Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

de lucht - Coggle Diagram

- - - - 8 more items...
        
        8 more items...
        
        Bij een lage luchtdruk heb je veel kans op
        
        neerslag, bij een hoge blijft het vaak droog
        
        Wind waait altijd van gebieden met een
        
        hoge luchtdruk naar gebieden met een lage
        
        luchtdruk
        
        Er zijn gebieden op aarde waar altijd een
        
        hoge of een lage luchtdruk is: evenaar
        
        (laag) en de keerkringen (hoog)
        
        Wij hebben een zeeklimaat:
        
        Zuidwesten wind(wind van zee)
        
        De zeewind zorgt ervoor dat het ‘s zomers
        
        niet zo warm wordt en ‘s winters niet te
        
        koud
        
        De wind zorgt ook voor neerslag
        
        hoe verder Europa in hoe droger
        
        Zware en lichte lucht:
        
        luchtdruk: de lucht die van boven op ons
        
        drukt
        
        Die lucht heeft een gewicht van 1 kilo per
        
        vierkante cm
        
        Als warme lucht opstijgt, wordt de luchtdruk
        
        minder.
        
        Rond de evenaar is er dus een lage luchtdruk
        
        De lucht boven de evenaar stroomt naar de
        
        keerkringen. Boven de woestijn is dus veel
        
        lucht: hoge luchtdruk dus
        
        Hoog boven de aarde stroomt de lucht van
        
        de evenaar naar de keerkringen.
        
        Boven de evenaar is dus weinig lucht en
        
        boven de keerkringen dus veel.
        
        Maar….de lucht wil daar weg.
        
        Hij stroomt over de grond terug naar de
        
        evenaar. Dat voelen wij als wind.
        
        De wind waait dus altijd over de
        
        keerkringen naar de evenaar.
        
        Zie schema blz 49 schrift
      - De zon verwarmt de lucht in het tropisch
      - regenwoud rond de evenaar.
      - De warme lucht gaat omhoog
      - In deze lucht zit waterdamp
      - Hoog boven de aarde condenseert de
      - waterdamp
      - Er ontstaan wolken en daarna gaat het
      - flink regenen
      - Zo gaat het elke dag
      - De warme lucht waar na de tropisch bui
      - geen vocht meer in zit, stroomt van de
      - evenaar naar de keerkringen.
      - Daar blijft het droog en zo ontstaan daar
      - woestijnen
  - - - WEER EN KLIMAAT
      - De meeste insecten leven in gebieden met een
      - warm klimaat.
      - Hier kunnen ze veel voedsel vinden
      - En door de hoge temperatuur komen de eitjes
      - snel uit
      - En ze kunnen hierdoor ook heel erg groot
      - worden (een vlinder bv wel 30 cm)
      - Weer: temperatuur, neerslag en wind op een
      - dag
      - Klimaat: gemiddelde weer in een gebied