Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Mindmap Afweer - Coggle Diagram
Mindmap Afweer
Afweersystemen
3 Barrières
: mechanismen om je te beschermen
Dekweefsel
Huid
3 lagen
Opperhuid
voorkomt binnendringen van gifstoffen en
ziekteverwekkers
; bacteriën, schimmels,
virussen
, parasieten.
Lederhuid
Onderhuid
Opslag vet
Slijmvlies in luchtwegen en darmen
Trilharen voeren dit slijm naar keelholte
Lysozym in speeksel en slijm
Maagsap
Lage pH
Passief beschermende barrières houden
ziekteverwekkers
niet buiten je lichaam en ze komen in een bloedvat (door bv. verwondingen)
Infectie
= innendringen van een ziekteverwekker in je lichaam
Specifieke afweer
lymfocyten
1 more item...
Niet specifieke afweer
Fagocyten
2 more items...
Autochtone bacteriën
Antibiotica
Stoffen komen vrij uit bacteriën
Lichaam start maken afweerstoffen
Stijging lichaamstempratuur
+38°C = Koorts
Nadelen koorts: stimuleert ook celdeling bacteriën
Voordelen koorts: hart pompt sneller en witte bloedcellen sneller bij infectie
Bij ernstige bacteriële infecties
Maakt celdeling/groei bacteriën onmogelijk
Vorming celwand tegen gaan.
Celwand kapot maken
Lichaam extra tijd aanwezige bacteriën opruimen
Overmatig
antibiotica
gebruik
Bacteriën resistent tegen antibiotica
Bacteriën gaan niet meer kapot door
antibiotica
Antistoffen
helpen bij de afweer
Antistoffen
Eiwitten die
ziekteverwekkers
onschadelijk maken
Immunoglobine
(Ig) binas 84 K
Vaccinatie verzwakt
ziekteverwekker
B-lymfocyten
maken
antistoffen
.
Natuurlijke besmetting door
ziekteverwekker
Antiserum
bloedserum dat antilichamen bevat tegen een infectie (zoals een bacterie of
virus
) of een giftige stof (slangengif).
Gebruikt om infectie of vergiftiging te voorkomen of te behandelen.
Monoklonale antistoffen
witte bloedcel met gifstoffen erin samengesmolten met een
tumorcellen
.
Gefuseerde cel
Uit een gefuseerde cel ontstaat in het laboratorium een kloon, een groot aantal identieke cellen die allemaal dezelfde
antistoffen
produceren
Er ontstaan
antistoffen
van een type =
monoklonale antistoffen
Gefuseerde cellen delen snel en maken de juiste
antistof
.
Immuniteit
Genezen
Plasmacellen
stoppen met maken antistoffen
Na 6 weken alle
antistoffen
afgebroken
B-
en
T-geheugencellen
blijven achter in de lymfeknoop
Bij een nieuwe infectie:
B-
en
T-geheugencellen
starten meteen het vormen van
B-
en
T-cellen
De
ziekteverwekker
word snel uitgeschakeld
Lichaam
immuun
voor
ziekteverwekker
Typen:
Natuurlijke actieve immuniteit
Antistoffen
zelf gemaakt + immuniteit door natuurlijke besmetting
Kunstmatige actieve immuniteit
Antigenen
via vaccinatie + vorming van
geheugencellen
vind plaats
Natuurlijke passieve immuniteit
Antistoffen
als baby meekrijgen van de moeder
Kunstmatige passieve immuniteit
Antistoffen
ingespoten via vaccinaties
Sneller
antistoffen
aanmaken
AB0-Bloedgroep
Circa 350 verschillende bloedgroepen
Bekendste bloedgroepen =
AB0-Systeem
A, B, AB, 0
Bloed doneren:
Bij
bloedtransfusie
word naar bloedgroepen gekeken
alleen rode bloedcellen uit het donorbloed
Geen bloedplasma met daarin
antistoffen
van de donor naar acceptor
Hierdoor kans op bloedklontering heel klein
eerst testen voor doneren
Bloed van donor + bloed van acceptor > op glasplaatje (de Kruisproef)
Bij klontering van het bloed kan geen
bloedtransfusie
plaatsvinden
Resusantigeen (Binas 84K)
Resusfactor: het eiwit zit op het celmembraan van rode bloedcellen
Mensen met resusfactor
Resuspositief (Rh+)
Mensen zonder resusfactor
Resusnegatief (Rh-)
antigeen Type D
Resusfactor wordt genetisch bepaald
Rh- persoon van nature geen antistoffen tegen resusantigeen
Kind is resus-positief of resus-negatief
Als de zwangere moeder Rh- is en de baby Rh+.
Moeder gaat antiresus vormen tegen de resusantigenen op de bloedcellen van het kind. Daarbij ontstaan geheugencellen.
