Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
2.1 VLOEIEND VAN 3 NAAR 1, image - Coggle Diagram
2.1 VLOEIEND VAN 3 NAAR 1
DEEL 1: STAPPENPLAN ERVARINGSGERICHTE PRAKTIJK
INLEIDING
: ervaringsgerichte praktijk
stappenplan = aanbod moet aansluiten op leef- en belevingswereld
meer inspraak kleuters bij bepalen leerinhouden
samen onderwijs maken
aanbod op maat
hogere betrokkenheid
accent: ervaringsgericht leren
actief ervaren en ontdekken realiteit
rode draad: explorerend beleven
alle zintuigen aanspreken
2 manieren
vanuit belangstellingscentrum (BC)
themaloos werken
STAP 1:
kiezen van een belangstellingscentrum met kleuters
Wat leeft er in de klas?
zoeken naar interesses door observeren
themaloze dagen, inzetten op basismileu
evt. vragen bij kringmoment
Wat zijn goede BC's?
zicht op aanwezige interesses = vertalen naar BC
criteria goede BC:
sluit aan bij leefwereld
voldoende bevattelijk (vlug van begrip)
'actief omgaan met werkelijkheid' staat centraal
voldoende aanleiding om thema verder te verkennen, verdiepen en uitdiepen
té oppervlakkig , alles eens aan bod laten komen, niet uitdiepen
Hoe beslis je welk BC het wordt?
Jonge kleuters:
Samen kiezen na voorstelling BC's
stemming
vertellen waarom ze daarvoor kiezen = keuzevaardigheid en zelfsturing
zonder stemming
Oudste kleuters
in gesprek met elkaar, besluiten welk BC ze het leukste vinden
Themaloos werken
geen BC kiezen
proberen ontdekken wat er leeft in de klas
via observaties
waar op in spelen?
wat is prioritair?
voor wie?
STAP 2
: BC-verkennende activiteit & inventaris
Webschema
= brainstom, gevarieerde invalshoeken
doel: BC veelzijdig onderzoeken
diverse bronnen
leerplannen
internet
boeken
BC niet enkel vanuit stereotiepe vorm leren kennen
BC plaatsen in werkelijkheid/actualiteit
Bekijken vanuit diversiteitsperspectief
Wat is een BC-verkennende activiteit?
achterhalen beginsituatie
Wat betekent BC
Wat weten ze al?
Welke ervaringen
Welke gevoelens?
antwoorden op vragen
Wat willen te weten komen?
Wat willen doen?
Wat willen ervaren/beleven?
Hoe voer je een BC-verkennende activiteit best uit?
misverstand: je moet gewoon vragen wat ze willen weten en doen
eerst input geven
jij legt steen, kleuters bouwen verder
misverstand: verkennende activiteit moet gesprek zijn
mogelijkheden zijn eindeloos
poppenkast
spelmateriaal
tekenen
toch gesprek?
denkstimulerende vragen stellen
jouw input en ondersteuning essentieel
'sprokkeldagen'
misverstand: verkennende activiteit is altijd klassikaal
kleine groepjes of individueel
klassikaal starten, verder zetten in kleine groep
stillere hebben meer ruimte voor inbreng
beter observeren en gerichter vragen stellen
pre-teaching stillere of lln. lage SES
misverstand: beperken tot inbreng van kleuters
aan de slag met inbreng, verder bouwen op beginsituatie
kleuters moeten stappen vooruit zetten
nadenken vernieuwend en uitdagend genoeg
ervaringsgericht werken, beide partijen veel initiatief nemen
beide partijen reiken ideeën aan en bouwen verder op ideeën van elkaar
gouden tip: verken in meerdere fasen
oudste kleuters: afgebakend deel van BC verder verkennen en zo verdiepen en verbreden
jongste kleuters: terug- en vooruitblikmomenten
gouden tip: visualiseer inbreng van kleuters
hoger welbevinden, hogere betrokkenheid
veel enthousiasme
idee gerealiseerd - groot kruis
LV BC-verkennende activiteit
Inventaris & reflectie
inventaris inbreng kleuters
reflectie BC-verkennende activiteit
Themalooswerken
verkennen aanwezige interesses en noden
antwoorden op vragen:
wat heeft betekenis?
Wat weten ze al?
welke ervaringen hebben ze al?
welke gevoelens?
Wat willen ze te weten komen?
Wat willen weten?
