Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Taal 2 - Coggle Diagram
Taal 2
wat is lezen en schrijven?
parallel tussen spontane ontwikkeling van geletterdheid en historische ontwikkeling van het schrift
voorwerpen of gebeurtenissen afbeelden
tekeningen
ontstaan tekens en pictogrammen
later lettertekens
uiteindelijk veelheid aan schriftvormen, met eigen structuur en functie
logografisch schrift
= elk symbool verwijst naar één woord
fonografisch schrift
= symbolen verwijzen naar kleinere klankeenheden
naargelang grootte van de eenheid onderscheid men 2 soorten
syllabische schriftsystemen
= elk symbool geeft een lettergreep (syllabe) uit de gesproken taal weer
alfabetische schriftsystemen
= elk teken verwijst naar een klank
huidige schriftsystemen
pictografische schrift
logografische schrift in het Chinees
Japanse schrift is combinatie van logografisch en syllabisch schrift
alfabetische schrift
mondelinge communicatie
directe interactie
spreker en luisteraar delen ruimte en tijd
rol wisselt voortdurend
vluchtig van karakter
schriftelijke communicatie
tekst
lezer is niet fysiek aanwezig
onbeperkt en onveranderlijk aanwezig
lezen
= verzamelen van informatie uit lettertekens, pictogrammen of tekeningen
= decoderen
schrijven
= praten op papier, vastleggen van gedachten en gevoelens door middel van grafische tekens
= coderen
tekeningen/pictogrammen
= makkelijk lezen/schrijven
lettertekens
= moeilijk lezen/schrijven
kennen van "code"
geletterdheid
= vaardigheid om geschreven teksten te lezen en zelf te produceren
kader zie pagina
het rijmspel
wat is rijm?
= overeenkomst in klank, in niet te ver van elkaar verwijderde beklemtoonde lettergrepen
soorten rijm
eindrijm
klinker + medeklinker
beginrijm
alliteratie
middenrijm
assonatie
doelen
openheid ontwikkelen voor en genieten van rijm en poëzie
klanken en klankcombinaties in verschillende posities herkennen en produceren
auditief discrimineren, analyseren en synthetiseren
ontdekken dat de betekenis van een woord losstaat van "het geheel van klanken" dat naar die betekenis verwijst
objectivatie
didactiek van rijmspel
organisatie
klassikaal/in groep
onvoorbereid/voorbereid
zonder materiaal
nonsenswoorden of zinvolle woorden
klankenraadsel/rijmraadsel
improvisatie op rijmpjes/liedjes
met materiaal
met voorwerpen of plaatjes
fasen
fase 1: introductiefase
kleuters bewust maken van klankgelijke woorden
door middel van rijmpjes, liedjes, versjes,...
inspelend op de aanbreng van de kleuters zelf, al of niet met een rijmpop, rijmmannetje,...
fase 2: zoeken naar klankgelijke woorden
nonsenswoorden/zinvolle woorden
zonder/met materiaal
fase 3: allerlei spelletjes in verband met rijm
zoekspelletjes
collages maken van rijmwoorden
rijmboeken maken
korte zinnen maken bij rijmwoorden
rijmraadsel
klankdiscriminatieoefeningen
fase 4: toepassingen in allerlei activiteiten
gezelschapsspelletjes
lotto
domino
kwartet/duet
memory
dobbelspel
ganzenbord
autocorrigerende spelletjes
individueel of per twee
correctiesysteem vooraan
correctiesysteem achteraan
computer
cassette recorder, CD,...
aandachtspunten voor praktijk
in verband met activiteiten
materiaal (voorwerpen, afbeeldingen,...)
duidelijk
eenvoudig
voorwerpen en afbeeldingen moeten gekend zijn
gebruik zelf steeds het juiste woord
alles moet altijd 'verklankt' benoemd worden, zo kan je kijken of de kinderen het woord kennen, of ze het juist woord gebruiken en horen de kinderen het woord
werk steeds van links naar rechts (leesrichting)
zorg voor goed articulatie
in verband met de spelletjes
klassikaal voorstellen
afbeeldingen zijn eenduidig en gekend
voorzie materiaal van letters
bij voorkeur kleine drukletters
lettermateriaal van Montessori
de taalhoek
leesgedeelte
materialen
prentenboeken die vooraf niet aangeboden werden
prentenboeken die vooraf aangeboden werden
informatieve boeken
eenvoudige eerste leesboekjes
zelfgemaakte boeken
woordenboeken
,...
