrecht). Art. 17 RL 98/71 (en art. 96(2) Vo 6/2002 voor communautaire modellen) bevestigt deze cumul, maar liet de ruimte aan de lidstaten om zelf te beslissen over de draagwijdte en de toepassingsvw'en van het auteursrecht. HvJ had met name in het arrest Cofemel de originaliteitstoepassingsvw in het leven geroepen voor het auteursrecht en daarna bestond de vraag of deze vereiste ook gold voor het auteursrecht. Het debat bestaat nog een beetje: bepaalden lezen de RS op een manier die wat beweegruimte laat, maar het Hof zou duidelijk geweest zijn: de vw'en zijn dezelfde voor modellen die plastische/grafische werken zijn met een functionele/technische dimensie.
- - - - --> Gevolg: daardoor: "gelijkaardig" aan het auteursrecht (zelfs indien minder uitgebreid dan het auteursrecht). Je zal dezelfde concepten krijgen (bv. reproductierecht en recht op publieke mededeling).
        
        --> Reha Training-zaak: als een concept in het auteursrecht wordt gebruikt en hetzelfde concept wordt voor de naburige rechten gebruikt – ook al blijkt dat men dan de bescherming een beetje anders of minder gaat regelen – dan zal het concept op dezelfde manier moeten uitgelegd worden! Bv. concept van "reproductie"