Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
GS c5 tm c8 - Coggle Diagram
GS c5 tm c8
C8 ca 1800-1900
de sociale kwestie
kinderen mochten niet meer werken oplossing socialisten arbeiders moeten een revolutie starten gelijkheid algemeen kiesrecht meerderheid burgers ze kunnen een regering vormen
sociale wetgeving minimum loon
-
de industriële revolutie
fabrieken en machines ipv met de hand gevolg steden urbanisatie iedereen gaat massaal naar de stad er ontstaat krotten wijken daardoor leven veel mensen dicht op elkaar er ontstaan sneller ziektes epidemieën geen waterleiding en of riolering lage loon mensen zoeken massaal werk en lange werktijden en ook kinderarbeid
-
democratisering
het volk krijgt de macht 1815 willem 1 1848 thorbecke grondwetswijziging wat staat er in eerste en 2 kamer hebben de macht koning niet meer alleen mannen die een bepaalde hoeveelheid belasting kunnen betalen kleine groep
-
C5 ca 1400-1600
De Renaissance
derde stand burgers werden rijker wilde meer van het leven genieten wedergeboorte belangrijke kunstenaar was Raphael en Michelangelo beeldhouwwerken en schilderijen zelf bewuste wezens
De reformatie
de kerk de paus was een heel belangrijk persoon kritiek op de kerk omdat het meer ging om geld en niet om het geloof humanisten waren mensen die de teksten goed bestudeerde belangrijk persoon Maarten Luther en Calvijn ook wel calvinisten genoemd noorden katholiek zuiden protestant
-
ontdekkingsreizen
Amerika ontdekt door columbus vooral door de landen Spanje en Afrika ook een een belangrijk persoon was vasco da gama voor de handel en macht en uitbereiding
De Nederlandse opstand
godsdienst oorlog Filips de 2 wilden iedereen katholiek maar de Nederlanders vonden dat je dat zelf mocht kiezen in 1566 was er een beeldenstorm in katholieke kerken Filips stuurde daarvoor een leger lukte hem niet noordelijke helft onder leiding van Willem van oranje zuidelijke helft Filips de 2 oorzaak scheiding Nederland en België
C6 ca 1600-1700
de goudeneeuw
burgers kregen veel meer vrijheid er was een republiek er ontstond veel handel waardoor burgers veel belangrijker werden Nederland was een van de rijkste landen er komt door de monding van belangrijke rivieren ook bloeide de kunst belangrijk persoon was Rembrandt van Rijn en filosoof Spinoza
-
Het absolutisme
de koning werd steeds machtiger er ontstond een alleen absolute monarchie politieke denkers dachten dat de koning de zegen van god had en niet een een burger Lodewijk de 13 slaagde daar het best in in Engeland niet er ontstond een oorlog tussen koning en parlement
-
C7 ca 1700-1800
verlichte absolutisme
uit angst voor eigen verlies ze moesten een beetje geven aan de bevolking maar wel de macht houden en ook geen democratie belangrijk persoon was Frederik de grote hij was een verlichte absolute vorst
plantages en slavernij
door het handelen en het reizen kwamen er veel contacten met andere landen door het vinden van cacoa koffie peper en andere goederen moest dat gekweekt worden op andere plekken met een beter klimaat daarvoor werden slaven uit Afrika gehaald abolitionisme was het streven naar deze afschaffing driehoekshandel amerika azie afrika
de verlichting
mensen gingen het rationeel denken toepassen ze gingen niet meer uit van wonderen en dat alles door god kwam alle mensen waren dus van nature gelijk belangrijke verlichte denkers Rousseau van gelijkheid voor alle mensen en montesquieu triaspolitica in sommige staten is verlichting niet mogelijk
democratische revolutie
politiek en samenleving in opstand tegen absolute vorsten veldslag waterloo er kwam weer een koningshuis na de oorlog belangrijk persoon Napoleon