schrijfgedeelte
materialen
uitdagende schrijfmaterialen
schrijfbord, magnetisch letterbord
materiaal om boekjes te maken, brieven te schrijven
letterstempels
drukkersdoos of drukmachine
typmachine, computer
,...
luistergedeelte
doelen
zelfstandig werken met boeken en cassettebandjes of cd’s
zelfstandig werken met digitale prentenboeken
lezen, luisteren, spelen
verhalen opnieuw lezen/beluisteren
materialen
cassettes, cd’s, dvd’s, digitale prentenboeken
afspeelmogelijkheden
eigen klankopnames
auditieve of visuele spelletjes
= streven naar een uitnodigende hoek met lees-, schrijf- en luistermateriaal.
spelen, experimenteren, leren, ontdekken
kleuters doen alsof ze lezen en schrijven
kleuters lezen en schrijven met hulp van een volwassene
kleuters lezen en schrijven echt
taalbeschouwing
wat bedoelen we met taalbeschouwing?
= nadenken en spreken over betekenis-, vorm- en gebruiksaspect van taal
impliciete kennis wordt expliciete kennis
we gebruiken taal voor
communiceren
structureren (conceptualiseren)
expressie
we denken na over taal
betekenis, vorm, structuur
bewust
bij brief schrijven twijfelen tussen jij en u
twijfelen aan spelling en woord opzoeken
standaardtaal gebruiken op een mondeling examen
onbewust
merken dat anderen een andere taal spreken
getroffen worden door een mooi woord/mooie uitspraak
conclusie trekken op basis van iemands dialect
ergeren aan een dt-fout/lettertype/…
kinderen reflecteren over taal
commentaar op taal van volwassene
zelfcorrectie
etymologiseren, neologismen
woordgrapjes, taalspelletjes, rijmpjes
klankeigenschappen, woorden, zinsstructuur, betekenis,…
ontwikkeling
tussen 2,5 en 5 jaar
ontluikende taalbeschouwing
vanaf 5 jaar
duidelijker en explicieter
vaardigheden die nodig zijn voor het metalinguïstisch bewustzijn
fonemisch/fonologisch
lexicaal/sematisch
syntactisch
morfologisch
pragmatisch
taalbeschouwing in de kleuterschool
aangeboren verwondering verder aanscherpen
incidenteel/spontaan
naar aanleiding van concrete situaties of concreet taalgebruik
ingaan op aanleidingen voor korte taalbeschouwelijke momentjes
gepland/opzettelijk
voorbereide momenten om een bepaald taalaspect onder de aandacht te brengen
betekenis(aspect)
samenstellingen, afleidingen
homoniemen, synoniemen
classificeren, benoemen
vorm(aspect)
discriminatie, analyse, synthese
klanken, woorden, zinnen, verhalen
rijmwoorden
gebruik(saspect)
intonatie, mimiek
pragmatisch bewustzijn
verschillende manieren van communiceren
kinderen moeten in staat zijn tot objectivatie
taalbeschouwelijke houding
als leraar
wees voortdurend met taal bezig
verwonder je zelf over taal
wees alert, observeer, speel in op impulsen van de kleuters
toon interesse en verwondering
luister goed
maak kleuters nieuwsgierig
kindertaal is nooit ‘fout’
schenk aandacht aan de luisterhouding/het spreekgedrag
waarom taalbeschouwing?
positieve invloed op taalontwikkeling en op taalvaardigheid
inzicht en begrip voor verschillen
aanscherpen van metalinguïstisch bewustzijn
de lees- en schrijfontwikkeling
ontluikende geletterdheid
zonder er aandacht aan te besteden hoort gedrukte of geschreven taal tot de natuurlijke omgeving
verpakkingen
teksten in het straatbeeld
tv-programma's
prentenboeken, met en zonder tekst
volwassenen dingen op papier zien zetten
geletterdheid
= wat je voelt, denkt, waarneemt, kun je zeggen.
wat je zegt, kun je tekenen, verven, kleien...
wat je zegt, kun je ook opschrijven.
wat je opschrijft, kan voorgelezen worden.
