Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
inleiding + H2 Sociale identiteit, midpoint = evalueren van de gemaakte…
-
-
-
-
-
diversiteit heeft betrekking op alle mogelijke verschillen die kunnen bestaan tussen mensen die in onze maatschappij samenleven
BV gender, huidskleur, leeftijd, sociale achtergrond
- diversiteit twee invalshoeken:
-psychologische invalshoek -> bestudeert de impact van D op je eigen ontwikkeling en op je interactie met andere
-socio-culturele invalshoek-> verschillen in etnische en culturele achtergrond bij individuen en de impact op SA
bv persoonlijkheid, epigenetica, NA vs NU
bv superdiversiteit, pluriformiteit ( multiculturalisme) -> voortdurende migratie + toenemende globalisering
-
-
-
-
-
-
- mensen beïnvloeden elkaar bv pestgedrag
-
-
-
sociaal handelen in groep = Hoe mensen op elkaar reageren, hoe ze zich betrekken bij het handelen van anderen en dat laten merken
- relatief in tijd en ruimte
-
-
-
-
-
-
macht, leiderschap, groepsdruk, conformisme
-
-
-maatschappelijke onderwerpen , heel SA betrokken ( grotere bevolkingsgroep)
- behoeftes bij een groep te horen
-
-
-
- socialisatieprocessen - enculturatie
- brein twee sociale systemen:
-
-
-
- enculturatie = cultuuroverdracht
- internaliseren = waarde normen verwachtingen doelen van een groep maken deel van je uit
-
-
- eenheid van twee of meer mensen
-
- wederzijdse beïnvloeding behoeftes en doelstellingen
-
-
-
- dubbele gelaagdheid : taak + relatie gericht
-
-
-
-
-
-
-veiligeheid -> mening kunnen uiten,...
-
aanleren sociaal gedrag, culturele gewoontes en houding
-
-
-
-
-
-
aanleren specifieke rollen ( leider, student, keeper,..)
- netwerkdimensie = mate interactie tussen leden
- culturele dimensie = aanwezigheid gemeenschappelijk waarde en normen
-
-
groep = kleine sociale eenheid, vaak contact, samenhorigheid, gem waarde en normen
-
collectivisme= grote groepering, geen direct contact, samenhorigheidsgevoel door gem ideologie
-
-
samenzijn (sherif)= interactie , situatie is aanleiding voor contact, geen gedeelde waarde en normen
-
- sherif voegde 4 categorie samenzijn toe
sociale categorie= geen contact , geen samenhorigheid, 1 gedeeld kenmerk
-
- groepen kunnen onderling mengen ( van collectiviteit naar groep bv heel chiro -> vrienden chiro)
onderzoeksmateriaal voor stacici en sociaal wetenschappers -> geven aan over wat van belang is voor een groepering in de SA
-
-
-
-
- aanleren sociale normen: gedragsregels + bijhorende attitude
bv familienormen, cultuurnormen, bedrijfsnormen (formeel en informeel)
- opnemen van sociale rollen/ verwachte gedragingen
-
-
- rollen kunnen afremmend werken door verwachtingspatroon ~ selffullfilling prophecy
- deïndividualisatie = verlies van persoonlijke identiteit (groepsleden daden doen die ze als eigen individu nooit zouden doen)
- groepsvorming + socialisatie nieuwe leden = gefaaseerd verloop
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- taken uitvoeren + streven naar ideaal
- schoksgewijs groepsproces
-
aphatie , beklemend vijandig
-
-
-
-
-
2 taakcohesie= gerichtheid op realisatie van gemeenschap. werkdoelen --> sterke cohesie # goed presteren ( afgeleid)
-
- = bedreigd voelen = uitsluiten, rangen,..
+= identificatie, trots, deel identiteit
- Zimbardo ~ psycho experiment
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- taak afgerond = groep ontbind zich