Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Niet-Competitieve markten - Coggle Diagram
Niet-Competitieve markten
H1. Monopolie
markt met slechts één aanbieder (minst mogelijk)
komen in realiteit
slechts zelden voor
kan als enige aanbieder de prijs zelf
bepalen (prijszetter)
moet wel rekening houden met de betalingsbereidheid van de consumenten
prijsdiscriminatie
want focus op winstmaximalisatie
Hoe?
bv. klantenkaart (ofdat ze veel kopen of niet), prijsgevoeligheid van de klant, leeftijd (bv. trein)
bedrijf erin geslaagd wanneer ze hebben bepaald hoe prijsgevoelig je bent, bij monopolie zeggen ze prijs net onder de grens
1) verklaringen voor het bestaan van monopolies
technische monopolie
hebben eigen technologie die (bijna) niet namaakbaar is
zuiver monopolie
concurrentie uitgeschakeld
vaak door laagste prijs aan te bieden
wettelijke monopolie
patent/octrooi
natuurlijke monopolie
exclusief bezit van grondstof
doelstelling
winstmaximalisatie
2) Prijsvorming bij monopolie
MO = MK
punt van Cournot = Em
evenwicht monopolist
MO < MK
MO > MK
Q hoog
TO - TK
= Q(GO-GK)
GO= prijsafzetcurve
perfecte competitie/competitieve markt
Pe? Qe?
V = A
GO = MK
P = MK
H2. Prijsdiscriminatie
hoe winst maximaliseren?
door verschillende prijzen te vragen aan verschillende consumentengroepen voor hetzelfde product
2 voorwaarden om aan prijsdiscriminatie te doen
1: scheiden van
de consumenten in deelmarkten
Hoe groter de marktmacht van de producent (monopolie), hoe makkelijker
2: transparantie
de producent wil zoveel mogelijk te weten komen
over de individuele consument (prijselasticiteit)
door de opkomst van het internet (big data)
is het makkelijker
Hierdoor verkleint het cs en vergroot het ps
. Is de markt volledig transparant aan de vraagzijde dan kan een
monopolist het CS volledig afromen. (CS=0)
prijsafroomstrategie
assymetrische informatie verkleind
marktmacht
hoe sterk een bedrijf in de markt staat
monopolie & oligopolie
H3. Oligopolie
een markt met een beperkt aantal aanbieders
opmerkend: strategische gedrag tussen de oligopolisten
geen open markt
toetreding moeilijk
naamsbekendheid
veel geld nodig voor marketing
schaalvoordelen (GK laag doordat productiekosten gespreid over groot productieaantal)
machtmarkt
massaproductie (marktaandeel groot)
innovatie (kennis)
geen atomisme
moet rekening houden met andere aanbieders (bv. supermarkten)
bv. smartphone (Apple, Samsung, ...)
1) Prijsvorming bij oligopolie
geknikte prijsafzetcurve
bv. supermarkten
als één supermarkt de prijs verhoogt (niet goed), laat de concurrentie hun prijs
marktaandeel supermarkt 1 verlaagt
als één supermarkt zijn prijs verlaagt, verlaagt de concurrentie hun prijs ook
marktaandeel supermarkt 1 gelijk
winstgevendheid verlaagd
prijzenoorlog
uitzonderingen
prijsleider (groot marktaandeel)
inflatie -> P omhoog
onderhandelingen tussen supermarkten en leverancier
ontsnappen -> huismerk
prijsafspraken maken
onderling hoge prijzen afspreken
vormen een Kartel (valsspelen)
speltheorie
reactie van concurrenten op elkaar
prijsverstarring
Prijs is hetzelfde, MAAR
product
bv. goede kwaliteit, duurzaamheid, assortiment
de 4 p's
marketingmix
promotie
bv. 1 + 1 gratis
plaats
bv. locatie, maar ook hoeveel parking, indeling winkel
2) Verklaring van de prijsvorming bij oligopolie met behulp van de speltheorie
reactie van de bedrijven op elkaar voorspellen
Resultatenmatrix
geeft uitkomsten weer van elke speler en voor elke mogelijke combinatie van strategieën.
NASH-evenwicht
beide spelers hebben geen aanleiding meer om van strategie te veranderen, als je op voorhand weet wat de andere speelt.
levert een spanning op kenmerkend voor oligopolie
keuze tussen samenwerken
(Pareto-optimaal) of kiezen voor het eigenbelang (freerider)
meerdere kan, geen kan ook
H4. Monopolistische concurrentie
een markt met veel aanbieders van op elkaar gelijkende, maar toch verschillende producten
proberen zich van elkaar te
onderscheiden (productdifferentiatie)
deelmarkten waarop ze zich als een
“monopolist” kunnen gedragen
hogere prijzen omdat prijsongevoeliger
bv. bakkers
vergeleken met monopolie:
monopolie:
totale vraag is groter want geen concurrentie
prijsongevoeliger (P hoger) want geen substituten
schaalvoordelen (GK lager)
H5. mededingingsbeleid
zorgt voor eerlijke concurrentie (door de overheid)
problemen die beleid moeten oplossen
kartelvorming (oligopolie)
prijsafspraken (verboden)
makkelijk verklikt
clementiekorting: geen boete verklikker
dominante positie (internet)
bv. google (yt, besturingssysteem, ...), microsoft, meta, apple (ios, safari), amazon, alibaba, tiktok
maar EU kan daar geen beleid opzetten want zijn niet europees
toch een paar regels want ze krijgen te veel info over ons en misbruiken die voor eclame