Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Beschermingsomvang - grond (b) - Coggle Diagram
Beschermingsomvang - grond (b)
Identiek/overeenstemmend teken & identieke/soortgelijke waren met bewijs van verwarringsgevaar
Bewijslast hier bij de merkhouder (<> (a) waar de bewijslast bij de verweerder ligt) dat de consument in verwarring kan worden gebracht!
In de praktijk vaak gebruikt in geval van 'look-a-likes'. Heel vaak in geval van discounters zoals Lidl of Aldi die proberen te gelijken op A-producten.
Inbreuk op verpakkingsmerk bij Heks'nkaas. Niet identiek, maar overeenstemmend op een wijze die de consument in verwarring kan brengen:
Leg parameters "verwarringsgevaar' uit
Stap 1: Onduidelijkheid over tot op heden
in RL: ook wanneer die
verwarring
het gevolg is van
associatie
met het oudere merk;
Dit is niet hetzelfde. Wat is het nu? Veel verwarring over; is nog steeds onduidelijk!
DIT MOET JE VERDUIDELIJKEN IN IEDERE CASUS OVER (B)!!
Onderscheid 3 situaties
Indirect verwarringsgevaar
(economisch verbonden onderneming)
Als de consument wel het verschilletje ziet, want het is niet helemaal identiek, maar het lijkt er zo sterk op dat het wel afkomstig zal zijn van een economisch verbonden onderneming zal zijn aan Nike
Associatiegevaar
(niet herkomstgebonden)
Als de consument het verschil duidelijk ziet en er dus geen verwarringsgevaar is, maar het merk je wel doet denken aan dat andere merk
Direct verwarringsgevaa
r (van dezelfde onderneming)
Het aandachtsniveau van de consument voor bv slippers is niet super hoog. Als die denkt dat die Nikes koopt, dan is er de mogelijkheid van direct verwarringsgevaar
HvJ Puma/Sabel uitlegging: enkel verwarringsgevaar kan de beslissing motiveren (NIET associatiegevaar).
2 more items...
VO:
verwarring
behelst ook de mogelijkheid van
associatie
met het merk
Stap 2: Beoordelingscriterium verwarringsgevaar
HvJ Canon: beoordeling van het
verwarrings
criterium: wanneer het publiek kan menen dat de betrokken waren of diensten afkomstig zijn van:
dezelfde
onderneming (
direct
verwarringsgevaar)
economisch verbonden
onderneming (
indirect
verwarringsgevaar: publiek beseft dat er een verschillende plaats van herkomst is, maar meent wél nog dat er een economisch verband bestaat
Link met essentiële functie merkenrecht: de herkomstfunctie
Hieraan is niet voldaan, wanneer het publiek beseft dat de waren niet afkomstig zijn van dezelfde onderneming of van een economisch verbonden onderneming.
Toepassing op
Adwords
: bij Adwords kan het voorkomen dat mss wel het identieke woord wordt gekocht, maar dat de
goederen niet helemaal hetzelfde zijn (<> a).
Dan moet aangetoond worden dat er een overeenstemming is en verwarringsgevaar --> kan de advertentie de consument direct of indirect in verwarring brengen?
Er is sprake van verwarringsgevaar, wanneer:
De advertentie
suggereert
dat de goederen afkomstig zijn van een met de merkhouder economisch verbonden onderneming; of
De advertentie
zo vaag
is inzake de herkomst dat het voor een normaal geïnformeerde en redelijke omzichtige internet gebruiker
onmogelijk of moeilijk
is om, obv de advertentie en de commerciële boodschap die ze brengt, uit te maken of de derde een onafhankelijke dan wel economisch verbonden onderneming is tav de merkhouder
impact op bewijs! zie hieronder
Zelfde beoordelingscriterium bij zowel
oppositiegrond
, als
inbreukgrond
MAAR toch een verschil (zie rn. 980)
Oppositiegrond
(--> aanvraag tot inschrijving): men mag rekening houden met
alle omstandigheden
waarin het aangevraagde merk
kan worden gebruik
t (zonder rekening te houden met het effectieve gebruik
De omvang van het onderzoek naar verwarring kan daarom ruimer uitvallen in de verkrijgingsprocedure dan in een inbreukzaak.
