Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Van de jaren 80 tot nu image (2/2) - Coggle Diagram
Van de jaren 80 tot nu
(2/2)
De eerste jaren van de 21e eeuw: verwarring en spanningen
Markt werking na 2000
Marktfilosofie
Beleid en wet dwingt de overheid bij lonen vanaf de zijlijn te opereren
Directe instrumenten zijn niet meer van kracht, er worden indirecte middelen
Arbeidsmarkt
Wordt geraakt door verstoringen en toenemende internationale concurrentie
Dit raakt sociale zekerheid, arbeidsmarktbeleid, ontslag wetgeving
Traditionele centralen
Van belang om te overleggen
Overheid probeert loonmatiging te bereiken
Om dit te kunnen bereiken moeten de andere partij het ook mee eens zijn
Marktwerking
Meer flexibiliteit en individuele verantwoordelijkheid en keuzes
Hierdoor de maatschappelijke ongelijkheid op een aantal gebieden neemt toe
Wordt gestimuleerd door de structuur wet
Werkloosheidswet wordt verkort
Maar wel betere WW uitkering In de eerste maanden van de werkloosheid
Stimuleren om Mensen aan het werk te krijgen
Testen of de werknemer schuldig is van zijn werkeloosheid wordt versoepeld
Om rechters te ontlasten
Door de economische crisis wordt er vanaf 2008 Andere gedachten over marktdenken
Sociale zekerheid voorzieningen en sociale bescherming gaat ten koste van het kapitalisme
Erg marktgericht beleid
Cao afspraken
Belangrijke basis voor flexibilisering van de arbeidsmarkt en arbeidsvoorwaarden
Zoveel mogelijk aansluiting bij het bijzonderheden van sectoren en ondernemingen
Tijdelijke verlofvormen, werktijden, deeltijdwerken, werknemers betrokken bij het uitwerken van flexibiliteit, etc.
Balans zoeken tussen flexibiliteit en zekerheid
Interne flexibiliteit
Flexibel ingezet worden binnen het bedrijf
Andere taken, rouleren van taken, overal plaatsen, en zo voort
Inrichting en organisatie van het arbeidsproces
Scholing, opleidingstraject, bedrijf en persoonlijke ontwikkelingsplannen, afspraken over functionerings en beoordelingsgesprekken
Grotere inzetbaarheid - employability
Werk boven inkomen
De overheid
Langetermijnvisie op arbeidsparticipatie met drastische veranderingen op het sociale zekerheid
Loonmatiging: Omdat de loonkosten relatief sterk gestegen was met die van de concurrenten op de wereldmarkt In de jaren 90.
Kennis economie: voor toekomstige groei en Werkgelegenheid. Nederland moet aan de top van het hogere onderwijs, betere ICT (vooral In het onderwijs), innovatie platformen, investeringsmiddelen voor het midden en kleinbedrijf, extra geld voor wetenschappelijke topinstituten
Vergrijzing, ontgroening en stijgende zorg: De AOW wordt onbetaalbaar, hierdoor moet het pensioenleeftijd omhoog. Ook een hogere arbeidsparticipatie en meer parttime werkende vrouwen
Vrouwen steeds meer aan het werk
Door vergrijzing, concurrentie verbetering meer langer werken wordt het sociale stelsel gehervormd
Het stelsel is opgebouwd toen arbeid goedkoop was, de bevolking jong, enzovoort.
De collectieve sociale zekerheid is omgetoverd tot eigen verantwoordelijkheid voor de werknemers
Pensioenakkoord
Samen met het kabinet, werkgevers organisatie en vakbeweging werd het akkoord alsnog een beetje aangepast
Loon verbetering
Hogere lonen vanaf 2008 tot de crash
CAO
Blijft onderdelen van werkgelegenheidsmaatregelen en employability afspraken
Employability afspraken
Meer eigen verantwoordelijkheid en keuzemogelijkheid voor werknemers
Scholing van werknemers, scholings verlof, ontwikkelingsplannen, loopbaan en mobiliteit bevordering, motiverende arbeidsmarktbeleid
Daling van werkgelegenheid plannen
Relatieve daling in werkgelegenheid afspraken is CAO
Werkgevers
Vinden dat Mensen te weinig werken
Teveel deeltijd, teveel vrije dagen en vroeg pensioen
Ze willen dat werknemers langer werken en dat er slimmer wordt gewerkt om de productie te verhogen
Zij willen goede dingen voor de werknemers
Meer werk zekerheid, employability verhogende middelen
Decentralisatie
Nog steeds veel invloed van de overheid door de financiële crisis
In de verhouding op bedrijfstak CAO en ondernemingen CAO is er weinig veranderd
A la carte regelingen in cao
Openings bepalingen een teken van decentralisatie
CAO werken op sectoren en ondernemingsniveau maar ook voor het publieke sector Als het onderwijs
Meer maatwerk bij arbeidstijden, arbeidsduur, verlof en employability
Overheidsbeleid
Meer dan Alleen loonvorming
Onderscheid tussen lonen en andere arbeidsvoorwaarden
De overheid en ook werkgevers willen vooral de lonen en het loonniveau gemachtigd houden
Gelijke speelveld voor materiële arbeidsvoorwaarden ‘level playing field’: geen onderlinge concurrentie op de lonen
Andere arbeidsvoorwaarden
Employability, flexibele arbeidsrelatie, levensloop, arbeidsmarktmaatregelen
De overheid wil werkgelegenheid, concurrentie, het Rijks kist vullen
Incidentele loon component
Dagelijks periodiek of promotie
Flexibele beloningen door de CAO
Prestatiebeloning
Wordt steeds belangrijker
Meer differentiatie in beloningen
Bij hogere productie of arbeidsprestatie
