Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Geschiedenis en de Middeleeuwen, π Wetenschappelijke geschiedkunde richtβ¦
-
- π Wetenschappelijke geschiedkunde richt zich op menselijke ontwikkeling.
-
- π° De middeleeuwen volgen op de klassieke oudheid en worden gekarakteriseerd door een sombere kijk van humanisten.
-
- π Humanisten beschouwden deze periode als "donker" en zonder betekenis.
-
- π
Periodes in de geschiedenis helpen bij het begrijpen van gebeurtenissen.
-
- π Overgangen tussen periodes zijn geleidelijk en verschillen per regio.
-
- ποΈ Beginpunt: 476 na Christus (val van het West-Romeinse Rijk).
-
- π Einde: Β±1450 tot Β±1550, met belangrijke gebeurtenissen zoals de introductie van de boekdrukkunst.
-
- ποΈ Economisch Domein: Overleving en arbeid zijn essentieel.
-
- βοΈ Politiek Domein: Bestuur, wetten en macht vormen de basis van de samenleving.
-
- π₯ Sociaal Domein: Ongelijkheid en discriminatie zijn aanwezig binnen groepen.
-
- π¨ Cultureel Domein: Godsdienst, kunst en wetenschap zijn belangrijk voor de samenleving.
-
- π Breuk: Veranderingen ten opzichte van de klassieke oudheid.
-
- π Voortzetting: Bepaalde elementen blijven bestaan.
-
- π Historici gebruiken bronnen om het verleden te reconstrueren.
-
- π Bronnenkritiek is essentieel om de betrouwbaarheid van informatie te beoordelen.
-
- βοΈ Het christendom werd de dominante religie in West-Europa door bekeringen van koningen.
-
- π Missionarissen speelden een belangrijke rol in de kerstening van heidense populaties.
-