Inbreukgrond
: eens een merk is ingeschreven, heeft de houder het recht om het merk naar eigen goeddunken te gebruiken. Het onderzoek dient zich te beperken tot het
effectieve gebruik
dan, (zonder dat moet worden nagegaan of een ander gebruik van hetzelfde teken eveneens verwarringsgevaar zou kunnen opleveren)
Stap 3. Bewijs: Dat voldaan is aan dit criterium, moet
positief
bewezen worden
geen vermoeden, zoals bij (a)
! Dit is dus het grote verschil met (a), dat een absolute bescherming biedt. Zie ook rn 979.
Pas de parameters toe op de casus via 2-staps analyse
STAP 0: Voorafgaande voorwaarden
STAP 1: Overeenstemming tekens/waren uit oogmerk gemiddelde consument (objectieve fase)
STAP 2: Globale beoordeling van het verwarringsrisico (contextuele fase)
-> eindigen met globale beoordeling
Fase 2: de globale beoordeling, waarbij alle omstandigheden van het geval worden in concreto beoordeeld (zoals OV, de bekendheid van het oudere merk, de mate van overeenstemming (zie fase 1), het aandachtsniveau van de relevante consument en de verkoopsmodaliteiten (de omstandigheden waaronder de tekens in de handel worden gebruikt)
Beoordeling in functie van
onderscheidend vermogen/reputatie
Hoe meer onderscheidingskracht van het oudere merk, hoe groter de kans dat er verwarringsgevaar zal zijn
"Strong marks make more signs/goods similar": te zien als een weegschaal.
Geen groot OV en daarom uiteindelijk geen overeenstemmende goederen
Bv. tequila Matador (dia 53)
Bv ijsjesverpakking Soledo (dia 54)
In dit dossier werd er uiteindelijk beslist dat er geen overeenstemming was tussen de tekens, omdat het een heel zwak merk is. Er zaten
nog allemaal andere gelijkaardige producenten
in de diepvries van de supermarkt: Frutasol, Top fruit exotic van artic, champion exotic van Cassie, etc. Als deze niet bestonden en Jumbo Tropical de eerste was, dan hadden ze mss gewonnen. Maar
omdat ze nooit hadden opgetreden tegen die andere bestaande varianten
– waar ze nooit tegen hadden opgetreden – maakte dat Soledo weinig OV had en daardoor een zwak merk had.
Wel groot OV
Bv. Coca-Cola, omdat zij al ontzettend veel hebben opgetreden.
Bv. Adidas heeft ook al heel wat procedures gevoerd tegen schoenstrepen en gewonnen. Bij 2 of 4 strepen hebben ze meestal al gewonnen, bij 1 of 5 minder.
maar er zijn grenzen aan het succes .. zie dia 58
Nadat overeenstemming werd bevonden, moet een globale beoordeling volgen om tot het bestaan van verwarringsgevaar te besluiten. Een belangrijke factor daarbij is de bekendheid op de markt.
5.
Globale eindbeoordeling
ahv regel van de onderlinge wisselwerking
Hierdoor worden alle criteria van overeenstemming tussen de tekens, overeenstemming tussen de W/D en gevaar voor verwarring met mekaar in onderling verband worden beoordeeld.
Geïntegreerde beoordeling van:
Overeenstemming merk/teken
Gelijkenis waren/diensten
Onderscheidend vermogen en bekendheid merk
Aandachtsniveau consument
+ omstandigheden op de markt
Mogelijks rekening houden met niet-gedeponeerde elementen
Zo kunnen de
verkoopsmodaliteiten
en de
wijze waarop het merk in de handel wordt gebruikt,
relevante elementen vormen.
