Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Th3 Internationale handel H3 Internationaal betalingsverkeer - Coggle…
Th3 Internationale handel
H3 Internationaal betalingsverkeer
wisselmarkt (valutamarkt)
Vraag
naar vreemde munten
import
beleggingen
investeringen
toerisme in buitenland met andere munt
transferten naar land met vreemde munt
Aanbod
van vreemde munten
investeringen in eigen land
buitenlandse beleggingen
toerisme in eigen land
export
transferten van geld uit buitenland
Prijs
bij V=A =
wisselkoers
=
nominale
ruilvoet
Product
: deviezen, vreemde munten, valuta
wisselkoerssystemen
vlottende wisselkoersen
depreciatie (waardevermindering)
centrale bank niet tussen; V en A
(onevenwichten herstellen automatisch door depreciatie of appreciatie)
appreciatie (waardestijging)
beïnvloedende factoren:
inflatiewijzigingen
i eigen land > i buitenland
concurrentiepositie eigen ond. daalt
import stijgt => vraag vreemde munten stijgt
export daalt => aanbod vreemde munten in eigen land daalt
wisselkoers vreemde munt stijgt
appreciatie vreemde munt t.o.v. eigen munt=
depreciatie eigen munt t.o.v. vreemde munt
rentevoetwijzigingen
r eigen land < r buitenland
vooral beleggingen in ander land
eigen beleggingen in buitenland stijgen
buitenlandse beleggingen in eigen land dalen
vraag naar vreemde munten stijgt
aanbod van vreemde munten in eigen land daalt
appreciatie vreemde munt t.o.v. eigen munt =
depreciatie eigen munt t.o.v. vreemde munt
V en A
verwachtingen
speculatie/verwachting dat wisselkoers v munt x stijgt;
en wisselkoers v munt y daalt
V naar munt x stijgt, A van munt x daalt;
V naar munt y daalt, A van munt y stijgt
appreciatie van munt x;
depreciatie van munt y
voordelen
munt indicatie v economische sterkte v land,
bij sterkte munt: import goedkoper
onevenwichten herstellen automatisch door mechanisme
V en A => wisselkoers past zich aan en X of M evolueert terug naar beginsituatie
monetaire onafhankelijkheid
nadelen
wisselkoersrisico's
prijzen moeilijk vergelijkbaar, steeds wisselende wisselkoersen
onzekerheid belemmert internationale handel, voorkeur binnenlandse aankoop
stabiele wisselkoersen
afwijkingsinterval: w mag enkel schommelen/'vlotten' tussen bodem- en plafondkoers
aan alle deelnemende munten bep. waarde of
spilkoers
t.o.v. goud/korf munten of vreemde munt
evenwichtskoers in snijpunt V en A v vreemde munt, moet binnen grenzen blijven
overheidsingrijpen bij
tijdelijke
wisselkoersproblemen
koers v vreemde m t.o.v. eigen m
boven plafond dreigt:
centrale bank A v vreemde munten verhogen => steun
verkopen
=> vreemde munt ruilen voor eigen munt (maar reserve vreemde m beperkt)
eigen rentevoet laten stijgen
=> meer A en minder V vreemde munten
koers v vreemde m t.o.v. eigen m
onder bodem dreigt:
centrale bank V naar vreemde m verhogen=> steun
aankopen
=> vreemde munt aankopen in ruil voor eigen m (maar geldhoeveelheid stijgt en inflatie dreigt)
eigen rentevoet laten dalen
=> minder A en meer V vreemde munten
overheidsingrijpen bij
blijvende
wisselkoersproblemen
evenwichtskoers vreemde m t.o.v. eigen munt plafond voortdurend doorbreekt:
centrale banken verhogen spilkoers =
revaluatie
van vreemde m t.o.v. eigen munt
hogere plafond- en bodemkoers vastgelegd
evenwichtskoers vreemde m t.o.v. eigen munt
onder bodem dreigt:
monetaire overheden verlagen spilkoers :
devaluatie
v. vreemde munt t.o.v. eigen munt
lagere bodem- en plafondkoers vastgelegd
maximale afwijkingsinterval verbreden
voordeel: bevordert internationale handel
Bretton Woods
alle andere munten een vaste waarde t.o.v. USD; slechts afwijking 1% toegelaten
1971: afgeschaft, teveel USD i.v.t. goud => goudconvertibiliteit opgeheven; alle munten gingen 'vlotten'
USD aan goud gekoppeld (gouddollarstandaard) én goudconvertibel
Europees Monetair Systeem (EMS)
1979: EG voerde Europees Monetair Systeem in, en
creatie van ECU (waarde bepaald door korf Europese munten)
Europese munten kregen waarde t.o.v. ECU; elke munt kreeg spilkoers t.o.v. andere munt, en plafond- en bodemkoers
na 1971: veel wispelturige Europese munten
zodra munten boven plafond of onder bodem dreigen: interventie van centrale banken
1999: EMS leidde tot ontstaan van Economische en Monetaire Unie (EMU) met Euro als eenheidsmunt (nu: in 20 van 27 EU-landen)
int. handel met landen met zelfde munt:
automatisch herstel door appreciatie/depreciatie onmogelijk, econom. en monetair beleid ts landen moet op elkaar afgestemd zijn! => rol ECB binnen EMS
andere wisselkoerssystemen
koppeling eigen munt aan vreemde munt
interventie via rentevoet of steunaan/verkopen
op vrijwillige basis eigen w niet te veel laten afwijken van w van gekozen vreemde munt
EMS-2
in afwachting van introductie Euro
koppeling eigen munt aan EUR
gelijkaardig monetair en economisch beleid als in eurozone
reële
ruilvoet
prijsindex van de export / prijsindex van de import
groter dan 1: buitenland goedkoper, concurrentiepositie eigen land slechter
prijsontwikkeling van export en import
beïnvloedt concurrentiepositie
Internationaal Monetair Fonds (IMF)
om systeem stabiele wisselkoersen te ondersteunen
° 1944
tijdelijke betalingsbalansproblemen (X inkomsten < M uitgaven) lidstaten Bretton Woods oplossen
huidige doelstellingen:
wisselkoersstabiliteit
vrij internationaal betalingsverkeer
voorzien in behoefte aan vreemde munten
financiële steun aan landen met betalingsbalansproblemen
elke lidstaat betaalt bijdrage afh. van sterkte economie
bij betalingsbalansproblemen: lidstaat kan in ruil voor eigen munt, vreemde munten lenen van IMF (= trekkingsrecht), soms met bep. voorwaarden (corrigeren inflatie, lonen, begroting)
kritiek
voorkeur IMF voor besparingen, privatisering, openstellen grenzen, lagere lonen, belastingvermindering leidt soms tot meer armoede