Wat willen doen?
Wat willen ervaren/beleven?
Vergelijkbare werkvormen hanteren
Ook inventaris maken
Nu pas na eerste stagedag en altijd aanvullen
STAP 3:
Documenteren in functie van stagerealisatie
documenteren start stap 2, einde allerlaatste stap
Inhoudelijk expert worden BC
opzoeken informatie in verschillende bronnen
Verschillende invalshoeken:
geschiedenis
actualiteit
diversiteit
= intercultureel onderwijs
STAP 4
: Van algemene doelstellingen tot een rijk milieu
Algemene doelstellingen
= doelen eigen woorden zonder regels voor formuleren concrete doelen
ruime doelstellingen die dienen als rode draad doorheen weekschema
bij elke algemene doelstelling toelichten welke manier voortbouwt op inventaris en waarom relevant voor BC
Inspireren op inbreng kleuters
Belevingsvol doel:
ontdekken, ervaren en beleven
aan de lijve ondervinden
Iets begrepen hebben
Streefwoordenschat
6 - 10 woorden per week
alle woordsoorten
substantieven: meervoud, enkelvoud én lidwoord
= woorden in de loop van de week verwerven
zichtbaar in de klas als aanbod bij activiteiten
alle domeinen en activiteiten, niet enkel talige
Rijk milieu
bedenken rijk milieu op basis van inbreng kleuters en algemene doelstellingen
brainstormen manieren waarop algemene doelstellingen realiseren
activiteiten met ervaringskans en centraal ontwikkelveld
Denk aan variatie en evenwicht
méér activiteiten dan wat je uiteindelijk zal doen
per algemene doelstelling nadenken over sfeerelementen
= aankleden klaslokaal, kunnen kids niet actief mee spelen
nadenken over regels en afspraken
inkleding van routines
Themaloos werken
rijk basismilieu vertrekpunt
basis = observaties en gesprekken over noden en interesses
aanbod sturen (activiteiten en sfeerelementen)
STAP 5:
Voorlopig weekschema
Dagaccenten in vullen
= subthema's die onder aandacht gebracht worden
vaste activiteiten
speeltijd
turnen
in brainstorm opzoek naar activiteiten om BC te starten en te sluiten
vervolgens schema aanvullen met activiteiten uit brainstorm
Themalooswerken
weekschema dag per dag invullen
eerste dag ligt vast
continue afstemmen op observaties en gesprekken
STAP 6:
Bijsturen en aanvullen van weekschema tijdens stage
Toon wederzijds respect en geef autonomie
Flexibel weekschema
dag per dag aanvullen
op basis van observaties, gesprekken en reflectie
welbevinden, betrokkenheid en ontwikkeling voor ogen houden
openstaan voor interesses buiten BC om aanbod op maat te realiseren
Themaloos werken
gelijkaardig
planning en aanbod op basis van observaties en gesprekken
rekening houden met evenwicht in ervaringskansen, ontwikkelvelden en groeperingsvormen
DEEL 2: SCHOOLRIJPHEID
Psychologie van het zesjarige kind
Lichamelijke ontwikkeling
eerste strekking
versnelde groei waarbij gewichtsverhouding achterblijft
gezicht en romp nog kleuterkenmerken
neus wordt meer zichtbaar
vetreliëf verdwijnt, spieren nemen toe
gewrichten zichtbaar en vormen verdikkingen
knieschijf
romp versmalt en splitst in 2 delen
buik
borstkas
wervelkolom krijgt S-vorm
leniger
tandwisselingsproces
snijtanden
hoektanden
kiezen
Ontwikkeling van waarnemen en denken
Pre-operationeel naar concreet-operationeel
Reversibel: in denken terugkeren naar vorige niet meer zichtbare toestand (blok klei)
Operationeel: niet alleen ervaringen voor geest halen maar onderling combineren.
bewerkingen uitvoeren op voorstellingsniveau
constructies opbouwen die rechtstreekse ervaring of waarneming te boven gaan.
denken gebonden aan concrete voorstellingen neemt af ten voordele van mentale voorstellingen, woorden en begrippen
denken vertrekt vanuit concreet-aanschouwelijke houvast
voorstellingsvermogen = basis logisch denken
globale gevoelsmatige waarnemen neemt af en kind neemt nu meer analytisch en kritisch waar
Fantasie en werkelijkheid
groeien meer uit elkaar
verkiest dingen die echt zijn/kunnen zijn
spel: realistischere elementen
toetsen van fantasie aan realiteit 'kan dit wel?'