2 more items...
Dit is een factor die ALLEEN in inbreukprocedures mag gebruikt worden:
nooit in oppositie,
want daar mag je enkel kijken nr de wijze van de registratie (en rekening houden met alle mogelijke varianten op de markt).
1 more item...
+(andere omstandigheden
ad hoc)
Zie dia 64 en 65 ppt 6b voor oefening analyse casus
Fase 1: beoordeling van de mate aan overeenstemming tussen de waren en de tekens
, in het laatste geval op visueel, fonetisch en/of conceptueel vlak.Dit moet gebeuren
obv de totaalindruk bij de relevante gemiddelde consument
, maar die totaalindruk mag enkel rekening houden met de intrinsieke kwaliteiten van de tekens en - aan het einde - met de wisselwerking tussen de verschillen en gelijkenissen en een evt effect van neutralisatie. Een dergelijke neutralisatie mag slechts uitzonderlijk worden toegestaan, nl wnnr ten minste 1 vd conflicterende tekens een 'duidelijke, vaste en voor het relevante publiek onmiddellijk begrijpelijke betekenis' heeft.
Overeenstemming
tussen
tekens
Indien de tekens identiek zijn, kan onmiddellijk worden overgegaan naar de volgende stap. Beoordeling van identiekheid gebeurt zoals volgens inbreukgrond (a)
Stap 1.
Analytische vergelijking
van de
verschillen en gelijkenissen
van de twee tekens op visueel, auditief en conceptueel vlak (
vanuit de perceptie van de consument!
)
= vd de intrinsieke kwaliteiten vd tekens
Visueel
Bv. Adidas: drie strepen vs twee strepen
--> Auditief is dit neutraal, maar visueel is hier een doorslaggevende factor. Er zijn gelijkenissen, maar ook verschillen.
Auditief
Lloyd vs. Loints: Lloyd Loints volgens Duitstalige consument: wat zijn de gelijkenissen en verschillen? Visuele verschillen, maar vooral ook auditieve gelijkenissen.
Ook hier speelt die taal dus weer een rol! Niet enkl
Conceptueel
Hetzelfde concept, bv. Puma/Sabel-zaak: Visueel zie je verschillen, auditief is dit neutraal, maar conceptueel betreft het tweemaal het concept van een springend roofdier.
Bestaat er verwarringstichtende overeenstemming tss de tekens SINA en SITA? Rechtbank Den Hoog vond geen gevaar voor directe/indirecte verwarring, omdat die mensen met islamitische verwarring andere begrippen hadden van Sina (Islamitische mannelijke geleerde) en Sita (vrouw uit ethymologisch verhaal). Auditief is er een klein verschil, visueel ook, maar vooral conceptueel is dit een groot verschil voor de mensen uit dat geloof.
Belangrijk om een verre, doorgedreven analyse te doen op 3 niveaus. ZIE ZEKER dia 26 voor een oefening ptt 6B voor een OEFENING!
Stap 2. Beoordeling =
totaalindruk
met inachtneming van volgende factoren:
voorrang voor gelijkenissen
voorrang voor onderscheidende en dominerende bestanddelen
wisselwerking tussen parameters
1) Vuistregel:
gelijkenissen
zijn belangrijker dan verschillen
in de regel vallen die bij de consument meer op en onthoud men die meer
Ad hoc beoordeling dus uitzonderingen zijn mogelijk
Bv. Adidas - abidas = gelijkenissen zijn hier belangrijker --> meer neigen naar een inbreuk
3)
Wisselwerking
tussen de 3 parameters, die mekaar kunnen
neutraliseren
evt: Soms is er bv meer overeenstemming op visueel vlak dan op auditief vlak en op conceptueel vlak neutraal.
Het gewicht per factor in deze afweging kan ook afhangen van de
producten
.
