Lecture 8 – The Matthew effect: Social capital and status attainment in (post)modern societies

Granovetter, M. S. 1973. The strength of weak ties

Lin, N. 1999. Social capital and status attainment.

Lectures

Statues attianment: Een process waarmee individuen investeren voor socio-economische status

Status attainment model(Blau & Duncan:

Word beinvloed waar je vandaan komt en bepaald tot welk netwerk je toegang hebt

Twee soorten status types

Achieved status: de status die je zelf verdient

Ascribed status: de status die je word toegewezen door bijvoorbeeld de opleiding van je ouders

Netwerken: Deze moeten gezien worden als sociale posities en niet als echte personen

Sociale structure: Netwerken van ties kunnen interacten op verschillende sociale niveaus

social structure: deze is opgemaakt van verschillende classen

Sociale distincties bepalen met wie je omgaat en met wie niet

De hypothesis gaat als volgt: de status van een ouder bepaald de status van het kind. Dus sociale status word doorgegeven op generaties

Conclusies: Eigen educatie lijkt de belangrijkste factor in de socio-economische status en niet directe of indirecte Ascribe types

Echter is er super veel variancie die niet is meegenomen, dus een echt concrete is het niet

Bourdieu-s repreduction theory

Het gaat over de overddracht van ongelijk over verchillende generaties

Er zijn heel veel verschillende soorten van kapitaal, Culturee, financieel

Emphasizes that ruling and intellectual classes do maintain
unequal power structures, also in contemporary society

THOMAS PIKETTY’S CAPITAL

Een hele grote database om patronen te onderzoeken in wealth-ineqaulity

een globale wealth tax

Als de groei van capitaal groter is dan de economie worden rijken steeds rijker en groeit de ongelijkheid.

Sociale capitaal iis minimaal evenbelangrijk als menselijke capitaal

"zij die al veel hebben, meer krijgen, en zij die niet hebben, ontnomen wordt wat ze verdienen".

Verschillende soorten groepen

Micro = individu

Meso = Groep

Macro = society

Difussie over netwerken: weak ties zijn het meest bruikbaar omdat ze verschllende sociale groepen met elkaar linken en dat zorgt ervoor dat het de meeste mensen bereikt en het verder in het netwerk kan reizen

Hij heeft een onderzoek gedaan op de Loabour market: Hierin vond hij dat 56% van de mensen een baan vonden via sociale contacten.

Hij heef drie hypotheses getest:

1) Many employees find jobs through social contacts

2) Use of social contacts result in better wages as well as better information about job characteristics, and thus better matches

3) Weak ties are better than strong ties for finding jobs

Positie 1 is bevestigd

Echter bleek dat weak ties veel vaker vorm kwam dan sterke ties, opzich best logisch

Zoektochtijd word beloond met hoger loon alhoewel dit niet vast aan elkaar staat

Echter als je een netwerk gebruikt krijg je vaker en sneller een baan

echter bleek dat via formele zin een baan zoeken resulteerde in hoger loon dan via sociole kanalen

click to edit