Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Ontwikkeling in de waarneming en het mentaal functioneren, Het vermogen om…
-
Het vermogen om door middel van een symbool of teken ( woord , gebaar , object of mentaal beeld ) zijn , te verwijzen naar iets dat actueel niet aanwezig is.
-
Via voorstellingen is het kind is staat om zeer uiteenlopende betekenissen toe te kennen aan objecten die daar op zich niets mee te maken hebben.
De krabbels van een peuter iets gaan betekenen ( hoe onherkenbaar dat in het begin ook mag zijn voor buitenstaanders ) ,zijn het geen vormeloze lijnen meer maar krijgen ze een verwijzingswaarde.
Mentale beelden gedurende een zekere tijd actief vast te houden of ze na verloop van tijd weer op te roepen in de voorstelling , ook zonder dat ze onmiddellijk omgezet
Een symboolsysteem bij uitstek , waarmee afwezige objecten of situaties op ieder willekeurig moment opgeroepen kunnen worden in het bewustzijn , en ook naar andere mensen gecommuniceerd kunnen worden.
Levenloze objecten lijken bezield en behept te zijn met gevoelens en intenties.
Vb : De deur waaraan het kind zich gestoten heeft , is stout.
Neutrale objecten lijken gezichten te hebben , vaak met een heel emotionele geladenheid
Vb : Pieter maan lacht naar mij , de machines in Bob de bouwer
Peuters kijken geboeid naar eenvoudige getekende plaatjes in kinderboeken.
Alles wat is , lijkt door mensen gemaakt. Iemand moet ervan aan de basis liggen.
Vb : Een machtige reus die de bergen gemaakt heeft.
Deze soort verhaaltjes en tekeningen die volwassen verzinnen om het kind te plezieren , werken niet bij de peuters.
Alles lijkt een doel te hebben, , dingen zijn er niet zomaar -> ze zijn er voor iets of voor iemand
Waaromvragen waarmee vooral kleuters de volwassene bestoken , wordt niet gezocht naar een causale verklaring , maar naar een doel dat erachter kan liggen.
Vb : waarom regent het ? -> ' wat is het doel ervan ' -> ' omdat de plantjes iets te drinken zouden hebben, beter kunnen groeien " .
Geen echte , maar schijnbare oorgevolgrelaties
Vb : Toen het kind jarig was , lag er sneeuw , nu sneeuwt het opnieuw en dus verwacht het kind gauw weer een verjaardagsfeest.
Kind brengt causaal verbrand aan tussen gebeurtenissen die toevallig samenkomen.
Dit kan aanleiding geven tot onterechte angsten of schuldgevoelens
vb : mama is ziek kort nadat het kind iets stouts gedaan heeft , nu denkt het dat dat zijn schuld is ).
De oorzaken en gevolgen omdraaien
Vb : een man valt met de fiets op de grond en moet een gips dragen -> kind : fietser is gevallen omdat hij zich had pijn gedaan.
Kinderen gaan er van uit dat zij de loop der dingen kunnen veranderen door iets te doen of te vermijden wat er evenwel helemaal geen vat op heeft.
Vb : Als ik erin slaag om dat liedje helemaal uit te zingen zonder de minste hapering , dan komt sinterklaas.
Ze zijn in staat vanaf het einde van het eerste levensjaar bepaalde vroegere ervaringen bewust te herinneren -> nagaan in hoeverre er ruimte is voor uitgesteld nabootsingsgedrag.
Het kind iets tonen en de anderen niet en dan na een bepaalde tijd kijken op welke moment waargenomen hebben , op te slaan in geheugen in later weer op te roepen in herinnering om te gebruiken in het gedrag.
Een positief verschil kan dan op rekening van een herinneringsproces gebracht worden.
Peuters zijn in toenemende mate in staat om wat ze op een bepaald moment waargenomen hebben , op te slaan in hun geheugen in later weer op te roepen in herinnering om te gebruiken in het gedrag.
Volwassenen niet in staat om herinneringen op te halen over gebeurtenissen van voor de leeftijd van 3 jaar.
Peuters zijn wel in staat om dingen die ze hebben waargenomen nadien nog te gebruiken in gedrag.
Peuter nog geen interne voorstelling maken van hoe ruimtelijke structuur eruitziet , maar weet er in zijn gedrag wel al vlot gebruik van te maken.
Beschikt nog niet over abstract tijdskader waarin de dingen geordend kunnen worden.
Het is enkel in spontaan beleven en handelen dat er geen gevoel van tijd ontstaat , dus een duidelijk besef van hoe gebeurtenissen elkaar opvolgen
Categoriseringinstrument -> verschillende objecten die tot dezelfde categorie behoren benoemen.
Ze leren later nog meer onderscheidingen te maken binnen de categorien : categorie wordt afgelijnd : het worden echte concepten