Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Screenshot 2022-02-08 13.47.23 Biologie 13.1 en 13.2, Alle begrippen 13.1:…

- - - - astrocyten (gliacellen)
    - - Grote hersenen
        
        Twee hersenhelften, verbonden door de hersenbalk
        
        motorprogramma's voor mogelijk maken van automatisch en gecoördineerd complexe handelingen
      - Kleine hersenen
        
        vooral een rol bij het coördineren van bewegingen
      - Hersenstam
        
        Bestaat uit middenhersenen, de pons en het verlengde merg
        
        Middenhersenen spelen rol bij reflexen met betrekking tot zien en horen
        
        De pons verbindt grote en kleine hersenen en is tussenstation tussen evenwcithszintuig in je middenoor en de kleine hersenen
        
        Het verlengde merg is het overgangsgebied van de hersenen naar je ruggenmerg (hier kruisen zenuwen --> linkerhersenhelft krijgt informatie van rechterhersenhelft en andersom)
    - - Zwervende zenuw bevindt zich niet in het gebied van de hoofd en hals
  - - - sensorische centra
        
        gehoor
        
        primaire gehoorcentrum (bewustwording)
        
        secundaire gehoorcentrum (interpreteren)
        
        beweging
        
        primaire motorische schors
        
        secundaire motorische schors
    - - 31 paar ruggenmergszenuwen
      - Rugzijde
        
        sensorische neuronen
        
        vervoeren impulsen naar het ruggenmerg
        
        Spinaal ganglion (verdikking met de cellichamen van de sensorische neuronen)
        
        in grijze stof liggen de cellichamen van schakelneuronen
      - Buikzijde
        
        bevat uitlopers van motorische neuronen
        
        impulsen gaan via het ruggenmerg naar de spieren
        
        Liggen in grijze stof aan de buikzijde
    - - motorische neuronen maken verbinding
      - vervoeren impulsen verder naar organen
  - - - ontspannen gevoel
      - neurotransmitter GABA
  - - - behalve in gebied van hoofd; dat gaat via de hersenstam en hersenzenuwen
- - - - Sensorische neuronen
        
        Neuron dat informatie van zintuigen naar het CZS brengt.
      - Schakelneuronen
        
        Neuron in het centraal zenuwstelsel dat impulsen van sensorische neuronen en andere neuronen uit het CZS doorschakelt.
      - Motorische neuronen
        
        Neuron dat informatie van het CZS naar spieren of via de gresstreng naar klieren brengt.
    - - Celkern
      - Uitlopers
        
        Dendrieten
        
        Deze soort uitlopers vervoeren impulsen van zintuigcellen of andere neuronen naar het cellichaam. Dendrieten van sensorische neuronen zijn tot 1,5 m lang. De dendrieten van motorische neuronen zijn kort.
        
        Axonen
        
        Deze soort uitlopers vervoeren impulsen vanaf het cellichaam naar andere neuronen, spieren of klieren. Axonen van sensorische neuronen zijn kort. De dendrieten van mototrische neuronen zijn tot 1,5 lang.
  - - - Regelen de de uitwisselingen van stoffen tussen neuronen en het bloed. Ze leveren steun aan neuronen en spelen een rol bij het herstel van neuronen na beschadiging.
    - - Vormen een myelineschede om uitlopers van neuronen in het CZS.
    - - Veranderen in fagocyten bij weefselbeschadiging en beschermen de neuronen tegen ziekteverwekkers.
    - - Produceren hersen- en ruggenmergsvocht. Het zijn endotheelcellen die de hersenkamers en het centrale kanaal van het ruggenmerg bekleden.
    - - Spelen een rol bij het herstellen van beschadigde neuronen, vormen een myelineschede om de lange uitlopers van de neuronen in het perifere zenuwstelsel.