H5:ontwikkeling van het zelfconcept

persoonlijkheid en identiteit

subjectieve zelf

het zelfconcept - zelfbeeld

het eerste levensjaar

sensomotorische egocentrisme

objectiepermanentie en intenties

objectieve zelf

eerste stadium: herkenning (15-24maanden)

tweede stadium: empathie (vanaf 3 jaar)

persoonlijkheid is een verzameling van stabiele psychische en gedragsmatige kenmerken, waardoor een individu door de loop van zijn leven op een consistente manier gedraagt

persoonlijkheid

identiteit

  • karakteristieke gedragspatroon (temperament) van een individu
  • per + identi = nauw verbonden ( persoonlijke identiteit)
  • ontwikkeling per -> inwendig proces met invloed buitenwereld ( bv cultuur) + blauwdruk geboorte ( bv van nature introvert )

=> satbiel (30 jaar) en typerend

  • door externe factoren blijft identiteit veranderen=dynamisch

1 sociale identiteit -> behoren tot verschillende groepen met wederzijdse beïnvloeding ( bv chiro)

2 culturele identiteit = gewoontes, normen waarde cultuur op dagelijkse basis ( bv kerstmis)

3 geslachtsidentiteit = voelen vrouw/ man + geslachtstypische gedragingen

  • bestaat uit deelidentiteiten ( meervoudige identiteit)

soorten

aspecten

psychisch niveau

  • innerlijke eenheid -> identiek tussen alle wisselende rollen en stemmingen

psychosociaal niveau

  • permanete eigenschappen
  • in balans met sociale omgeving -> hoe persoon zich ziet, zo zijn andere hem ook
  • proces invloeden Na en Nu
  • socialistatie= het mee geven waarde en normen
  • krijgt vorm in puberteit ( identiteitscrisis) - Erik Erikson

bv etnische id, nationale id, persoonlijke id,....

identiteit is een verzameling van Ph kenmerken die een individu typeren en ook aan zichzelf toekent. Hoe je jezelf ervaart en hoe je in de wereld staat.

edubox

identiteit - wat?

  • deelidentiteiten kunnen veranderen

identiteit - functie?

  • kompas ->geeft ons leven een richting
  • beantwoord Drie menselijke basisbehoefte

1 belonging = samenhorigheid, bepaalde groepen

2 sense = op zoek naar betekenis, zingeving

3 agency = op eigen benen willen staan, verantwoordelijkheid

identiteit -ontwikkeling/ vorming?

  • zelf+andere mensen

-Intern = in hoofd -> bv behoeftes, verlangens ( hoe we dat doen bepaalt mee identiteit)

-Extern= omgeving -> andere vormen jouw identiteit door hoe ze naar je kijken en hoe ze je behandelen

  • hoe je jezelf ziet met je typische kenmerken
  • baby's geen psychisch besef maar reageren al snel actief op andere -> sensomotorische ontwikkeling ( subjectieve zelf)

twee fasen

1 subjectieve zelf ( 2-12 maanden)

2 objectieve zelf (15 maanden-5jaar)

  • ontwikkeld in kindertijd
  • portman -> de mens komt prematuur ter wereld

eerst: sensomotorische ontwikkeling ontwikkelen (reflexen en zintuigen bv moro-reflex)

  • elke (nieuwe) ervaring = netwerken in brein

baby komt ter wereld met fysiologische bagage -> geen psychologische rijpheid

  • lafosse -> zie vragen cursus
  • proprioceptie (3-4maanden) -> het kind wordt zich bewust van eigen lichaam, lichamelijk zelfgevoel

NIET zelfbesef, bewust van zichzelf

  • proprioceptieve feedback -> reacties op eigen lichamelijke gewaarwording ( bv voetjes is mond)
  • 4 maanden
  • scheidt zich geleidelijk aan af van andere en dingen
  • hechtingsband versterkt -> pril zelfbesef (vooral lichamelijk)

eerste signaal: sociale glimlach -> reageren op positieve gezichtsuitdrukkingen

huilgedrag = actie - reactie

=> subjecieve zelf ->geen besef splitsing tussen andere en dingen maar wel alles waarnemen uit eigen perspectief ( sensomotorisch egocentrisme) + lichamelijk zelfbesef

  • steeds zelfbewuster omgaan met omgeving - twee fasen -Piaget

1 primaire circulaire reacties ( 1-4 maanden) -> herhaalt zelfde handeling voor prettigheid ( bv duimzuigen)

2 secundaire circulaire reacties ( 4-8 maanden) -> stelt handeling voor effect dat het opbrengt ( bv boekje vastgrijpen ->knispert)

  • scheidingsangst ( 8 maanden) -> groeiend besef onderscheidt zelf en andere
  • objectiepermanetie
  • intenties/ bedoelingen

mentale voorstellingen van objecten en personen + constant blijf ook als je het niet ziet ~ rijping prefrontale cortex

deze doorzien -> bewegingen en uitdrukkingen vertellen wat iemand van plan is of hoe iemand zich voelt

  • peuter begint te lopen -> groeiend besef van objecten buitenwereld eigen leven = begin objectieve zelf
  • zichzelf ervaren als persoon met eigen handelingen, gevoelens en waarnemingen
  • bewust van zichzelf + typische stabiele kwaliteiten (bv naam)
  • damasio - the self comes to mind

bewuste geest = interactie tussen...

hersenschors ( grote hersenen) en herenstam

hersenstam en lichaam

  • Gallup-spiegeltest/ galluptest
  • langzaam bewust zijn dat mijn bewustzijn heeft - besef dat men nadenkt = metacognitie
  • koppigheidsfase = eerste identiteitsgevoel

( weinig cognitieve controle = het vormogen om gedrag bij te sturen of te stoppen)

zichzelf herkennen -> socialer leven , elkaar nadoen

~spiegelneuronen = helpen ons gedrag andere imiteren+ intenties te doorzien

  • ontstaan inlevingsvermogen -> verplaatsen in gedachten, perspectief van andere

=> ontstaan ToM = theory of mind ( vermogen voor te stellen wat iemand anders denkt)

  • Baron-cohen-onderzoek emphatie

single minded = alleen aandacht voor jezelf en eigen gewaarwording = geen empathie

double minded= aandacht voor andere en onszelf = empathie

  • empathie -> heeft een dubbele focus = twee fasen~ frontale cortex

1 herkenning -> herkent wat iemand voelt/denkt

2 respons -> reageert erop met een gepaste emotie/actie

ToM - test

false-belief test

sally en anne test

-verbaal

test om inlevingsvermogen te testen

test -> vroeg detecteren van stoornissen -> problemen dubbele focus empathie

Hersenkwabben_met_naam