Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
dna en specialisatie van cellen - Coggle Diagram
dna en specialisatie van cellen
eiwitten
bouwstof, afweerstof, enzym, transportmiddel en hormoon gebruiken eiwitten
beïnvloeden je eigenschappen, bepalen je bloedgroep, spierkracht, afweer tegen ziektes en je karakter
zijn grote moleculen die bestaan uit aminozuren
er zijn 20 verschillende soorten aminozuren
DNA
dna moleculen lijken op een gedraaide touwladder, bestaan uit: fosfaatgroepen, suikermoleculen en deoxyribose
treden bestaan uit stiksofbazen: adenine, cytosine, guanine en thymine
2 strengen, de tredes verbinden de strengen
volgorde van de stikstofbazen vormen een code voor de maak van eiwitten
een gen bevat de code, niet-doderend DNA bevat geen genen (95%)
DNA-molecuul
nieuwe ketting van stiksofbasen
verschillen DNA en RNA: 1. RNA bestaat uit 1 streng, 2. RNA bevat uracil i.p.v thymine, 3. RNA bevat de suiker ribose
gevormde RNA molecuul laat het DNA los en brengt de informatie
Rna naar eiwit
codon: informatie voor één aminozuur, begint bij startcodon AUG
ribosoom kkoppelt al die aminzuren aan elkaar tot een lange ketting
UAA, UAG, UGA zijn stopcodons
verranderingen
heet mutatie
kleine verranderingen (basenpaar A-T omwisselen met C-G)
verrandering in één basenpaar heet puntmutatie
genoom mutatie: het aantal DNA-moleculen is gewijzigd
vaak lost het lichaam het zelf op, verranderingen
levenscyclus van een cel
delen om slijtage op te vangen en groei mogelijk te maken
celcyclus heeft 4 fases (in 1 fase verdubbeld die zich)
G1-fase: cel groeit en maakt eiwitten
S-fase: DNA molecuul verdubbeld
G2-fase: cel groeit, maakt organellen en eiwitten
M-fase: cel verdeeld het DNA in twee identieke delen
G1-,S- en G2-fase samen heet de interfase
DNA verdubbeling
voorbereiding om mitose gebeurd in de S-fase
A,C,G, T breken los en koppelen aan een vrije T,G,C en A van de oude streng, hierdoor twee identieke DNA-moleculen
DNA verdubbeling heet replicatie, na de replicatie kan de cel delen
Gelijk, maar toch verschillend
elk lichaamscel heeft precies hetzelfde DNA, maar het gebruik van het DNA verschilt
elk type cel is gespecialiseerd en maakt eigen eiwitten (specialisatie)
de tijd tussen twee celdelingen hangt van een aantal factoren af, onder andere het celtypen