Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
luchtwegen - Coggle Diagram
luchtwegen
-
De keelholte (pharynx) is de ruimte achter de mond neusholte en hier passeren zowel voedsel als lucht. Lucht gaat het ventraal gelegen strottenhoofd binne voedsel gaat naar de dorsaal gelegen slokdarm.
-
Het strottenhoofd (larynx) ligt ventraal van de slokdarm en is met een bindweefselplaat met het erboven liggende
tongbeen bevestigd. Het strottenhoofd is een stevige koker, opgebouwd uit kraakbeen, ligamenten en dwarsgestreepte spieren.
-
schildkraakbeen (cartilago thyroidea), waarvan de bovenrand naar voren uitsteekt (adamsappel)
strotklepje (epiglottis), een kraakbeenplaat dat boven het schildkraakbeen uitsteekt en bij het slikken de luchtpijp afsluit en zorgt ervoor dat er geen voedsel in komt; werkt automatisch.
Echter op het moment dat je gaat denken, bijvoorbeeld van het oraal innemen van medicijnen, dan kan dit wel eens mis gaan..
-
-
De ruimte tussen de stembanden is de stemspleet. Stemvorming komt tot stand door de stemspleet te vernauwen, waardoor uitgeademde lucht de stembanden (4x; 2 echte en 2 valse) in trilling brengt. De stembanden zitten vast aan de Adamsappel. De toonhoogte wordt bepaald door spanning, lengte, elasticiteit en massa van de stembanden.
-
De mondholte (cavum oris) ondersteunt de in- en uitademing (bij een verstopte neus of bij hijgen) zor voor klankvorming bij spreken, zingen en fluiten.
-
-
-
maken geen deel uit van de neusholte, maar staan er wel mee in verbinding;
-
bestaan uit: sinus maxillaris, sinus sphenoidalis, sinus ethmoidales en sinus frontalis;
-
-
-
De neusholte wordt begrensd door sfenoïd (os sphenoidale), etmoïd (os ethmoidale), voorhoofdsbeen (os frontale), neusbeen (os nasale) en bovenkaak (maxilla). Het neustussenschot (septum nasi) verdeelt de neusholte in tweeën.
De neusschelpen (conchae) zijn in de neusholte uitstekende botranden; ze vergroten het oppervlak van de neusholte. Bovenin de neusholte bevindt zich reukepitheel.
neus- en mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën en longblaasjes.
-
Rechter hoofdbronchus splitst in 3 grote bronchiën (3 longkwabben) en links in 2 grote bronchiën (2 longkwabben) → i.v.m. ligging van het hart Bronchiën monden uit in longtrechtertjes
-
De linkerlong bestaat uit twee longkwabben en de rechterlong uit drie. De rechterhoofdbronchus splitst dan ook in drie grote bronchiën, de linker in twee. In de wand van de grote bronchiën zitten onregelmatig gevormde kraakbeenstukken.
De grote bronchiën vertakken steeds verder tot uiteindelijk de bronchiolen, de allerfijnste vertakkingen met een doorsnede van 1 mm.
-
De luchtpijp (trachea) sluit aan op het ringkraakbeen van het strottenhoofd en splitst boven het hart in linker- en rechterhoofdbronchus. In de wanden van luchtpijp en hoofdbronchiën zitten hoefijzervormige kraakbeenstukken die het lumen openhouden.