Voor producten die je moet vragen aan de cassière, speelt het auditieve concept meer een rol.
Voor producten die je moet pakken van een schap, speelt visuele aspect meer een rol.
Bepaalde
verschillen
kunnen ook gelijkenissen
neutraliseren
Resultaat: NIET overeenstemmend
SIR/ZIHR:
conceptuele
en
visuele
verschillen kunnen echter opwegen tegen auditieve gelijkenissen.
1 more item...
Visuele
en
auditieve
verschillen kunnen opwegen tegen conceptuele gelijkenissen
1 more item...
Gelijkenissen
kunnen opwegen tegen de verschillen
Resultaat: °verwarring
Enkele conceptuele gelijkenis kan eventueel verwarring doen ontstaan (ook al zijn er verschillen op andere vlakken),
MAAR ENKEL bij merken die bekend zijn!
3 more items...
Enkele visuele gelijkenis tussen de merken kan eventueel verwarring doen ontstaan (ook al zijn er verschillen op andere vlakken)
Enkele auditieve gelijkenis kan eventueel verwarring doen ontstaan (ook al zijn er verschillen op andere vlakken)
2 more items...
Combinaties van gelijkenissen zijn uiteraard ook mogelijk
1 more item...
2) Voorrang voor
onderscheidende
/dominante elementen: als de gelijkenissen vooral op de dominante bestanddelen zitten en niet op de niet-dominante, dan zal dat meer doorspelen.
In een
gecombineerd woord-beeldmerk
zal normaal het
woordelement
meer domineren en doorslag geven !!!
! TENZIJ
andere componenten niet verwaarloosbaar
zijn (bv Limoncelo)
Bv. Fifties/Miss Fifties, Kappa
Maar niet altijd (Arbre Magique)
1 more item...
"Limonchelo" naamwoord kwam op tegen het rechtse, complexe beeldmerk. De onderzoeker had gezegd dat het bord en blauw generiek waren en dat er enkel rekening zou worden gehouden met ‘limoncello’. HvJ zei echter dat dit enkel mag verwaarloosd worden wnnr de consument dit zou verwaarlozen. Het
complete
beeldmerk moest dus vergeleken worden.
1 more item...
altijd
in concreto
te beoordelen. Als bv het woordelement niet domineert in de samenstelling, moet bij de vergelijking van het gecombineerde woord- en beeldmerk met het oudere teken het
geheel
van de twee merken vanuit visueel, fonetisch en begripsmatig oogpunt worden betrokken.
Niet-dominerende elementen
moeten minder in de beoordeling worden opgenomen
TENZIJ ze een
eigen zelfstandige onderscheidende plaats
hebben die toch een bescherming tegen verwarring rechtvaardigen
!!!
In dat geval wordt het totaalbeeld van de consument niet uitsluitend bepaald door de dominerende elementen.
1 more item...
BELANGRIJK: je kan dus wel besluiten dat een bepaald deel minder dominant is, maar dit wil niet perse zeggen dat je het niet mee in de vgl mag opnemen. Je mag dit nog steeds doen, op vw dat je kan argumenteren dat het wel een eigen zelfst. onderscheidende plaats heeft.
2 more items...
Alleen wanneer alle andere bestanddelen van heht merk te verwaarlozen zijn, kan de overeenstemming op basis van énkel het dominerende bestanddeel worden beoordeeld (rn 993).
Bij namen is de
familienaam
normaal dominant tav de voornaam (Carmen March/Tila March)
Tenzij bekend persoon. Bv. Barbara Becker/Becker: voornaam is heel bekend dan en mss dominant
Bij
samengesteld woordmerk
hecht consument normaal meer belang aan het
eerste woorddeel.
! TENZIJ
beschrijvend
OF
weinig onderscheidend
vb van beschrijvend: bv RNActive/RNAiFect of Zie bv. Spa/Spa Therapy. Hier vond de rechter dat Therapy het dominerende bestanddeel was.
