De kruisvaarders die langere tijd in het Midden Oosten verbleven, leerden de vijand op een andere manier kennen. De cultuur in het Midden Oosten was verfijnd en ontwikkeld. Dat kwam onder andere doordat de kennis uit de Oudheid hier goed bewaard was gebleven. Er waren exotische etenswaren zoals abrikozen en meloenen, luxe stoffen zoals zijde en katoen en handige uitvindingen, zoals een waterklok en het juk voor paarden. Ook was er meer kennis op het gebied van wiskunde, sterrenkunde, aardrijkskunde, filosofie en geneeskunde. Men kende zelfs al oogoperaties.
Veel Europeanen raakten onder de indruk van deze hoogstaande cultuur. Geen wonder dat Usama Ibn Munqidh in de 12e eeuw opmerkte: ‘Iedere verse emigrant uit de Frankische landen is ruwer van karakter dan zij die zich hebben aangepast en al langere tijd omgaan met moslims.’
-