wat opgeschreven is, blijft hetzelfde, wie het ook voorleest.
symboolfunctie van geschreven taal ontdekken
= eerste beginselen van geletterdheid onder de knie krijgen
"ontluikend" = wat ontstaat, wat in wording is
gaat ervan uit dat kinderen zich geleidelijk aan een idee vormen over lezen en schrijven als communicatievorm
als logisch uitvloeisel hiervan kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn voor conventioneel lezen en schrijven
ontwikkelingen in grote lijnen
ontdekken en ervaren dat geschreven taal een functie heeft
tijdens schrijfontwikkeling ontwikkelt het klankbewustzijn
zien dat er een verband is tussen gesproken en geschreven taal
bewust worden dat woorden opgebouwd zijn uit klanken en dat letters van het alfabet de klanken weergeven
ontwikkeling verschilt in snelheid per kind
individuele verschillen in geletterdheid
kindfactoren
verschil in aanleg en leercapaciteiten
karaktereigenschappen lopen uiteen
meisjes leren taal in sneller tempo dan jongens
sensomotorische ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling verschillen
concentratievermogen en inlevingsvermogen zijn belangrijk
persoonlijke motivatie kan verschillen
omgevingsfactoren
materiële aanwezigheid van geschreven materialen
toegankelijkheid van schrijfmateriaal
aanwezigheid van personen die zelf lezen/schrijven
ouderlijke ondersteuning bij spontane leespogingen/schrijfpogingen
voorgelezen worden in stimulerend affectief klimaat, in sfeer van rust en warmte
houding van buur tegenover schoolse kennis en kundigheden
stadia in de ontwikkeling van geletterdheid
leesontwikkeling
fase 1: 'bekende woorden' herkennen
aandacht richten op het schriftbeeld
woorden herkennen die persoonlijke betekenis hebben
fase 2: in verschillende woorden bepaalde letters herkennen
woordbeelden dei zij tegenkomen en/of in hun geheugen hebben opgeslagen met elkaar vergelijken
inzicht komt tot stand
woorden bestaan uit letters achter elkaar en elk woord heeft een specifieke volgorde van letters
zelfde letterteken kan in verschillende woordposities voorkomen
fase 3: onbekende woorden ontcijferen
woorden die ze tegenkomen met behulp van analyse en synthese ontcijferen
vormen nieuwe woorden met behulp van woordbeelden die ze al zijn tegengekomen
rijm heeft belangrijke rol
schrijfontwikkeling
fase 1: schrijven via tekenen
fase 2: schrijven via krabbels
woorden worden weergegeven met krabbels
nog geen sprake van herkenbare lettertekens
fase 3: schrijven via letterachtige vormen
creëren vormen die op letters lijken
= geen slecht gevormde letters, maar eigen creaties
fase 4: schrijven via letterreeksen en tekenreeksen
beseffen dat woorden worden weergegeven door reeksen abstracte tekens en dat die tekens bij elk woord een andere volgorde hebben
schrijfsels hebben betekenis
cijfers, letters en letterachtige vormen worden door elkaar gebruikt
letter corresponderen niet met klanken
fase 5: schrijven via spontane spelling
begrijpen dat letters iets met klanken te maken hebben
beginnen spontaan op eigen manier te 'schrijven', verschillende vormen van fonetisch schrift zijn zichtbaar
schrijven klanken zoals ze horen
nog geen gebruik van schrijfregels
zowel van links naar rechts als van rechts naar links
verschillende verschijningsvormen
kind gebruikt één klank per lettergreep of woord, meestal beginletter
kind geeft klanken van een woord weer maar he schrijven geeft nog geen één-op-éénrelatie weer tussen klanken en grafemen kind geeft kenmerkende klanken van het woord weer
kind geeft elke klank weer door een letter
kind kan wel nog eens foneem weglaten
beginklank en eindklank geeft het wel zeker weer
gaat in richting van spellingsconventies
schrijven is speels
niet alle kinderen volgen dezelfde ontwikkelingsroute
begrijpend luisteren
waarom gaat de leesvaardigheid achteruit?
migratie
leerkrachten
ICT/sociale media
leesmotivatie/leesplezier
schaarse instructietijd
oplossingen?
