Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Biologie Hoofdstuk 11, Vorming van urine: Voorurine ontstaat in kapsel…

- - - - Bloedruimtes (sinusoïden)
        
        Bloed uit leverslagader en poortader komt samen
    - - Lopen tussen cellen
      - Voeren door levercellen geproduceerde gal via de galgang naar de galbuis
        
        Dit mond uit in de twaalfvingerige darm en galblaas
  - - - Spieren nemen glucose op
      - Stimuleert in de lever de omzetting van glucose naar glycogeen (glycogenese)
      - Van allebei te weinig
        
        levercellen maken glucose uit aminozuren (glucogeogenese)
    - - Gemaakt door de alvleesklier
      - lever zet glycogeen om in glucose
  - - - Staboliteit van celmembranen
      - grondstof voor hormonen
  - - - Aminogroep wordt omgeruild met ketogroep
        
        Deeltje dat achterblijft is aminozuur
    - - Door koppelingen met CO2 ontstaat ureum
  - - - Hemoglobine uit bloed naar ferritine (opgeslagen
      - UIt hemoglobine komt biliverdine wat bilirubine wordt
    - - Detoxificatie
        
        alcoholdehydrogenase (alcohol --> ethanal)
        
        Aldehydedehydrogenase (ethanal --> azijnzuur)
        
        levercellen kunnen ethanal omzetten in glucose en vet
    - - De lever slaat ijzer, glycogeen, vitamine A,D, B12 en K en mineralen (Cu) op
    - - Overtollige cholesterol wordt gemaakt tot galzouten
- - - - n = DA (delta c / delta x)
      - n = het aantal deeltjes dat per seconde de wand van een longblaasje en haarvat passeert
      - D = temperatuur is 37 constant (diffusiecoëfficiënt)
      - A = groot diffusieoppervlak
      - delta c = concentratieverschil
      - delta x = diffusieafstand
  - - - Slijmvliezen in de bronchiën raken ontstoken en maken slijm
    - - Aantal longblaasjes kapot
    - - Slijm hoopt zich op in de bronchitis
- - - - Hiertussen zit de interpleurale ruimte met dunne laag vloeistof
  - - - middenrifspieren en buitenste tussenribspieren trekken samen
      - De longen krijgen een groter volume, er ontstaat onderdruk
    - - Ontspanning middenrif en buitenste tussenribspieren
      - Overdruk
  - - - Buitenste tussenribspieren trekken met kracht samen
      - Kleine borstspier en nekspieren helpen mee
    - - buikspieren trekken krachtig samen en drukken middenrif omhoog
      - binnenste tussenribspieren helpen mee
      - overdruk
- - - - urine komt in nierbekken --> urineleider --> urineblaas
  - - - Extra poriën --> ultrafiltratie
    - - eerste gekronkelde nierbuisje --> tweede gekronkelde nierbuisje --> verzamelbuisje
        
        Overal lopen bloedvaten die stoffen uitwisselen
  - - - Symport (allebei dezelfde kant op)
      - Antiport (tegengestelde richting)
      - tegen een concentratiegradiënt in (actief)
    - - leidt in het bloed tot de omzetting van angiotensinogeen uit de lever in angiotensine I
        
        In longen wordt het omgezet tot angiotensine ll
        
        Stimuleert afgifte van aldosteron en bijnierschors
- - - - Enzymen werken minder goed
      - afweersysteem wordt minder
      - Vitale organen raken verstoord
      - Slagaders en aders worden nauwer. Je krijgt het warmer.
    - - Infectie
      - Norm gaat omhoog
        
        Meer afweerstoffen
        
        Lichaam behandelt als onderkoeling
        
        Cytokine (gemaakt door witte bloedcellen)
      - Norm gaat omlaag wanneer infectie is bestreden