verre van fantasieloos
sprookjes
verhalen
Sinterklaas
Tijdsbesef
Zeer beperkt en tijdsbegrippen moeilijk
Nood aan vaste rituelen
dagindeling
in kleuterschool gewerkt aan dagelijks en wekelijks historisch besef vanuit vaste herkenningspunten
Schatten van leeftijden grappige effecten
Klassenlogica
aandacht voor verzamelingen
verzamelingen bewaard en geordend
bekijken en ruilen van objecten = geliefkoosde activiteit
Taalontwikkeling
vlot uitdrukken in moedertaal
alle klanken correct uitspreken
alle woord- en zintypen gebruiken
werkwoorden vervoegen
vaak nog vergissing bij onregelmatige vervoegingen
Stamelt lln. bezoek logopedist
Activiteiten
Functiespel
lichaamskracht en coördinatie van bewegingen nemen toe
competitief element belangrijke rol
op zoek naar aandacht en waardering
Fictiespel
meer realistische kenmerken, werkelijkheid zo getrouw mogelijk naspelen
Receptieve spel
luisteren naar verhalen, liedjes, TV kijken, ... favoriete activiteiten
Constructiespel
steeds ingewikkeldere constructies en meer gepland
eindproduct is belangrijk, vergelijkt dit ook met anderen
Regelspel of groepsspel
graag samen spelen
verkiezen groepsspelen met vaste regels
minder conflicten
Sociale omgang
Relatie tot leeftijdsgenoten
eigen verjaardag belangrijkste dag
zoeken actief elkaar op
nog geen vaste vriendschappen
groepen zijn erg labiel
zekere onafhankelijkheid naar volwassene verworven
enkele gedragsregels zijn eigen gemaakt - kunnen nu zelfstandig succesvoller functioneren
behoefte volledige en exclusieve aandacht volwassene minder groot
andere kids minder gezien als rivalen
elk kind wil zich manifesteren in groep - zorgt voor conflicten
weinig sociale vaardigheden en weinig selectie
Relatie tot volwassene
klikken
houden zich strikt aan de regels
overtreden = ernstig feit en moet gemeld worden aan regelsteller
groepssolidariteit onvoldoende ontwikkeld om klikken in te perken
Leerkracht = alwetend
goed werken en flink zijn, pluim leerkracht = hele dag goed
mogen helpen van leerkracht = grote belonging
= stevige basis om leerprocessen op gang te brengen
Emotioneel leven
Besef van uniciteit
verscherpt bewustzijn van eigen ik
(sociale) omgeving beter leren kennen
zichzelf beter leren kennen, eigen innerlijk - door reacties van anderen op gedrag
gevolg: kind kan gevoelsuitingen beheersen en verbergen
Gewetensontwikkeling
zeer plichtsbewust van normen volwassenen
weten niet welke norm in welke situatie
kleine overtreding vaak zwaar opgevat
Wilsontwikkeling
overgang naar lagere school is evolutie van spel- naar werkhouding belangrijk
afmaken taak = attitude die verondersteld wordt (reeds gestimuleerd in KO)
Schoolrijpheid
Definitie
= "klaar" om naar eerste leerjaar te gaan
geheel van voorwaarden die nodig zijn om eerste leerjaar aan te vatten en succesvol te doorlopen
Essentiële verschillen KO en LO
KO: ontwikkelingsgericht via spel en exploratie
LO: programmagericht via intentioneel en gestructureerd leren
gedomineerd door culturele instrumentele vaardigheden
lezen
schrijven
rekenen
Concreet
Algemene voorwaarden
Dynamisch-affectief vlak (sociaal-emotioneel)
werkrijpheid
taakgericht en concentratievermogen
zelfredzaamheid
zelfvertrouwen
zelfsturing
probleemoplossingsvaardigheden
betrokkenheid
doelmatig handelen
leren uit ervaring
prestatiegerichtheid
sociale rijpheid
aandacht kunnen delen
samenwerken
regels hanteren
beurt afwachten
andere niet storen
Psychomotorisch vlak
gezondheidstoestand en lichamelijke conditie, functioneren van zintuigen
grove en fijne motoriek als ook grafomotoriek
oog-handcoördinatie