competenties van leerkrachten versterken
geletterdheid bij kleuters stimuleren
tijd maken voor begrijpend lezen en luisteren in de klas
leesplezier aanwakkeren
verschillende manieren van voorlezen
voorlezen
"ik lees voor"
weinig interactie
interactief voorlezen
"wij denken samen"
interactie door vragen te stellen
voorspellen
samenvatten
verbinden (aan voorkennis)
verhaalstructuur begrijpen
vragen stellen
hardop denkend voorlezen
“ik denk voor”
stimuleren om mee te denken
taalinitiatie en taalsensibilisering
vreemde taal, waarom?
meertalig Europa
elke burger leert naast zijn moedertaal minstens twee andere talen
versterken van
interculturele vaardigheden
communicatieve vaardigheden
taalvaardigheden
vroege vreemde taleninitiatie
taalinitiatie
vreemde taal die ze later formeel zullen leren (Frans, Engels, eventueel Duits)
op een positieve, speelse manier kennismaken met vreemde taal en de beginselen ‘leren’
aanzetten tot, vertrouwen geven om, zingeven om de vreemde taal nadien te leren
doelen
positieve attitude
durven meedoen, plezier beleven, willen nabootsen, openstaan voor nieuwe ervaring
succeservaring en zelfvertrouwen
uiteindelijk stimuleren van het verlangen om (later) te leren
hoe?
versjes zeggen, liedjes zingen
verhalen vertellen/voorlezen met visueel materiaal
spelletjes spelen
knutselen
koken
…
leerkracht
is steeds enthousiast
motiveert de kinderen
zorgt voor activiteiten die nauw aansluiten bij de leefwereld van kinderen
creëert communicatieve situaties
houdt het eenvoudig
praktische tips
kinderen hebben een herkenbaar ankerfiguur nodig
baken het moment af door middel van een vast ritueel
zorg voor een leuke en herkenbare overgang
maak gebruik van een pop die alleen maar de vreemde taal spreekt
kinderen gebruiken al hun zintuigen om taal te leren
doe beroep op verschillende soorten geheugen
zorg voor herhaalde activiteiten
kinderen leren taal al handelend
zorg voor actie waar relevant taal aan gekoppeld wordt
integreer de taalinitiatie zoveel mogelijk in een andere activiteit
herhaal vaak hetzelfde aanbod op een andere manier
gebruik zoveel mogelijk doeltaal
materiaal ondersteunt het leren van een taal
zorg voor actie waaraan muziek en melodie gekoppeld wordt
zorg voor concreet materiaal, visualiseer de vreemde taal
kies steeds authentiek materiaal
bied de taal zoveel mogelijk in een verhaalcontext aan
kinderen leren samen
houd de lessen speels en leg de klemtoon op plezier en proces, niet op de taalproductie
interactie = communicatie
verloop van een activiteit
introductie
hoe ga je hen voorbereiden?
hoe ga je hun motivatie aanscherpen? hen warm maken?
ankerfiguur/ritueel
kern
wat zijn je doelen?
lange termijn
attitude
korte termijn
concrete lesdoelen, maar geen minimumdoelen
Taal als middel om iets anders te bereiken, in een motiverende context?
wie/wat zorgt voor het taalaanbod?
native speaker (= persoon die de taal als moedertaal heeft)/authentiek materiaal
vermijd code-mixing (= mixen van talen door elkaar)
slot
afsluitend ritueel
opbouw
luisteren
herhaling
begrijpen
nabootsen
talensensibilisering
wat?
sensibilisering
language awereness
= leren over talen, verkennen, onbewust verwerven
geen beheersing, wel attitude aankweken, positieve houding tegenover andere talen
overeenkomsten en verschillen
vertrekken van diversiteit binnen de eigen klas
nadenken over eigen en andermans taalgebruik
taalbeschouwing
taalgebruik
taalsystematiek
doelen
attitudes
openheid creëren
nieuwsgierigheid prikkelen
vaardigheden
taal als fenomeen, hoe functioneert taal
nadenken over eigen taal
kennis
bewustzijn over taal, taalvariëteiten, talen
waarom?
openheid voor taaldiversiteit
wederzijds respect bevorderen, interculturele competenties verwerven
verhoogde eigenwaarde bij de anderstaligen
metalinguïstische competentie ontwikkelen
meertalige competentie ontwikkelen
bijna perfecte uitspraak
sterke motivatie om talen te leren
positieve impact op cognitieve ontwikkeling en thuistaal
welke talen?
