Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H13 Therapieën voor psychische stoornissen.
13.1 Wat is therapie;
13.2…
H13 Therapieën voor psychische stoornissen.
- 13.1 Wat is therapie;
- 13.2 Hoe behandelen psychologen psychische stoornissen;
- 13.3 Hoe worden psychische stoornissen behandeld vanuit de biomedische invalshoek.
13.1 Wat is therapie:
- 13.1.1 In therapie gaan;
- 13.1.2 De therapeutische relatie en de doelstelling van therapie;
- 13.1.3 Therapie in historische en cultureel perspectief.
13.1.1 In therapie gaan:
- Therapie:algemene term voor een behandelproces; in de psychologie en psychiatrie verwijst de term naar een grote verscheidenheid aan psychologische en biomedische technieken
- Cliënt:De term patiënt wordt meestal gebruikt bij door behandelaars die vanuit een biologische of medische invalshoeken werken.
De term cliënt wordt gebruikt door therapeuten die psychische stoornissen niet als ziekten beschouwen maar als problemen die bij het leven horen
13.1.2 Waaruit bestaat therapie:
- therapeutische alliantie: de relatie tussen therapeut en cliënt, waarbij beide partijen samenwerken om de cliënt te helpen
Verloop therapeutisch proces:
- naast het proces van het vestigen van een relatie tussen therapeut en cliënt verloopt een therapeutische proces normaal gesproken volgens de volgende stappen
- identificeren van het probleem;
- identificeren van oorzaken van het probleem en/of de omstandigheden die het
probleem in stand houden;
- keuze voor een bepaald soort behandeling en de behandeling zelf.
13.1.3 Therapie in historische en cultureel perspectief:
- Psychologische therapie
- Biomedische therapie
Psychologische therapie:
- Therapie die gebaseerd is op psychologische principes ( in plaats van op het medische model) ; vaak psychotherapie genoemd. is gericht op het veranderen van verstorende gedachten, gevoelens en gedrag
Biomedische therapie:
- Richt zich op veranderingen in de hersenen, vooral door het toepassen van geneesmiddelen, psychochirurgie of elektroshocktherapie
13.2 Hoe behandelen psychologen psychische stoornissen:
- 13.2.1 Inzichtgevende therapieën;
- 13.2.2 Gedragstherapieën;
- 13.2.3 Cognitieve gedragstherapie;
- 13.2.4 Evaluatie van de psychologische therapieën
13.2.1 Inzichtgevende therapieën:
- Psychotherapie waarbij de therapeut de patiënt helpt om de oorzaken van zijn problemen te begrijpen (inzicht te werven).
-- Freudiaanse psychoanalyse;
-- Neofreudiaanse psychodynamische therapieën;
-- Humanistische therapieën;
-- Cognitieve therapieën;
-- Groepstherapieën.
Freudiaanse psychoanalyse:
- Theorie van Freud. wordt het onbewuste onderzocht in een poging om deze problemen aan het bewuste te brengen
Neofreudiaanse psychodynamische therapieën:
- Therapeutische technieken die zijn ontwikkeld door psychodynamische theoretici die het niet eens waren met bepaald aspecten van freuds theorieën en behandelmethoden
Analyse en overdracht:
- Freudiaanse techniek waarbij de relatie tussen patiënt en therapeut wordt geanalyseerd en geïnterpreteerd. Gebaseerd op het idee dat deze relatie een weerspiegeling vormt van onopgeloste conflicten uit het verleden van de patiënt.
Humanistische therapieën:
- Therapeutische techniek die ervan uitgaat dat mensen geneigd zijn tot positieve groei en zelfrealisatie. deze neiging kan echter geblokkeerd worden door ongezonde omgeving, een negatief zelfbeeld of kritiek van anderen. veranderen van de manier waarop de persoon zichzelf ziet
Cliëntgerichte therapie:
- Een van de invloedrijkste humanistische therapeuten was Carl Rogers. hij ontwikkelde een methode die hij de cliëntgerichte therapie noemde die berust op het idee dat gezonde
ontwikkelingen verstoord kan raken door een conflict tussen iemands natuurlijke verlangen
naar een positief zelfbeeld en kritiek van zichzelf of anderen.
Gevoelsreflectie (spiegelen):
- Door Carl Rogers ontwikkelde techniek waarbij de therapeut de woorden van de cliënt parafraseert om de emotionele toon die eruit spreekt te benadrukken
Cognitieve therapie:
- Gaat ervan uit dat psychische problemen ontstaan vanuit disfunctionele gedachten en beschouwt rationeel denken als de sleutel tot positieve therapeutische veranderingen. de cognitief therapeut probeert cliënt confrontatie aan te laten gaan met datgene wat hem dwars zit.
Groepstherapie:
- Elke vorm van psychotherapie waarbij meer patiënten tegelijk betrokken zijn. Groepstherapeuten werken vaak vanuit een humanistisch perspectief
Zelfhulpgroep:
- Therapiegroep(zoals anonieme alcoholisten), georganiseerd en begeleid door leken in plaats van professionele therapeuten.
Relatietherapie:
- Hierbij worden communicatiepatronen verhelderd en de kwaliteit van hun omgang worden verbeterd
Gezinstherapie:
- Elke familielid wordt behandeld als onderdeel van een systeem van relaties, de behandeling richt zich op het veranderen van de interpersoonlijke dynamiek tussen de deelnemers
13.2.2 Gedragstherapieën:
- Bij gedragstherapie wordt vooral gericht op problematisch gedrag: wat aangeleerd is kan afgeleerd worden:
-- Systematische desensitisatie;
-- Aversietherapie;
-- Contigentiemanagement;
-- Token economy.
