Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
frans gramatica - Coggle Diagram
frans gramatica
le présent: de tegnwoordige tijd h1
je rencontre = ik ontmoet
tu renontres = jij ontmoet
nous rencontrons = wij ontmoeten
il / elle recontre = hij/zij ontmoet
on recontre = wij ontmoeten
vous rencontrez = jullie ontmoeten/ u ontmoet
ils/elles rencontrent = zij ontmoeten
L'adjectif qualificatif/ bijvoegelijk naamwoord
on word onne = bon - bons - bonne - bonnes (goed, lekker)
en word enne = italien - italiens - italienne - italiennes (italiaans)
eux word euse = amoureux - amoureux - amoureuse - amoureuses (verliefd)
f word ve = sportif - sportifs - sportive - sportives (sportief)
er word ére = premier - premiers - premiére - premiéres (eersre)
poser une question / een vraag stellen (h2)
zonder vraagwoord- est-ce que + gewone zin of omkering van onderwerp en persoonsvorm.
met een vraagwoord - vraagwoord + est-ce que + gewone zin
vraagwoorden : ou, quand, comment, combien, pourquoi, qui en qu'est-ce que
l'imparfait/ de verleden tijd. (h3)
neem de noes vorm van de present, haal ons er af, voeg de uitgangen toe.
je trouvais, tu trouvais , il/elle trouvait, on trouvait, nous trouvions, vous trouviez, ils/elles trouvaient.
vrouwlijke vorm onregelmatig
beau - beaux - belle - belles
nouveau - nouveaux - nouvelle - nouvelles
long - longs longue - longues
vieux - vieux - vieile - vieilles
gros - gros - grosse - grosses
blanc - blancs - blanche - blanches
la négation/ de ontkenning (h2)
ontkenningen zijn: ne... plus, ne... jamais, ne... rien, ne.... pas encore
le pronom personnel/ het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
lijdend voorwerp vervangen door le (mannelijk) la (vrouwlijk l'( klinker of stomme h) les (meervoud)
tu connais le chanteur
tu regardes la photo
oui je l'ai deja.
tu achétes les magazine