lichaamsschema
ruimtelijk inzicht
tijdinzicht
visuele en auditieve waarneming
richtingsgevoel
vormherkenning en -discriminatie
lateralisatie
Cognitief vlak
objectieve instelling tegenover werkelijkheid
differentiatiebekwaamheid
voldoende ontwikkeld geheugen (5 onbekende voorwerpen reproduceren)
taalontwikkeling
symboolbewustzijn
stabiel ruimtelijk inzicht en tijdsbesef invloed op vormbegrip
causale en chronologische verbanden
oorzaak-gevolg
chronologisch sorteren gebeurtenissen
inteligentie
Speciale voorwaarden
Leesvoorwaarden
gesproken en geschreven taal
fonetisch schrijven
interesse
symboolbewustzijn
visuele en auditieve waarneming
Schrijfvoorwaarden
grafomotoriek
juiste pengreep
goede zit- en schrijfhouding
geautomatiseerde schrijfbewegingen maken
Rekenvoorwaarden
resultatief tellen
vergelijken en handelen met hoeveelheden
oriënteren en meten van tijd en ruimte
planmatig denken
kennis van ruimtelijke begrippen
classificeren en rangschikken van dingen
tellen tot 10 en terug
kennis van begrippen: meer, minder, eerste en laatste
één-op-één relatie
Ontwikkeling schoolrijpheid
schoolrijpheid = resultaat langdurig ontwikkelingsproces en groep spontane rijpingsprocessen. Beïnvloedt door buitenaf
Kind ontwikkelt zich in interactie met omgeving
belangrijkste: thuisomgeving & kleuterschool
Niet alleen rijping maar ook leren van omgeving spelen rol in schoolrijpheid - betere term schoolgeschiktheid
Ontwikkeling elk kind grote lijnen gelijk - ontwikkelingssnelheid verschilt
veel afhankelijk van aanwezige mogelijkheden en kansen die milieu biedt
schoolrijpheid: 5 à 7 jaar
Langzaam en gestadig proces
uitzondering dat kind aan alle voorgaande voorwaarden voldoet
meestal groot deel, ander deel ontwikkelt zich verder tijdens eerste leerjaar
Schoolrijpheid bepalen
Leerkrachten
zien kind functioneren in groep en in klas
kennen verwachtingen eerste leerjaar en bijhorende voorwaarden
gegevens kindvolgsysteem en observaties goede basis voor advies voor overstap
Ouders
zien kind groeien, rijpen en ontwikkelen - voelen aan of het goed zit of niet (niet altijd juist)
weinig zicht op geheel van verwachtingen
belangrijk om te luisteren naar gevoelens ouders en deze mee te nemen in bepalen schoolrijpheidsniveau
goede communicatie noodzakelijk
vertrouwen winnen
ruimte open laten voor inbreng ouders
Kind zelf
rekening houden met idee kind
herhaaldelijk zeggen wat kind wil
niet dwingen om te antwoorden op de vraag
voldoende weten wat eerste leerjaar inhoudt
mogelijkheid tot eerlijk antwoord
Schoolrijpheidstest
= vaste meetprocedure die objectieve en betrouwbare informatie verzamelt over kansen om met succes eerste leerjaar te halen
voordelen
zwart-wit resultaat
gestandaardiseerd
nadelen
momentopname
hoge druk
vooral aandacht cognitieve aspect, maar schoolrijpheid zijn ook nog andere voorwaarden
Conclusie
schoolrijpheidstest niet afschrijven maar gebruiken als aanvullend middel
goed communiceren met ouders
Wat met niet-schoolrijpe kinderen?
einde schooljaar advies geformuleerd in overleg met CLB
positief advies over de gehele lijn
= kind mag starten in eerste leerjaar
twijfel nog niet helemaal schoolrijp
= eerste leerjaar starten maar met extra zorg
niet schoolrijp
derde kleuterklas opnieuw doen
speelleerklas
advies negeren en toch inschrijven eerste leerjaar
niet schoolrijp én verstandelijke beperking
speelleerklas
type 1
advies negeren
M-decreet:
aantonen op basis van afgelegde zorgtraject in KO dat maatregelen die nodig zijn om kind binnen curriculum te nemen in eerste leerjaar disproportioneel of onvoldoende zijn.