alle talen van de wereld
geluiden, gebarentaal, lichaamstaal
hoe aanpakken in de kleuterklas?
stijl van de leerkracht
interesse tonen in de talige achtergrond van de leerlingen
anderstaligheid van de leerlingen als troef benutten in de klaspraktijk
hoe pak je het aan?
intentioneel (voorbereid)
met materiaal
uit pakket
zelf bedacht
zonder materiaal
actualiteit op school
incidentieel (spontaan)
met materiaal
aanknopingspunten in materiaal waarmee je bezig bent
zonder materiaal
spontaan inspelen op wat aan bod komt
inspiratie
uit de omgeving
uit jezelf
collega’s/medestudenten
kleuters
ouders
grootouders
…
hoe aanbieden?
speels en spontaan, op basis van wat zich binnen de school aanbiedt, aansluitend bij de leefwereld
ontdekkend/explorerend leren, geen expliciete vreemde taalles
in een krachtige, rijke leeromgeving, binnen een muzische context, interactief
vlot geïntegreerd in het klasgebeuren, functioneel
het lees- en schrijfproces
lezen
= complex proces, verloopt niet altijd volgens hetzelfde stramien
ene keer heel nauwkeurig kijken
andere keer globaal kijken
aanvullingen en voorspellingen maken
woord-identificatietechnieken = leesstrategieën
= manieren om de betekenis van een woord te achterhalen
lezen met behulp van de visuele woordvorm
geoefende lezers
woordherkenning vindt direct plaats (= meaning from print)
meeste woorden in het geheugen opgeslagen als woordbeelden
automatisch onmiddellijke herkenning
herkennen de karakteristieke combinatie van letters
niet nodig om het woord eerst nauwkeurig te analyseren op de samenstellende tekens
herkennend lezen
onmiddellijke identificatie
niet letter voor letter lezen, maar woord als het geheel
beginnende lezers
herkent enkele woorden
herkennen de visuele woordvorm aan de speciale volgorde van de letters of de visuele configuratie
herkennen van het woord verschil weinig van herkennen van een prent
nog geen letterkennis
weten niet dat elke letter naar een bepaalde klank verwijst
nieuwe woorden nog niet ontsleutelen
naïef of globaal lezen
lezen met behulp van de grafo-fonologische informatie
= koppeling tussen letter (grafeem) en klank
grafische informatie koppelen aan fonologische informatie
spellend lezen
= letter voor letter lezen
2 manieren
elementaire leeshandeling
= basistechniek
stappen
eerst de leesrichting bepalen
vervolgens vaststellen wat het grafeem is (visuele analyse) en door een juist klank aan koppelen (grafeem-klankkoppeling)
deze stap herhalen tot de laatste grafeem van het woord
ondertussen juiste volgorde van de klanken onthouden (auditief geheugen)
dan klanken samenvoegen tot één woord (auditieve synthese)
tot slot betekenis aan het woord geven
kader zie pagina
lezen van clusters en spellingspatronen
= efficiëntere leesstrategie
= bepaalde lettercombinaties in één keer herkennen
cluster
= lettercombinatie van alleen medeklinkers
spellingspatroon
= lettercombinatie van zowel klinkers en medeklinkers
groepjes letters in één keer herkennen
= herkennen van betekenisloze lettercombinaties
lezen met behulp van morfologische analyse
morfeem
= woorden of woorddelen die een betekenis hebben
herkennen van morfeem bevordert de leessnelheid
in samengestelde woorden de afzonderlijke woorden of woorddelen herkenen
herkennen van voor- en achtervoegsels
= herkennen van lettercombinaties met een betekenis
lezen met behulp van de context
gebruik maken van de kennis van de syntactische structuur van een zin
niet alleen kennis van de zinsstructuur inschakelen maar ook gebruik maken van de betekenis van de context
woorden aanvullen
= gebruik maken van de semantische informatie
pas toepassen na vloeiend kunnen lezen
nadeel
gemakkelijk raden
= radend lezen
flexibel gebruiken van leesstrategieën
nooit één leesstrategie gebruiken, alleen in de beginfase
schrijven
elementaire spelhandeling
= spiegelbeeld van elementaire leeshandeling
stappen
eerst analyse van gesproken vorm (auditieve analyse)
daarna aan de klanken de juist grafemen koppelen (klank-letterkoppeling)
vervolgens letter voor letter schrijven
opgeschreven woord nalezen ter controle (visuele synthese)
koppeling tussen klank en letter staat centraal
bezig zijn met vorm
makkelijker koppeling tussen klank en letter leren
schrijven van letters
krachtig middel voor ontwikkelen van letterkennis
