Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Gevorderd 2A GPM Blok 5, image, image, image, image, image, image, image,…

- - - - -Wat heb je gemaakt/geleerd?
      - -Was er genoeg belangstelling vanuit de kinderen?
      - -Hebben de kinderen op de juiste manier de activiteit uitgevoerd?
    - - Door verschillende soorten vragen te stellen kan je hier bij een volgende activiteit rekening mee houden door je activiteit aan te passen.
- - - - Je kunt de meertaligheid van een kind stimuleren door tijdens een activiteit, Engelse woorden te gebruiken. Of als een kind juist (bijna) geen Nederlands spreekt, door de thuissituatie, kun je dit juist stimuleren door hem te verbeteren in het Nederlands. bijvoorbeeld een kind zegt: 'Dat is orange', dan zeg jij: 'Ja, die is oranje'.
    - - Als er thuis bijvoorbeeld weinig met het kind wordt geknutseld en de fijne motoriek niet goed ontwikkeld is hou je tijdens het maken van een activiteitenplan er rekening mee dat je een activiteit aanbied die de fijne motoriek ontwikkeld. Of als het kind thuis andere of meerdere talen spreekt je juist duidelijk (Nederlands) praat zodat de Nederlandse taal ook goed ontwikkeld wordt.
- - - - Voor het eerst uit een beker zonder deksel drinken, samen de beker tijdens het drinken vasthouden zodat het drinken geleidelijk gaat
      - Samen de rits van de jas dicht doen, door rustig en duidelijk uitleg te geven wat je doet en door de acties samen met het kind uit te voeren zodat hij/zij het uiteindelijk zelf kan
      - Als een kind een puzzel van 4 stukjes op kan lossen een puzzel met 6 stukjes geven
    - - Als een kind voor het eerst met een vork gaat eten, dit samen met jouw hulp te laten doen, samen een stukje eten op de vork prikken. Daarna het kind zelf het eten in de mond te laten brengen.
      - Als je een kind over het plein snel heen en weer ziet gaan met een loopfietsje, dit gaat hem goed af. Na een tijdje kun je een normale fiets erbij pakken en laten zien. Als je een gesprekje begint en verteld over de fiets kun je ook vragen, of hij of zij de fiets wilt proberen samen met jouw hulp. Eerst houd je hem goed vast, als dit beter gaat kun je het steeds een stapje verder loslaten, dit geeft het kind zelfvertrouwen zodat het kind dit uiteindelijk zelfstandig kan.
      - Een kind die handen wassen lastig vind, kan doormiddel van jouw hulp toch zijn handen wassen. Je kunt dit doen door de bewegingen te oefenen, of op een spelende wijze dit te stimuleren. De volgende keer steeds iets minder hulp bieden, uiteindelijk kan hij of zij dit zelf.
  - - - Als alleen peuters wakker zijn ze uitdagender materiaal geven, zoals een moeilijker knutselwerkje
      - Meer de tijd nemen voor iets wat je zelf snel voor het kind kan doen, zoals de rits van een jas dicht doen. Er de tijd voor nemen zodat je het kind uitdaagt en het tegelijkertijd ook leert hoe iets moet.
    - - Door goed te tijd te nemen voor de handelingen die het kind lastig vind en dit ook op eventuele spelende wijze aan de kinderen te leren. Hierdoor hebben ze meer plezier in wat ze doen.