Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
HLK bijeenkomst 3 13e en 14e eeuw - Coggle Diagram
HLK bijeenkomst 3 13e en 14e eeuw
ridderepiek
toneelstukken
Van Hulthem
vier abele spelen
ernstig karakter
wereldlijke liefde
nieuw stedelijk moraal
Lanseloet van Denemerken 1486
De abele spelen gekoppeld aan sotternie/ klucht
2.Lanseloet van Denemerken
vrouwelijke maagdelijkheid
misleid door moeder van L.
verkracht door L. en verbannen
andere ridder vindt haar
pragmatische man, geen afkeer
mogelijk nieuw, stedelijk huwelijksmoraal
3.burgerlijke literatuur
kluchten
exempla contaria = hoe het niet moet
soms tegenstelling stad/ platteland
soms ongelijke liefde
soms vrouwenmacht
4.Jacob van Maerlant 1230
gewest Vlaanderen
meest productieve schrijver in de middeleeuwen
Der naturen bloeme
Spiegel historiael
5.Vanden Vos Reinaerde
maatschappijkritisch
satirische diervertelling
midden 13e eeuw
cynische blik of feodale maatschappij
ijdelheid, hebzucht, zelfingenomenheid en domheid bepalen de verhaallijnen
R. is kritiek op adel, geestelijkheid en platteland
genre = fabel
Maar wijkt af omdat moraal impliciet blijft.
6.rederijkerskamers
const van retorike
rhetorica = de leer van het overtuigen
het refrein met de stock
het zinnespel = rond een zin opgebouwd
landjuweel = tussen verschillende kamers
7.Van Driel
auteur van ondergeschikt belang voor sommige mediëvisten
anderen denken het tegengestelde
of schrijver in de me streeft niet naar originaliteit
of schrijver streefde naar oospronkelijkheid
'Is het mogelijk om meer vat te krijgen op de auteurs van onze oudste literatuur?'
auteurs begin 14e eeuw: Willem, Maerlant, Hadewijch, Jan van Boendale
Vergelijking van schrijvers op met name taalgebruik en stijl
8.Van Driel: Willem die
de Madoc schreef
Oost-Vlaanderen, omgeving van Gent
Tijdgenoot van Van Maerlant
Sprak Frans en Latijn en had juridische kennis
Van Driel: Van den vos R.
dierenverhaal/ gedicht over mensen die zich gedragen als beesten
gebaseerd op Oudfranse Roman de Renart
Willems taalgebruik en stijl zijn puntig
alliteratie, assonantie, binnenrijm en eindrijm
klankspel in de tekst
repeterende vormen, o.a. parallelisme, chiasme
verborgen ritme waardoor voordragen makkelijker ging
precieze beschrijving van het lichaam van de personages, ook de verwondingen
bondig met humor en vooral dubbelzinnig
scherpe gesprekken