Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H19: mentale representatie en redeneringvaardigheid - Coggle Diagram
H19: mentale representatie en redeneringvaardigheid
aard van representatie
historie
aristoteles: omgevng equiblatn aan mentale represenateo
hume: beeld van werkelijkheid
hobbes: in vorm van abstacte symoblen of woorden
hebb: ativatie niceau van netwerk
mentale representatie
representaie: fysike weergave van informatie
amodale symbolen
reperesentatie zijn symbolisch e abstract
statische patronen
mentale beelden
opdelen betekensivolle eenhedne
pixel vs volledig beeld
mentale modellen
=modellen om redeneerproblemen op te lossen
bij modellen die makkelijk visueelbaar -->hogere activatie in visueel stuk maar trager door af
hoe (+) modellen voor 1 probleem , (+) werkgeheugen belast --> (+) fouten
2 vragen
mogelijkhiedscraag
is het mogelijk dat ik op weg een bank vind?
makkelijker bij ja
noodzakelijkheidsvragen
is het noodzakelijk dat ik een bank moet tegenkomen?
jhonens-laird
werking:
met de info --> permissen maken en daarna modellen FALSEferen
falsiferen: ontkrachtigen van model
permissen: het is waar
probablistische benaderingen
bovenstaande theorie
dagdaaglijkse problem sovling niet obv formele logia
eeder probablistische benaderin
is het mogelijk ofn?
inductief redeneren
in beperkt aantal observaties, generalisaties vidnen (bv. hypotese kunnen maken)
kalkoen russel
toekomstige conclusies kunnen niet altijd waar zijn
hypotesetoestsing en falsifactie
beter oplossen van inducitve redeneerproblmeen wnr we hypotese falsicifceten
conformatie bias --> mensen gaat eerder zoeken naar info om te confomeren
246 taak
mensen vonden de regel niet omdat ze steeds bleven hangen aan hun eigen hypotese ipv andere te zoeken
gesimuleerde onderzoeksomgevin g
studie 1: video game
regel achterhalen en hypotese vormen
opgedeeld in 3 groepen
eig hypotese te bevestigen
eigen hypotese falsificeren
controle groep
daarna kijken naar display waar de hypotese ontkracht of bevestigen
70% koos voor eigen hypotese te confomeren (conformatiebais)
studie 2 genen epxpressie
pp moesten epxressie van genen vinden
genen gaan elkaars funcite inhiberen
de juiste oplossing was juist de discripantie in het proces ipv de gelijkenissen te vinden (conformatiebias)
mensen skipte de discrepantie omdat het niet bij hun hypotese behoorde
duaal systeem
heuristisch analytisch model
bewust redeneerpocesse
systeem 2
obv logica en regels
beperkt capasiteit
oplossing S1 niet vertrouwd --> bewuste deliberatieproces
langzamer+ serieel --> naukeriger en (-) gevoelig voor verteking
een verbetering voor de oplossing, geen nieuwe oplossing ansich
analytisch model
onbewust,intuitive processen
systeem1
redeneer probleem oplossen door
doel
achtergrond kennis
(+) vertekning hierdoor
gebruikt info uit probleemomschrijving
intuitief idee
" ik voel dat het zo is, maar ben niet zeker"
principes menselijk redeneren
singelariteit
één model met een keer
relevantie
meer plausibele wordt gekozen
satisfactie
2 systmen gevalueerd --> beide accepteren de oploss
deductief redeneren
beinvleoding door irrevante contxt
bij permissen boeit achtergrond info niet
hoe (+) tegen voordelen, (+) conclusie beinvloeden
(+) WGH minder gevoelig
bv.het meisje had een paraplu en een regen jas
vormen van inferenties met logica indien ze waar zijn
sociale contracttheorie
indicative regels
de regel gaat op indien de taak juist is
deontolgische regels
schending van sociaal context regels
voldoet beter in sociale omgevinng
relevantie theorie
focus waarbij mensen kijken naar meest relvante regel
(+) prestatie dan soical contractheorie
klassike logica
conditoneel redenere
logische operatoren
en/of/als...dan/...
propsities
statmenst die WAAR of N-WAAr zijn
redeneringsproblemen ( zie ppp)
modus ponens
modus tollens
modus tollebs
bevestiging van de cosequenbties
wasons selectie taak
als R op de ene zijde staat moet er een 2 op de andere zijde staan
verwachting spelt rol
dezelfde regel maar dan met 16 en acohol
matchingbias --> ze zoeken oplossing in het antwoord
synologisme
redeneringsprobleem uit 2 statments
alle mensen zijn steferlijk, socrates is ook sterfelijk
inhoud moet niet perse geloofwaar zijn maar beinvloeden wel
geloofbaarheidbias
(+) acceptatie dat conclusie waar is indien geloofwaardiger is
effect van basisratio
veel incorrecte syloogismen --> (-) correct accpeter
context beinvloed
andere factoren
deductief redener: beperkte factoren
waarheidsprincipe
vaker impliciet dat bepaalde premissen waar zijn
geloofswaardigheidsbais
_
feeling of rightness
gevoel hebben dat ons antw klopt maar niet helemaal
= een intern monitoringmodel die
intuitive logica
intuitive logica + intutice heuristiek (systeem 1)
logisch intuitief model
conflict met inutieve logisca en intuitieve heuristiek zorgt voor deliberatie
[het feit dat we plausible premissen als waar vormen]
werkgehuegencapasiteit
informeel redenren
motivatie
de motiven
vaak motiven om andere overtuigen dan de beste oplossing te willen
gemotiveerde inferentie
spreker focus op eigen wensen en verlangse ipv feiten
my side bias
luisteraar: evalueert statements obv eigen vooringeomen opvatting
= overtuigde argumenten ten gunste van onze positie
waarschijnelijkheid
bayaanse inferentie
sterkte oorspronkelijke overtuigng
aard agumente: pos (+) impact dan negative
sterkte van evidentie argumente
50 studies beter dan & om overtuiging
zijn mensen rationeel
dunning kruger effect
slecht presteren op zeggen hoe goed ze een taak hebben voldaan
wat is rationaliteit
beter gerpresenteerd door waarschijnlijkehden
onze werklijkheid zit vol met kansen en mogelijkhende
de beperkingen te relateren aan WGHcapasiteit
zijn mensen rationeel?
dagdagelijks leven minder rationeel
heuristiek wel vaak handig!
klassieke logica geen toetssteen voor menselijke rationalieti
maar wel limitaites
3 (hersen)processen
verwerking
validatia
integratie