Beoordelingsregels voor 'verwarringsgevaar in de situatie van
familie- en seriemerken:
In de wetgeving is er geen afzonderlijke regel voor het concept van een familie van merken (merken met elkaar verbonden door een steeds terugkerend gemeenschappelijk kenmerk).
In de praktijk kan men anderzijds wel vaststellen dat, in concrete omstandigheden, de perceptie door de relevante consument door het bestaan van families kan worden beïnvloed. Als een derde nu juist dat gemeenschappelijke kenmerk in zijn eigen teken incorporeert, kan zeker het risico bestaan dat de consument in verwarring wordt gebracht, zie 'Citi' dia 38.
Daarom aanvaardt het Hof voor deze merken afwijkende regels, indien 2 cumulatieve vw'en zijn nageleefd:
Er moeten
voldoende aantal merken
aanwezig zijn op de markt die het
gemeenschappelijk element
vertonen
Het
kenmerkende element van het familiemerk
maakt het
onderscheidend bestanddeel
uit
Dit is niet altijd het geval, en moet dus concreet aangetoond worden.
Indien voldaan, dan aanvaardt het HvJ dat de consument zich kan vergissen omtrent de
herkomst
van de waren en dat hier dus
verwarringsgevaar
uit kan voortvloeien (doordat deze ten onrechte zou denken dat dit merk deel uitmaakt van de familiemerken)
1 more item...
Benelux
: bijzondere regel voor
vertalingen
van woordmerk in nationale of streektaal Benelux naar een andere taal in de Benelux
Enkel in de Benelux kennen we de bijzondere regel voor vertalingen (waarbij men zich afvraagt of deze regel nog geldt). Hierover vind je niets terug in de Richtlijn. Ze is nog niet geschrapt in de Benelux. Persoonlijk denkt zij dat – mocht iemand dit aanvechten voor het HvJ – het niet meer mogelijk is om nog een regel te hebben die niet in lijn is met de RL.
art. 2.20.6 BVIE bij een letterlijke vertaling moet je kleine
(a)
toepassen (= 2.20.2.a)
Strikte
toepassing --> geen vrijheid van beoordeling!
Isover/isoglass = geen
letterlijke
vertaling
3 more items...
Voorbeelden die wél een inbreuk waren
1 more item...
Always vs Toujours = geen
taal van de Benelux
4 more items...
Bij relevante consument"
?
HvJ Lloyd/Loint's: “de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument”
De consument kan afgebakend worden per afkomst, per taalregio, ...
Dit kan ook een hele kleine doelgroep zijn. Bv HvJ 'El benna', 'el bnina' en 'el baina':Voor westerse mensen is dit sterk gelijkend, maar hier moest de relevante consument geïdentificeerd worden > de moslimconsument in Brussel
stap 2: verwarring? Deze relevante consumentengroep heeft een basiskennis in Arabisch. Zij gaan onmiddellijk de verschillen zien en begrijpen tussen de rode en grijze.
2 more items...
Bv de Duitse consument in Lloyd/Loint's
Stap 2: de woorden moeten in het Duits worden uitgesproken --> verwarrend?
1 more item...
Aandachtsniveau kan variëren afhankelijk van de goederen!
Gewone consumptiegoederen = laag aandachtsniveau
muv babyvoeding
Personenauto's = hoog aandachtsniveau
Dure zaken, technologische zaken, ... = hoog aandachtsniveau
Als je een medisch product koopt op voorschrift, dan is er een dubbele consument: apotheker/dokter is aandachtig – consument is minder aandachtig
Hoger aandachtsniveau echter bij de eindconsument, wanneer het een geneesmiddel op voorschrift betreft
Uniciteitsbeginsel inzake het Uniemerk niet vergeten! Dit kan meebrengen dat het kan volstaan dat voor slechts een deel van het relevante publiek de merken een 'verwarringsstichtende overeenstemming' oproepen
Dus bv wnnr enkele verwarring in Spanje, want daar situeert zich de relevante consument, maar het is een Uniemerk, dan geldt het uniciteitsbeginsel -> inbreuk
Overeenstemming tussen waren/diensten
Als de tekens identiek zijn, dan moet verder gekeken worden naar de overeenstemming tussen waren/diensten. Of omgekeerd. Beiden zouden kleine (b) zijn.