Gedragsmodificatie:
- De systematische toepassing van de inzichten van de gedragspsychologie om gedrag te beïnvloeden
Gedragstherapie:
- Elke vorm van psychotherapie die is gebaseerd op de principes van stimulus-respons-leren, met name operante en klassieke conditionering
Systematische desensitisatie:(klassieke conditionering)
- Techniek uit de gedragstherapie waarbij angst wordt uitgedoofd door de patiënt bloot te stellen aan een angst oproepende stimulus, waarbij steeds sterkere stimuli wordt aangeboden
Aversietherapie: (klassieke conditionering)
- Tegenconditionering waarbij een verleidelijke stimulus wordt aangeboden, die echter gekoppeld is aan een onaangename (aversie) sensatie waardoor bijv verslaving afgeleerd kunnen worden
Contigentiemanagement: (operante conditionering)
- op operant conditionering gebaseerde benadering van gedragsmodificatie waarbij de gevolgen van gedrag worden veranderd, met name door het toepassen van beloningen en straffen
Token economy: (operante conditionering)
- bekrachtigingstheorie waarbij gewenst gedrag beloont wordt met bijv tokens. Deze tokens kunnen later ingewisseld worden voor dingen zoals privileges, eten, pauzes.
13.2.3 Cognitieve gedragstherapie: (CGT)
- Een combinatie van de nadruk op gedachten en attitudes psychologie. Gedrag wordt veroorzaakt door irrationele denkprocessen die ook leiden tot irrationele emoties/ zelfbeeld. deze methode helpt mensen om de manier waarop ze problemen aanpakken te veranderen
- Vormen van CGT zijn:
-- Rationeel-emotieve therapie (RET),
-- Positieve psychotherapie (PPT).
Rationeel- emotieve therapie:(RET)
- Vorm van cognitieve gedragstherapie ontwikkeld door Albert Ellis. gebaseerd op het idee dat psychische stoornissen worden veroorzaakt door irrationele gedachten(hoge verwachtingen) en gedragingen. A(aanleiding) B(belief) C(consequentie).
Positieve psychotherapie: (PPT)
- Ontwikkeld door Martin Seligman, cognitieve gedragstherapie waarbij de nadruk ligt op groei, gezondheid en geluk. ze proberen de negatieve accent van stoornissen in evenwicht brengen door positieve accent. EMDR
Evaluatie:
- Cognitieve gedragstherapie helpt mensen niet alleen bij hun manier van denken, maar door deze methode kunnen hersenen zelfs veranderen.
- Gedragstherapie → angststoornissen
- Cognitieve gedragstherapie → depressie, angststoornissen, boulimia
- Inzichtgevende therapie → huwelijksproblemen, depressie, persoonlijkheidsstoornissen
13.3 Hoe worden psychische stoornissen behandeld vanuit de biomedische invalshoek:
- 13.3.1 Behandeling met medicijnen;
- 13.3.2 Andere medische therapieën voor psychische stoornissen;
- 13.3.3 Opname en alternatieven;
- 13.3.4 Biomedische therapieën en psychotherapie vergeleken.
13.3.1 Behandeling met geneesmiddel:
- Antipsychotica ;
- Antidepressiva;
- Angstremmende medicijnen;
- Stimulerende middelen.
Antipsychotica:
- Onderdrukt verschijnselen als wanen, hallucinaties waardoor de symptomen afnemen en onderdrukken de activiteit van de neurotransmitters dopamine in de hersenen. helaas gaat langdurig gebruik van antipsychotische medicijnen gepaard met fysieke veranderingen in de hersenen waaronder ook...
Tardieve dyskinesie:
- Een onomkeerbare verstoring van de motoriek (m.n. in het gezicht). bijwerking van antipsychotische medicijnen.
Antidepressiva:
- Medicijnen tegen depressie, meeste beinvloeden de transport van serotonine en/of norepinefrine in de hersenen:
- Tricyclische antidepressiva (TCA): Onderdrukt heropname in de neuronen.
- Antidepressivum Prozac: remmen heropname van serotonine in synaps
- Monoamine-oxide-remmers: beperking van de activiteit van het enzym MAO, een
chemische stof die norepinefrine in de synaps afbreekt
Angstremmende medicijnen:
- Medicijn dat een dempende invloed heeft op angstgevoelens.
Stimulerende middelen:
- Middel dat het activiteitsniveau verhoogt door de afgifte van dopamine en noradrenaline te verhogen. bijv bij mensen met ADHD
13.3.2 Andere medische therapieën voor psychische stoornissen:
- Psychochirurgie;
- Elektroshocktherapie;
- Magnetisch stimulans v/d hersenen.
Psychochirurgie:
- Chirurgische interventies in de hersenen met het doel psychische stoornissen te behandelen
Elektroshocktherapie:
- Methode die voornamelijk wordt toegepast bij de behandeling van depressies. de patiënt krijgt via zijn slapen een elektrische stroom toegediend die een algehele verkramping oproept.
Magnetisch stimulans v/d hersenen:
- Hersenen worden gestimuleerd door magnetische velden. in tegenstelling tot EST veroorzaakt MSH geen ongewenste bijwerkingen
13.3.3 Opname en alternatieven:
- Beleid om patiënten zo veel mogelijk weg te halen uit het psychiatrische ziekenhuis. Mensen worden het liefst in hun eigen huis behandeld. Bijvoorbeeld online hulpverlening of dmv apps.
13.3.4 Vergelijking biomedische therapie en psychotherapie:
- Combinatietherapie: Een therapeutische benadering waarbij gebruik wordt gemaakt van
zowel psychologische als van geneeskundige technieken, meestal een behandeling met geneesmiddelen in combinatie met gedragstherapie of cognitieve gedragstherapie