Tweede zwangerschap met een Rh+ kind.
antistoffen (IgG (Binas 84K)) van de geheugencellen komen in het bloed van het kind
rode bloedcellen bij kind gaan klonteren.
1 more item...
Een Rh- persoon komt in aanraking met Rh+ bloed
bv. bij bloedtransfusie
Rh- -persoon gaat een antistof maken tegen het resusantigeen.
Allergie
Afweersysteem reageert afwijkend op bepaalde stoffen
Priktest om erachter te komen welke stoffen
Klachten alergische reactie
Rode/gezwollen huid
Jeuk
Misselijkheid
Kortademigheid
Heftige reactie: Anafylactische shock
bloedvaten wijder waardoor bloeddruk daalt
adrenalinepen (Binas 89A)
bloeddruk neemt snel toe
Afweerreactie begint als
antigenen
in bloed komen
B-cellen
maken
antistoffen
(IgG) tegen deze
antigenen
Antistoffen
hechten aan antigenen
fagocyten
herkennen deze combinatie en ruimen die op
Mensen met aanleg ontwikkelen
alergieën
Maken
antistof
type
IgE
aan (Binas 84K)
IgE
=
Hechten aan
mestcellen
(Binas 84M)
Mestcellen
: witte bloedcellen die vooral voorkomen in de slijmvliezen en luchtwegen
Geactiveerde
mestcel
met aangehechte
antistoffen
komt in aanraking met zijn
antigenen
Mestcel
barst open
Histamine komt vrij
Veroorzaakt ontstekingsreacties (Binas 84J4)
Auto-immuun
en
transplantaties
Auto-immuunziekten
Afweersysteem gaat in de fout met onderscheiden van lichaamseigen en -veemde
antigenen
Lymfocyten
beschouwen
antigenen
op cellen van alvleesklier, het gewrichtskraakbeen of zenuwstelsel als lichaamsvreemd
B-cellen
maken
antistoffen
en
Tc-cellen
vallen de
lichaamscellen
aan
medicijnen die afweersysteem verzwakken kunnen schade beperken
Door deze medicijnen wel vatbaar voor andere infecties
Treedt op nadat
lymfocyten
immunoglobine
op hun celmembraan hebben geplaatst (Binas 84K)
Tijdens activering in beenmerg/thymus sterven
B-
en
T-lymfocyten
met lichaamseigen
Ig's
op hun membraan normaal af
Bij auto-immuunziekte niet het geval
Lymfocyten
richten zich tegen cellen van het lichaam
Transplantaties
Afweerreacties grote rol
transplantaties organen
Donororgaan mag met zijn
HLA-antigenen
niet teveel afwijken van die van de acceptor.
Goede overeenkomt
HLA-antigenen
Transplatatie
MHC
=
HLA
Vlaggenstokken Immuunsysteem
Het ontstaan van een tumor en kanker
Tumor is niet meteen kanker
Tumor kan een wrat op de voet of een vleesboom in de baarmoeder zijn
Tumoren: lokaal aanwezig, groeit meestal langzaam en zaait niet uit
Sommige tumoren kunnen zich in een later stadium uitzaaien. Dan wel kanker.
Vroeg stadium van kanker
kanker te bestrijden
Chemokuur
Operatief verwijderen gezwel
Bestraling
Medicijnen gebruiken die celdeling remmen
Ontstaan tumor/kanker
door virussen of foutjes in het verdubbelen van DNA als voorbereiding op celdeling.
Ontstaan tumor
2 Groepen regelgenen
Tumorsuppresorgenen
Regelgenen die de celcyclus remmen
Genen van celdeling uitzetten.
Proto-oncogenen
Regelgenen die de celcyclus stimuleren
Genen van celdeling aanzetten.
Beide typen werken samen
Celdeling start en stopt op tijd
Cellen delen niet ongeremd door.
Beide typen werken niet samen
Mutatie in regelgenen
Verstoort evenwicht
kan leiden tot ontstaan tumor
2 more items...
Ontstaan kanker
Tumorcellen hebben een verstoorde celcyclus
delen ongeremd > slaan G0-fase over (Binas 76A)
Gezwel ontstaat > tumor
Tumor dringt lymfevat/bloedvat binnen > uitzaaiing en kwaadaardige tumor = Kanker
Virussen
Eiwitmantel (de capside) met daarin erfelijk materiaal (strengen DNA/RNA)
(Binas 77C/D)
Gebruiken enzymen/grondstoffen gastheercel
Vermenigvuldigen DNA/RNA en eiwitten maken
Gastheercel barst uiteindelijk uit elkaar
Nieuwe
virussen
komen vrij
Besmetten van andere cellen
Ziekteverwekkers
Bacterien
Giftige stoffen
Schimmels
Huid en luchtwegen
Virussen
vermeerderen in gastheercellen
Insecten
Eencellige