wanneer niet mogelijk = overstap eerste leerjaar met extra zorg
einde schooljaar bekijken of deze maatregelen disproportioneel of onvoldoende zijn
Verplichte taalscreening: KOALA
Startleeftijd leerplicht 5 jaar
voor alle kleuters derde kleuterklas
doel: taalvaardigheidsproblemen signaleren aan begin derde kleuterklas zodat deze bijgestuurd kunnen worden
meet taalvaardigheid
doe-opdrachten
zoekopdrachten
kiesoprachten
resultaat samen met observaties leerkracht
taalremediëringsmaatregelen
DEEL 3: EEN 'KINDRIJP' EERSTE LEERJAAR
Betekenis en kader
Ervaringsgericht onderwijs
pedagogisch concept LO moet aansluiten, anders drempel te hoog
stappenplan ervaringsgerichte praktijk als basis
enkele begrippen: (blz. 40)
welbevinden, betrokkenheid en competentie
basisbehoeften
Praktijkprincipes
betrokkneheidsverhogende factoren
specifieke werkvormen
kringen
contractwerk
projectwerk
ateliers
vrije keuze (eigen initiatief
Pedagogische aspecten
enthousiaste, rustige en beheerste leerkracht
als 'groot' erkend worden
zelfstandig werken
aandacht voor kleine dingen
humor
klaspop
vast moment
slechte eigenschappen zodat lln. kunnen verbeteren
Organisatorische aspecten
vaste dagplanning
kortere lestijden
voldoende rust en stilte
instructies stapsgewijs en duidelijk
vermijd afleidingen
klassikale werkvormen focussen op 1 of meer vaste punten
klasopstelling
Communicatieve aspecten
taalniveau kinderen, kortere zinnen, rijke woordenschat
expressief
klaspop
eenduidige communicatie
fouten niet té veel verbeteren - spreekangst
Didactische aspecten
didactische pijlers KLO
3 denkniveaus
concreet-aanschouwelijk
schematisch
abstract
ervaringsgericht onderwijs - extra aandacht voor vrij initiatief en keuzemogelijkheden
evenwichtsoefeningen (rode draad, leuke instappen)
klaslokaal of activiteiten inkleden, mag niet afleiden
variatie binnen herhaling inbouwen
motivatie gaande houden door uitdaging en succeservaringen
Tips student-stagiaires (blz. 43 - 45)
Klasmanagement
Transitiemomenten
Vloeiende overgang
Overgang verzachten
veel stress bij overgang, actief inzetten op motivatie en vertrouwen. (angst wegnemen)
vaak hoge verwachten, uitspraken die contraproductief werken
cultuurschok vermijden
helder beeld creëren wat hen te wachten staat, veiligheid creëren
snuffelmoment
eerste leerjaar komt vertellen
meter en peterschap
herkenbare organisatie en gelijkaardige werkvormen
Organisatie en werkvormen afstemmen
overgang vloeiend - goede samen werking leerkrachten KO en LO = kunnen inspelen op elkaar
werking afstemmen en op maat begeleiden
organisatorische zaken geven vertrouwen en structuur. welbevinden en betrokkenheid verhogen
werken vanuit interesses en noden
werken vanuit BC/thematisch werken
speelse werkvormen
hoeken waarin zelfsturend leren
betekenisvolle contexten
klassikaal afwisselen met heterogene groepen en per 2
Klasdoorbrekend leren
= meest doorgedreven manier om overgang weg te nemen
integratieactiviteiten
organiseren uitdagingen beide klassen
klassieke structuur over boord gooien (Freinet school)
inzien ook eerste leerjaar speels werken
leerlingen eerste leerjaar expert, aangeleerde dingen op functionele manier inzetten
Kindrijp
= school moet zich aanpassen aan het kind, overgang KO en LO niet gebruuskeerd, rekening houden met psychologie jonge lagereschoolkind
DEEL 4: EEN BELANGSTELLINGSCENTRUM IN HET EERSTE LEERJAAR
Inleiding
Cursorisch onderwijs
= leerstof afzonderlijke leergebieden behandelen
verticale repen, afzonderlijk aangebracht
kritiek: levensvreemdheid, geen samenhang meer zien met globale realiteit
Lezen, rekenen en schrijven
methodiek methodes niet te veel doorkruisen
stappenplan ervaringsgerichte praktijk aangepast in functie van noden eerste leerjaar
Totaliteitsonderwijs
= ordenen leerstof in leerstofgehelen rond 'brok' werkelijkheid die voor lln. betekenisvol is
horizontale repen
bestudeerd als ongedeelde eenheden in zinvolle levensverbanden
thema + wiskundige, talige, muzische aspecten om de hoek
leunt aan bij BC's KO
aanpak hetzelfde
WO en muzische vorming
beide manieren nodig om elkaar aan te vullen
Wereldoriëntatie als uitgangspunt
Didactische principes
niet encyclopedische kennis centraal. Niet bedoeling zoveel mogelijk nieuwe informatie over te dragen. Leerplannen geven aan begrippen en verklaringen maar tot zekere hoogte volgen
Volgorde:
ervaren en waarnemen werkelijkheid, werkelijkheidsnabij werken met aanschouwelijkheids- en realiteitsprincipe voorop, niet invullen werkblaadje
stimuleren beleving werkelijkheid. Leidt tot ontdekken verschillende aspecten en doet gevoelsmatige relatie met werkelijkheid groeien = waarden-vol onderwijs
verschillende bestaansdimensies komen aan bod. elk onderwerp gekoppeld aan enkele begrippen en inzichten
actief en zelfstandig leren. Lkr aanzet, lln. onderzoeken, ondervinden, zoeken antwoorden en lossen op.
