Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

NE LEZEN BLOK 1-5 GT3 - Coggle Diagram

- - - - Een uitspraak wordt gevolgd door een of meer voorbeelden.
      - Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als, zo, voorbeeld, …
    - - Er is iets gebeurd (de oorzaak), waardoor er iets anders gebeurde (het gevolg).
      - Signaalwoorden: daardoor, hierdoor, doordat, …
    - - Waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt.
      - Signaalwoorden: omdat, want, daarom, immers, …
    - - Iets wordt gedaan (het middel) om daarmee iets te bereiken (het doel).
      - Signaalwoorden: opdat, zodat, om, door middel van, met als doel om, …
    - - Twee dingen opnoemen die tegenover elkaar staan, die verschillend zijn.
      - Signaalwoorden: maar, echter, daar staat tegenover, enerzijds/anderzijds, toch, …
    - - Er moet eerst iets gebeuren of gedaan worden, voordat iets anders kan gebeuren.
      - Signaalwoorden: als, indien, wanneer, op voorwaarde dat, …
    - - Na elkaar opnoemen van een aantal punten of onderdelen.
      - Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, vervolgens, ook, bovendien, ten slotte, tot slot, …
    - - Nadat alles op een rij is gezet, volgt er een oordeel, een slotsom, het uiteindelijke resultaat.
      - Signaalwoorden: dus, al met al, concluderend, kortom, …
- - - - Deelonderwerp
      - Tussenkopjes
      - Onderwerp
  - - - de schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen
    - - de schrijver wil anderen overtuigen van een mening, waarschuwen of adviseren
    - - de schrijver wil uitleg of instructie geven
    - - de schrijver wil amuseren, gevoelens verwoorden of gevoelens oproepen bij de lezer
    - - de schrijver wil informatie geven, iets nieuws laten weten
    - - de schrijver wil de lezer overhalen of aansporen iets te doen
- - - - Feiten
    - - Gevoelens / overtuigingen
    - - Subjectieve tekst
    - - Een feit of gevoel of overtuiging die hoort bij de tegengestelde mening.
    - - Objectieve tekst