Door werkgever en de overheid toegejuicht
De overheid
Stempel gedrukt op loonontwikkelingen
Kunnen Alleen indirect beleid en wetgeving inzetten
Overheid wilt dereguleren, meer marktwerking, verminderen van wettelijke sociale bescherming, decentralisatie naar lagere overheden, meer eigen verantwoordelijkheid voor sociale zekerheid
4.Overleg regelingen
Decentralisatie van sociale recht naar CAO partijen
In de wetgeving steeds meer ruimte voor zelfregulering
Wet flexibiliteit en zekerheid
Sociale partijen kunnen op onderdelen nadere afspraken maken
Sociale zekerheidswetten
Gericht op minder gebruik van collectieve voorzieningen en vergroting voor integratie
De wet arbeid en zorg
Geeft mogelijkheid op het recht van de duur en de betaling van verlof
Wet aanpassing arbeidsduur
De werknemers mogen onder voorwaarden hun arbeidstijd variëren voor combinatie van arbeid en privé taken
Arbeidstijdenwet
Een eigen invulling geven aan de werk en rusttijden
Decentralisatie begrenst
Kijken of kosten wel efficiënt en effectief zijn
Werkgevers
Lastig en tijdrovend en duur, kunnen niet zelf de arbeidsvoorwaarden onderhandelen
Geef dit uit handen aan loononderhandelingen organisaties
Grote organisaties hebben het voordeel dat schaalvoordelen kunnen voor de behaald
De partijen en het stelsel van arbeidsverhoudingen
Arbeidsverhoudingen op centraal niveau moeizaam
Door scherpe daling van de economische activiteit
Institutionele veranderingen
Wilde loonmatiging en mede bepaling van de sociale economische en institutionele aanpassingen in een andere terminologie brengen tussen job control en workers control
Ook loonmatiging
Pak de niet goed uit vooral niet bij de vakbeweging
In 2008 opleving van de economie
Economie biedt meer ruimte voor loont verbetering
Harmonie werken door de kredietcrisis
Vakbeweging
Werd er niet sterk op
De ledengroei gaat achteruit vooral bij jongeren
Voelen weinig aansluiting bij de vakorganisatie
Vak beweging onder de institutionele en wettelijke positie en de organisatiegraad van werknemers ook
Sommige werkgevers politieke partijen vinden de sociale politieke invloed van vakbewegingen te groot ten werd haar leden aantal te klein is
Globalisering
Bonden kunnen weinig tegen grote ondernemingen die diep In het personeelsbestand snijden
Globalisering leidt tot scherpere concurrentie
Groei van ZZP’ers
Flexibele werknemers stijgen
Vaste arbeidskrachten neemt af
Kenmerken van de Nederlandse arbeidsverhoudingen
Landelijk overleg tussen werkgevers en vakbonden en coördinatie binnen de organisaties niet altijd met de overheid
De overheid is kleiner geworden
Meer decentralisatie
Arbeidsverhoudingen nog steeds relatief centralistisch
Door invloed van grote multinationals
Institutionele bouwwerk gekrompen
Invloeden advies van sociale partijen op sociaal economisch onderwerp, sociale zekerheid tot arbeidsmarkt zijn beperkt, zowel op lagere niveaus Als het landelijke
Centrale overleg
Gaat vooral over loonstijgingen en enkele collectieve goederen
Veel regelgeving en ook arbeidsvoorwaarden
Steeds meer gedifferentieerd, flexibel toepasbaar en toegespitst op sector, onderneming of individuele werknemer
Invloeden van buiten zijn veel sterker dan voorheen
Economische ontwikkelingen
De nieuwe economie pakte niet uit het bleef de oude economie inclusief de conjunctuur
Tussen 2001 en 2005 zakken de economische groeicijfers dramatisch
Na 2005 iets beter
In 2008 kredietcrisis na de val van de Lehman Brothers in New York
De financiële crisis
Veel landen zijn de overheidsschulden sterk oplopen
Landen met ernstige betalingsproblemen
Griekenland, Portugal en Ierland worden financieel geholpen
Aan het eind van 2010 trekt de economie weer bij
Werkeloosheid
Tussen 2001 en 2005 sterk opgelopen
Later trekt het bij
In 2011 werkloosheidscijfer beter dankzij sterke aantrekkende wereldhandel en deeltijd ww
In 2009 weer dramatisch
Vergrijzing
Beroepsbevolking kostend veel AOW, pensioenen en zorg
Pensioenleeftijd van 65 naar 67
Industriële samenleving
Kenniswerkers
Digitale producten voortbrengen, mondiger en klantgericht, werken in meer horizontale relaties
Veel meer ICT en kennis en globalisering en flexibilisering
Hiërarchische structuren en vaste, langdurige arbeidsrelatie, de man is de kostwinner en de vrouw is bij het gezin, betere scholing werk en pensionering
Arbeid
Dure arbeiders worden vervangen door flexwerkers en goedkope uitzendkrachten
Payrollbedrijven
Er is ook een CAO voor de payroll
Zzp’ers groeien
Internationalisering
Verplaatsen van bedrijven, druk op de lonen in bepaalde sectoren, uitbesteding en flexibilisering van productie en personeel
Grotere internationale concurrentie
Fusies en overnames van bedrijven nemen toe
Internationale kapitaalstromen
Economische groei van China en India
Exporteurs van industriële producten maar ook ICT
Vergroting van product markten
Europees integratie
De euro wordt ingevoerd
Monetaire Unie van eurolanden
In 2004 10 nieuwe lidstaten bij de Europese unie
Hierdoor werk krachten uit Oost Oost Europa en zzp'ers
Vooral uit Polen