Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Thema 5 - Data-analyse in kwantitatief onderzoek - Coggle Diagram
Thema 5 - Data-analyse in kwantitatief onderzoek
Verschillende vormen
Grafieken (gemengd staafdiagram en spreidingsdiagram)
Associatiematen (chi2 en R)
Tabellen (kruistabellen en correlatietabellen)
Correlaties
Voor een negatief verband situeert de coëfficiënt zich tussen 0 en -1.
Correlatiecoëfficiënt is enkel van toepassing als je kan spreken van 'positieve' en 'negatieve' verbanden.
Meetniveau = ordinaal en metrisch.
Voor een positief verband situeert de coëfficiënt zich tussen 0 en 1.
Correlatietabellen zijn tabellen waarin het verband tussen variabelen wordt weergegeven aan de hand van correlatiecoëfficiënten.
Men gaat er bij correlaties van uit dat men met lineaire verbanden te maken heeft.
R = correlatiegetal, dat altijd een getal is tussen 0 en 1 of 0 en -1.
P < 0,05 (5%).
P = hoe groot is de kans op toeval?
Kruistabellen
Kolompercentage = je maakt berekeningen op basis van getallen die in dezelfde kolom staan.
Significatie = berekenen hoe groot de kans is dat het gevonden verband puur toevallig is.
In de kolom en rijtitel worden de variabelen en bijhorende waarden uitgezet.
Hoe kleiner de p, hoe betrouwbaarder het onderzoek is.
Gecombineerde frequentietabellen.
De p of de kans op toeval moet kleiner zijn dan 0,05 (5%).
Grafieken
Je kan ze voor alle meetniveaus opstellen.
Biedt dezelfde informatie als een kruistabel.
Vaak voorkomend type grafiek is het gemengd staafdiagram.