schrijven is aantrekkelijker dan lezen
actief bezig zijn
lezen en schrijven in de kleuterschool
willen
= leesbereidheid en schrijfbereidheid
symboolbewustzijn
= alles wat bestaat moet niet direct aanwezig zijn om anderen er over in te lichten
gebruik maken van gebaren of geluiden om iets op te roepen
woorden gebruiken om de werkelijkheid voor de geest te halen
tekeningen en pictogrammen maken
tekens gebruiken
= werken met voorstellingen van de werkelijkheid (representeren)
= inzien dat letters en combinatie van letters (woorden) symbool zijn voor de werkelijkheid
geschreven taal heeft een meerwaarde tegenover 'verbeelde' taal
eenduidig
alles wat gezegd wordt kan geschreven worden
schrijven = praten op papier
lezen = verzamelen van informatie uit tekens
inzien dat lezen en schrijven zinvol is
pragmatisch bewustzijn
nut en functie van geschreven taal inzien
kunnen communiceren over tijd en afstand heen
zaken vastleggen en nuttige informatie opzoeken
plezier beleven
kennen van schrifconventies
boek lezen van voor naar achter
bladzijde lezen van boven naar beneden
regels lezen van links naar rechts
extra motivatie
"groot" willen zijn
niet om functie maar om status
fantastische verhalen
kunnen
= leesvaardigheid en schrijfvaardigheid
linguïstisch en metalinguïstich bewustzijn
weten welke geluiden de letters maken
klank-letterkoppeling
tijdsopeenvolging van woorden
van links naar rechts
inzicht dat woorden bestaan uit klanken en dat grafemen deze klanken kunnen weergeven
objectivatie
= het woord kunnen benaderen als een object, los van datgene waarnaar het verwijst
visuele en auditieve vaardigheden
auditieve vaardigheden
auditieve discriminatie
= kleine verschillen horen
auditieve analyse
= elementen losmaken uit een zinvol geheel
auditieve synthese
= gehoorde delen samenvoegen tot een zinvol geheel
auditief geheugen
= onthouden wat je gehoord hebt
visuele vaardigheden
visuele discriminatie
= kleine verschillen zien
visuele analyse
= bepaalde elementen losmaken uit een zinvol geheel
visuele synthese
= bij elkaar horende delen van objecten, afbeeldingen,... samenvoegen tot een zinvol geheel
visueel geheugen
= visuele indrukken onthouden en snel reproduceren
taalvaardigheid
instructiebegrippen
relatiebegrippen
volgordebegrippen
poëzie
wat is poëzie?
ontsnappen en ontspannen
plezier beleven aan het spel van rijm, ritme, klank, humor en nonsens
vingerversjes
handversjes
rijliedjes en kringliedjes
versjes bij spel
,...
taalontwikkeling
kennis maken met klanken uit onze taal
taal oefenen
het systeem van taal
rijm
fonemisch bewustzijn
auditief geheugen
denkontwikkeling
lineair denken
divergent denken
aan de slag met klanken
geluiden en intonatie
geluidenorkest
poëzie en bewegen
gouden draad
met een gedicht hoef je niet altijd ‘iets te doen’
bied veel en vaak gedichten aan
gedichten zijn geen geheugenoefening
gedichten zijn geen voordrachtstukken
varieer je aanpak
een gedicht kan een vertrekpunt zijn, maar ook een eindpunt
functionele geletterdheid
geletterdheid
= vaardigheid om geschreven teksten te lezen en zelf te produceren
krachtige taalleeromgeving
stap 2: betekenisvolle taken
kinderen uitdagen om interessante, zinvolle, doelgerichte taken te willen doen
boeiend
= mens-wereldverkenning
motiverend
= echt zin hebben om mee te doen
uitdagend
= net boven het niveau van de kleuter
stap 3: ondersteuning door interactie
in gesprekken gaan over alles wat met lezen en schrijven te maken heeft
stimuleert het symboolbewustzijn
stimuleert het pragmatisch bewustzijn
stimuleert objectivatie
basisprincipes
modelgedrag van de leerkracht
visuele boodschappen
schrijf- en leesmaterialen
interactie
activiteitenaanbod
werken met boeken
aanbod doorheen de dag
functioneel lezen en schrijven
spelen met technische aspecten
stap 1: positief, veilig, rijk klasklimaat
open communicatieve sfeer
open staan voor wat kleuters zeggen, schrijven (tekenen), lezen (ontcijferen)
inhoud primeert
ruimte voor initiatief van de kleuter
prikkelende klasaankleding
uitdagende materialen
aanvankelijk lezen en schrijven
lezen
ingewikkeld proces
= doodgewoon en vanzelfsprekend maar toch een ingewikkeld proces met doelstellingen
leestechniek en inzichtelijk lezen
leesplezier
moeilijke vaardigheid/complex leerproces, plezier moet voorop blijven staan en zorgen voor motivatie.