Beoordeling 'soortgelijkheid'
HvJ Canon: riskeert het publiek in verwarring te worden gebracht over de herkomst door te denken dat de W/D afkomstig zijn van:
eenzelfde onderneming
een economisch verbonden onderneming?
(zelfde maatstaf van herkomstverwarring bij de beoordeling van de overeenstemming tussen de
tekens
als tussen de
waren en diensten
-> iets klopt niet in de mindmap, i know, maar hij is wel uitgeschreven zoals zij een casus verwacht op het examen dus volg toch maar)
Hoe vast te stellen: ahv volgende
parameters
(waarbij een enkele factor wellicht nooit voldoende zal zijn; meerdere nodig). Hoe meer parameters voldaan, hoe waarschijnlijker dat er verwarring zal zijn.
Bestemming en gebruik
Aard kan anders zijn, maar wel dezelfde bestemming hebben voor de consument
de wijze waarop het goed door de consument zou moeten gebruikt worden en de wijze waarop een waar gebruikt wordt om zijn doel te bereiken
1 more item...
Complementair
Je hebt het ene nodig voor het andere (onderdelen)
1 more item...
Concurrerend
Als ze mekaar kunnen vervangen, ook al zijn ze in se verschillend
1 more item...
wanneer ze hetzelfde doelpubliek wensen aan te spreken en hetzelfde nut/doel hebben
Distributiekanalen van de betrokken waren
Het doelpubliek
De gebruikelijke oorsprong
Kunnen de goederen al dan niet vervaardigd, verkocht of geleverd worden door eenzelfde onderneming?
Aard
De samenstelling ervan, de wijze waarop de goederen functioneren (bv. mechanisch, chemisch, elektrisch), de consistentie (vast of vloeibaar), de vorm en de waarde van de goederen, ..
1 more item...
In de formulering van (b) weerklinkt de hoofdregel van
specialiteit
in het merkenrecht
zie eerder bij beschikbaarheid
Leer van het Canon-arrest: tekens van Cannon en Canon waren bijna identiek, maar de goederen waren niet overeenstemmend. Enerzijds ging het om fotografiematerialen en anderzijds over projectiematerialen die gebruikt werden in cinemazalen.
indien geen sprake is van soortgelijkheid, moet geen verder onderzoek worden uitgevoerd naar de overeenstemming tussen de conflicterende tekens.
HvJ Labell: Het onderzoek moet worden uitgevoerd in twee fases:
Fase 1: beoordeling van de mate aan overeenstemming tussen de waren en de tekens, in het laatste geval op visueel, fonetisch en/of conceptueel vlak.
Fase 2:
ENKEL ALS FASE 1 LEIDT TOT HET BESLUIT DAT ER OVEREENSTEMMING BESTAAT, HOE GERING OOK -
-> overgaan tot een globale beoordeling.
Dit is een heel belangrijk arrest. In fase 1 mag je dus nog niet kijken naar verkoopsmodaliteiten (wat wel in oudere RS was).
Verschil inbreuk en oppositie: de bewoording van (b) bij inbreuk en oppositie zijn gelijk, maar het verschil is dat bij oppositie enkel mag gekeken worden naar stap 1. Bij oppositie ga je ervan uit dat de tekens nog niet op de markt zijn, het gaat om een aanvraag, dus de globale beoordeling zal er anders uit zien.
Ook moet niet voldaan zijn aan de algemene vw’en(?)
botst wat met rn 980?