Cogito Hoofdstuk 2

Ethiek

Ethiek geeft antwoord op de vraag of de mens goed of kwaad is. De ethiek bestudeert de moraal

De moraal is de geheel van waarden en normen in een bepaalde cultuur, en is bepalend voor de manier waarop mannen en vrouwen met elkaar omgaan, hoe kinderen worden opgevoed, welke feesten er zijn en welke regels er gelden in het openbare leven.

Normen en waarden

waarden geven aan wat mensen belangrijk vinden. Ze vormen de kern van de moraal, zoals rechtvaardigheid, eerlijkheid, respect en schoonheid.

normen worden afgeleid uit waarden.

Waarden kunnen worden onderverdeeld in instrumentele en intrinsieke waarden.

Intrinsieke waarden is een waarde die op zichzelf als waardevol is en niet om iets anders nagestreefd wordt.

instrumentele waarde is een waarde die je gebruikt om een ander doel te bereiken.

Hume

Het is anders om te beschrijven (descriptief) hoe is iets is dan om te zeggen hoe iets zou moeten zijn (prescriptief). Hij noemt dit de is/ought fallacy.

De norm (vrouwen moeten het huishouden doen en voor kinderen zorgen ) ten onrechte afgeleid uit een feit (vrouwen kunnen kinderen baren). Dit heet de naturalistische drogreden

Epicurus

Geluk en plezier opzoeken en de pijn vermijden = hedonisme.

Hij wilde dat je je innerlijke rust ging vinden en niet overmatig te consumeren, we moeten de ataraxia nastreven. Een houding tegenover de buitenwereld van volkomen rust en zorgeloosheid.

Utilitarisme

Streven naar zoveel mogelijk geluk, handelingen worden beoordeeld op de gevolgen ervan, en niet op de intentie of het navolgen van een bepaalde regel.

Bentham

Stelde de hoofdregen op bekend als de hedonistische calculus = een handeling is goed als deze zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen oplevert.

kritiek = soms is hetgene doen wat het meeste geluk oplevert voor de meeste mensen niet altijd moreel verantwoord. & hoe stel je geluk vast en kan je geluk met elkaar vergelijken?

John Stuart Mill

Hij voegde aan het utilitarisme toe dat het bepalen van het nut van de handeling moet niet alleen rekening gehouden worden met de kwantiteit van het geluk, maar ook met de kwaliteit van dit geluk.

Het regelutilisme kijkt naar de langere termijn gevolgen van een handeling en stelt dat je moet kiezen voor de regel die tot zoveel mogelijk geluk zou leiden

Plichtethiek

Immanuel Kant

Bedacht de plichtethiek, die beoordeeld of je handeling goed of slecht is.

Hiervoor heeft hij het categorische imperatief opgesteld. Dit is volgens hem een universele morele wet. Hij formuleert deze op verschillende manieren.

handel alleen volgens die stelregel waarvan je redelijkerwijs zou kunnen willen dat het een algemene wet wordt.

je moet een mens altijd als doel op zich behandelen en nooit als middel tot doel

kritiek = de theorie is te algemeen in houd geen rekening met omstandigeden.

Deugdethiek

Hoe moet ik leven? in plaats van wat moet ik doen?

Draait om het aanleren van een goede levenshouding.

De deugd is volgens Aristoteles een houding die ons in staat stelt om juist te handelen. De mens ziet hij als politiek dier die alleen kan ontwikkelen met andere mensen om hem heen. Het doel is het bereiken van eudaimonia het goede volmaakte leven waarin de mens zijn talenten en mogelijkheden verwerkelijkt.

Het gaat erom dat je het midden vind tussen twee uiterste, dus bijvoorbeeld niet te buiten gaat aan je genot maar je moet wel kunnen genieten van het leven.

Hij onderscheidt het theoretische verstand en het praktische verstand. het praktische verstand is vooral belangrijk in de deugdethiek, aangezien daarmee het juiste midden gevonden moet worden. Je moet dus niet alleen theorie kennen om iets goed te doen maar ook de inzicht.

Nadeel van de deugdethiek is dat er geen algemene regels zijn waaraan je je moet houden en het geeft geen antwoord op de vraag wat je in welke situatie moet doen. & Aristoteles leefde in een hele andere tijd & het kan soms te optimistisch zijn dan in de praktijk omdat niet iedereen goed wilt zijn.

de mens die het goede kent, zal vanzelf het goede doen.

Universele waarden

Waarden kunnen afwijken van elkaar in verschillende culturen. maar ook gelijk zijn, dit noemen we universele waarde. hierbij kan dus de waarde hetzelfde zijn maar de norm compleet verschillen.

Het beoordelen van andere culturen gebaseerd op het eigen waardesysteem wordt enocentrisme genoemd.

Milieu filosofie

econcentrisch = de natuur staat centraal

antropocentrisme = de mens staat centraal