leren lezen
methodes
klanksynthesemethode
analytisch-synthetische methode
globaalmethode
structuurmethode
stap 1: aanleren van basiswoorden
vertellen met basiswoorden
auditief en visueel waarnemen
betekenis duidelijk maken
spraakmotorisch verkennen
met aandacht het woord waarnemen
woord discrimineren
gesproken
geschreven
woord herkennen
woord reproduceren
stap 2: structureren van woorden
analyseren en synthetiseren
letters afzonderen
temporeel-spatiële ordening ontdekken
woord spellen en vragen
structureren
combinatie van analyse en synthese met structureerblaadjes en wisselrijtjes
stap 3: lezen van nieuwe woorden
nieuwe woorden altijd vanuit een basiswoord aanbrengen
functionele methode
…
strategieën
herkennend lezen
= herkent de visuele vorm van het woord
spellend lezen
= de elementaire leeshandeling
letters of lettergrepen herkennen
letters of lettergrepen verklanken tot klanken en klankgroepen
klanken samenvoegen
het woord uitspreken
radend lezen
= raden wat erachter komt
vaardigheden
auditieve vaardigheden
discriminatie, analyse, synthese, geheugen
visuele vaardigheden
discriminatie, analyse, synthese, geheugen
klank-letterkoppeling
juiste klank aan juiste letter en omgekeerd
uitspreken van een woord
verinnerlijking van spraak
contextinformatie
betekenisinformatie
grammaticale informatie
schrijven
vaardigheden
algemeen
kunnen stilzitten
geconcentreerd werken
taak afwerken
zich aanpassen aan regels en normen
gevoel voor regelmaat en orde hebben
eigen geschrift kunnen lezen
specifiek
oog-handcoördinatie
ruimtelijk inzicht
besef van links en rechts
visuele discriminatie
motorische ontwikkeling
basispatronen
vaak herhalen, op eenvoudige manier
ovaal
guirlande
arcade
zigzag
golf
…
basispatronen worden letter door
voortekenen op het bord
natekenen in de lucht
natekenen op de lessenaar
oefenen op papier
met verbale en visuele steunpunten
differentiatie
maak handen en vingers los, zorg voor een versje/liedje die de bewegingen beschrijft
houding
grootte
stand van schrijfvlak
schrijfmateriaal
hulplijnen
…
= stellen, spelling, schrift
leerlijn
kleuterschool – eerste leerjaar
voorbereidend schrijven
groot > kleinmotorisch
vorm, richting
eerste leerjaar – tweede leerjaar
aanvankelijk schrijven
letters en verbindingen
vanaf derde leerjaar
voortgezet schrijven
persoonlijk handschrift
regelmaat en leesbaarheid
materiaal
fijne viltstift voor patronen
potlood voor letters en woorden
goed papier
licht hellend schrijfvlak
schrijfhouding
voeten
eide plat op de grond naast elkaar, onder- en boven benen in hoek van 90°
voorarmen
rusten op het schrijfvlak
schouder en romp
romp niet tegen tafel, schouders evenwijdig met tafelrand
pengreep
niet krampachtig, niet te laag vasthouden, correcte pengreep
afstand ogen tot blad
ongeveer 30cm
ligging blad
schuin 15° à 25°