Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
KINDERTIJD VOLGENS FREUD (de psycho-seksuele ontwikkeling) -…
KINDERTIJD VOLGENS
FREUD
(de psycho-seksuele ontwikkeling)
De orale fase
(tot 1,5J)
Uitwisseling tussen zelf en anderen verloopt langs de
mond
.
Het betreft een zeer lichamelijk-affectief gebeuren dat
seksueel
geconnoteerd is, waarbij de erotisering van het kinderlichaam niet veraf is.
Orale noden versterken het installeren van de
psychoseksualiteit
Auto-erotische lustverschaffing
bv. het zuigen op een tutje of duim
De zorgfiguur is de lustverschaffer of en onlustwegnemer.
Link met
Winnicott
Primary maternal occupation
= de moeder heeft vlak na de geboorte van het kind een bijzonder gevoel van sensitiviteit
Good enough mothering
= de moeder in staat is om voldoende goed te reageren en is dus sensitief responsief.
Het kind ervaart dat het voordelig is om affectieve toestanden te communiceren in lichaamstaal.
De zintuigen staan centraal (
pretalige uitwisseling
)
De baby wordt een
sociaal actief competent relatiewezen
en ontwikkelt een eerst gevoel van een
zelf
.
De baby ontwikkelt een eerste gevoel van
zelfwaarde
en
basisvertrouwen in de ander
.
Orale karaktertrekken
egocentrisme
nood aan onvoorwaardelijke liefde
ongeduld
...
VERTROUWEN VERSUS WANTROUWEN
De anale fase
(1,5-3J)
Uitwisseling tussen zelf en anderen verloopt langs de
anus
.
Het kind is toe aan zindelijkheidstraining.
Het kind voert hierbij een
machtsstrijd
met zichzelf en een strijd met de ander over wie de baas is.
De ouders voelen zich uitgedaagd en zijn de controle kwijt.
Anale karakterfixatie
: extreme mate van eigen autonomie, bezitsdrang, extreme ordelijkheid, koppigheid etc.
AUTONOMIE VERSUS TWIJFEL
De oedipale/fallisch-narcistische fase
(3-6J)
INITIATIEF VERSUS SCHULDGEVOEL
De ontdekking van de eigen geslachtelijke aard en van geslachts-en generatieverschil
Oedipale triangulatie
= driehoeksrelatie tussen vader, moeder, en kind
Het Oedipuscomplex
= het kind ervaart liefde voor de ouder van het andere geslacht, maar ook rivaliteit en vijandigheid jegens de ouder van hetzelfde geslacht.
JONGENS
Castratieangst = de angst dat de vader de jongen kan kortwieken, kleineren, straffen, etc.
Later: de vader wordt een rolmodel voor mannelijkheid
Bv. jongens zijn erg gevoelig voor commentaar op school-/sportprestaties van beide ouders.
MEISJES
Het meisje verandert van liefdesobject (weg van moeder).
Liefdesverlies = de moeder wordt als rivaal gezien in strijd om de aandacht van de vader.
Later: het meisje imiteert of identificeert zich met de moeder.
Bv. meisjes zijn erg gevoelig aan opmerkingen over het voorkomen als die van de moeder komen, en ook aan opmerkingen over de schoolprestaties als die van de vader komen.
Enkel problematisch als men erin vast raakt en de latere partner dwingt daarop een complement te zijn.
Verdere psychosociale stadia
volgens ERIKSON
Lagere school competentie versus twijfel
Adolescentie: identiteit versus verwarring
Jongvolwassenheid: intimiteit versus isolement
Volwassenheid: productiviteit en zorg voor anderen
Latere leeftijd: ego-integriteit versus wanhoop