De 37-jarige Ellen van Bemmel, een werkloze patholoog-anatoom, verhuisd 25 jaar na het drama in haar familie naar de plaats des onheils: de villa Kakelbont aan de Lijsterlaan in een buitenwijk van Haarlem, waar ze als derde kind ooit gelukkig was. Zij is zwanger, bewust alleenstaand, en algauw na de verhuizing veroordeeld tot bedrust. Zo heeft ze tijd genoeg om te bladeren in het oude fotoalbum, het verleden te reconstrueren, te praten met de schimmen van haar dode familieleden en antwoord te krijgen op de vraag die haar pijnigt sinds haar twaalfde: waarom ontsnapte zij aan het gruwelijke lot dat haar moeder, lijdend aan kraamvrouwenpsychose, voltrok over haar zusjes, broer en man?