integreren van bestaansdimensies ook horizontale verbanden naar andere leergebieden leggen
WO vraagt gedeeltelijk andere werkvormen, probleem nog niet goed lezen en schrijven, gekende werkvormen uit KO kunnen behouden worden. (waarneming)
Waarnemingsactiviteit
spontane exploratiedrang toont belangstelling voor alles wat rondom gebeurt.
spelend om met werkelijkheid, experimenteren en waarnemen verschillende zintuigen
werkelijkheid doorgronden en begrijpen - manier van ontwikkelen
waarnemen = totaalgebeuren
vanuit eigen belangstelling en ervaringen bepaalde elementen in oog springen. Beleving primeert.
ook bij kleuters en jonge lagereschoolkinderen zo
communicatief vaardiger, natuurlijke belangstelling blijft. Zijn in staat om te communiceren met anderen
vragenstellen
zelf antwoorden
nadenken
verbanden leggen
basisschema uitwerken waarneming
fase 1:
belangstelling opwekken
opwekken interesse
onderwerp speels voorstellen
behoeftespanning creëren
fase 2:
spontane waarneming
plaats voor eerste indrukken die spontaan ontstaan
indrukken en manier waarop geuit, verschillen van leerling-leerling
belangrijke taken lkr.
luisteren, zelf niets nieuws aanbrengen
inspelen op inbreng lln.
fase 3
: geleide waarneming
globale waarneming
= uiterlijke kenmerken typisch voor onderwerp centraal
leerkracht:
aangehaalde informatie uit vorige fase gebruiken
vragen stellen zodat lln. gericht en zintuiglijk waarnemen, zelf info vinden
juiste woordenschat gebruiken
aan taaldenkrelaties én beleving denken
gedifferentieerde waarneming
= analyse gericht op specifieke eigenschappen en bijzonderheden onderwerp
leerkracht:
helpt exploreren/ontdekken door vragen te stellen
werkt naar probleemoplossing, actief leren voorop stellen
rekening houden met taaldenkrelaties
belang om relaties te leggen tussen gekende en nieuwe elementen - nieuwe leerinhouden geïntegreerd en wereld gestructureerd geheel
voorkeur om in kleinere groepen te werken
fase 4:
afronding
ervaringen verwerken en uitdrukken
evaluatie, uiten waardering, maken afspraken
opgedane ervaringen kunnen tot andere activiteiten en lessen binnen verschillende leerdomeinen leiden
Stappenplan ervaringsgerichte praktijk voor eerste leerjaar
stap 1:
Kiezen BC met leerlingen
ontdekken wat er leeft in klas
observeren en bevragen interesses en behoften lln.
