Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Periode 2 - Coggle Diagram

- - - - Witte bloedcellen clonen zichzelf
      - Lymfeklieren zetten op
- - - - Hoornlaag
      - Kiemlaag
      - Porie
      - Pigment
    - - Temperatuurzintuigje
      - Bloedvaten
      - Talgklier
      - Zweetklier
      - Haarzakje
    - - Vetcellen
      - Bloedvaten
- - - - 3 Stollingseiwit wordt plakkerig
      - 4 Plakkende bloedplaatjes en rode bloedcellen
      - 2 Signaalstof
      - 5 Korstje
      - 1 Bloedplaatjes breken
    - - 5 Er is een bloedprop ontstaan (korstje)
      - 4 De eiwitten hechten zich aan de beschadigde bloedvatwant en er ontstaat een soort van net waar de bloedplaatjes en rode bloedcellen in blijven hangen
      - 3 Stollingseiwitten worden plakkerig
      - 2 Bloedplaatjes breken open, waardoor er een "signaalstof" vrijkomt
      - 1 Bloedvat wordt beschadigd
- - - - Valt alles wat binnenkomt aan wat het lichaam niet kent
    - - Valt maar 1 ziekteverwekker aan
      - Als er een ziekteverwekker binnenkomt, vermenigvuldigen de witte bloedcellen heel snel. Er ontstaan 2 soorten
        
        Geheugen-B-Lymfocyten
        
        Slaan een soort van "recept" op, waar in staat hoe deze ziekteverwekker ge"killed" moet worden. Je bent nu immuun voor deze ziekteverwekker.
        
        "killer"-B-Lymfocyten
        
        Verteert de ziekteverwekkers, zodat de onschadelijk worden
    - - 3.De antistoffen hechten zich aan de ziekteverwekker
      - De ziekteverwekker zit onder de antistoffen, waardoor het onschadelijk is
      - Witte Bloedcellen maken antistoffen
      - Ziekteverwekker komt het lichaam binnen
    - - Proces
        
        Bacterie wordt verteert
        
        Afvalstoffen worden geproduceert
        
        Macrofaag omsluit een bacterie
      - Het verteren van een bacterie
- - - - Je krijgt een verzwakte versie van een ziekteverwekker toegediend 1
      - Je lichaam begint antistoffen te maken 2
      - Na een tijdje ben je immuun! 3
  - - - Je bent gebeten door een giftige slang, je krijgt dan antistof ingespoten
    - - Het gif/virus/bacterie verspreid te snel om voor je lichaam bij te houden
- - - - Bloedvaten worden breder, zodat de warmte makkelijker kan ontsnappen
      - Je produceert veel zweet
    - - Bloedvaten worden dun/klein om de warmte binnen te houden
      - Je produceert geen zweet
      - Je krijgt "kippenvel"