BC laten kiezen via stemming - tonen dat hun inbreng belangrijk is.
initiatief aan lln. laten zorgt voor grotere betrokkenheid en groter leerrendement
betrokkenheid ontstaat wanneer thema, activiteit aansluit bij behoeftepatroon
kan baseren op schoolwerkplan, methode
BC afbakenen, niet te ruim
nadenken hoeveel tijd je kan/wil besteden
vermijd oppervlakkigheid
rekening houden met:
ervaringen en ontwikkelingsniveau lln.
kansen tot ontwikkeling over zoveel mogelijk domeinen
levens- en werkelijkheidsnabij werken
geheel van inhouden en ervaringen, duidelijk samenhangend geheel
zoveel mogelijk lln. aanspreken
aanleiding tot verdieping
rode draad voor activiteiten en lessen
Stap 2:
Verkennende activiteit tot inventaris
documenteren (webschema)
interesses zijn heel breed, niet altijd van alles op de hoogte
documenteer jezelf in functie van BC door diverse bronnen te gebruiken
niet enkel stereotiepe vorm
inhoudelijk verdiepen
BC plaatsen in werkelijkheid/actualiteit
diversiteitsperspectief ontdekken
BC-verkennende activiteit
belangrijk om opnieuw lln. te betrekken adhv verkennende activiteit
interesses en vragen, lln. kijken met andere bril
gesprek, spel, videofragment, uitstap, waarnemingsactiviteit, ...
belangrijk goed overwogen scenario rekening houden met:
beginsituatie
doelen
wat willen weten?
wat willen doen?
wat willen ervaren/beleven?
welke gevoelens?
aanpak
visueel
brainstorm
...
woordenschat
= lijst met woorden die met BC te maken hebben
woorden op eigen niveau, taal in klas wordt rijker
starten bij inventaris van brainstorm die lln. maakten en bij elk onderwerp woorden bedenken
2 categorieën:
woordenschatuitbreiding
: streefwoorden actief moeten leren
lees- en schrijfwoorden:
leren lezen/schrijven van woorden
belangrijk! lln. denken via taal - hoe rijker woordenschat, hoe meer denkvermogen en mogelijkheden om werkelijkheid te begrijpen, groeien
werkelijkheid begrijpen, ordenen, vatten en erover leren kan enkel via taal
Stap 3:
Documenteren stagerealisatie
nu weet je wat lln. boeit en wat ze willen weten
opnieuw documenteren
documentatie gestart in stap 2, loopt door tot laatste stage dag
Stap 4:
Rijk milieu
inventaris lesideeën
na BC inhoudelijk verruimd en verdiept, lln. kans gekregen om hun kijk te bieden - nadenken lesideeën en activiteiten
eerste brainstorm en output BC-verkennende activiteit
op zoek naar linken lln. aangebracht, vertalen informatie op eigen niveau, deze info verwerken in activiteiten en lesideeën
Milieuverrijking
klasinrichting aanpakken op functionele manier om leren en ontwikkelen te bevorderen
sfeerelementen = algemene inkleding, niet actief mee spelen
speel-werk-elementen = materialen waarmee lln. kunnen spelen of werken
indelen van klasruimte
deel klas niet willekeurig in
hoe tafels en stoelen schikken?
welke hoeken naast elkaar en welke nét niet naast elkaar?
zorg voor nodige beslotenheid
zorg voor afbakening door kasten, plant, doek, ...
maak vaste én flexibele hoeken
vaste hoek: onthaalhoek, snellerklaarhoek, ...
kan iets onafgewerkt blijven liggen
flexibele hoek: altijd opnieuw opgebouwd
zorg voor overzicht en toegankelijkheid
te gebruiken materiaal vlot bereikbaar
open kast
vaste plaats
zichtbaar geordend naar soort en moeilijkheidsgraad
organisatorische en praktische aandachtspunten
groepsverdeling
nadenken hoe groepen verdelen
doorschuifsysteem en opdrachtkaarten
leuke manier maar belangrijke elementen niet uit oog verliezen
tijd
opruimen (best 2 signalen)
doorschuiven verbinden aan onderwerp
hoeken benoemen
symbolen of kleuren
symbolen ook op opdrachtkaartjes
duidelijk overzicht behouden
opdrachtkaarten
gekende pictogrammen of tekeningen gebruiken
geschreven tekst niet mijden maar op leesniveau van lln.
hoeken altijd eerst mondeling toelichten, opdrachtkaarten dienen ter ondersteuning
overzicht van stappen, wat er moet gebeuren
mogelijke hoeken
ontdektafel
boekenhoek
verkleedkoffer
winkel
spelletjeshoek
Stap 5:
Weekschema
weekschema opstellen, nadenken over start en afsluit
dagaccenten bepalen en plaatsen in logische volgorde
deelonderwerpen op samenhangende manier plaats geven in geheel
rode draad doorheen de week
zorgt voor samenhang
klaspop
kringmoment
tussendoortjes