Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H5:ontwikkeling van het zelfconcept, edubox, aspecten, bewuste geest =…
-
-
-
-
-
persoonlijkheid is een verzameling van stabiele psychische en gedragsmatige kenmerken, waardoor een individu door de loop van zijn leven op een consistente manier gedraagt
- karakteristieke gedragspatroon (temperament) van een individu
- per + identi = nauw verbonden ( persoonlijke identiteit)
- ontwikkeling per -> inwendig proces met invloed buitenwereld ( bv cultuur) + blauwdruk geboorte ( bv van nature introvert )
-
- door externe factoren blijft identiteit veranderen=dynamisch
-
2 culturele identiteit = gewoontes, normen waarde cultuur op dagelijkse basis ( bv kerstmis)
-
- bestaat uit deelidentiteiten ( meervoudige identiteit)
-
- innerlijke eenheid -> identiek tussen alle wisselende rollen en stemmingen
-
- in balans met sociale omgeving -> hoe persoon zich ziet, zo zijn andere hem ook
- proces invloeden Na en Nu
- socialistatie= het mee geven waarde en normen
- krijgt vorm in puberteit ( identiteitscrisis) - Erik Erikson
bv etnische id, nationale id, persoonlijke id,....
identiteit is een verzameling van Ph kenmerken die een individu typeren en ook aan zichzelf toekent. Hoe je jezelf ervaart en hoe je in de wereld staat.
- deelidentiteiten kunnen veranderen
- kompas ->geeft ons leven een richting
- beantwoord Drie menselijke basisbehoefte
1 belonging = samenhorigheid, bepaalde groepen
2 sense = op zoek naar betekenis, zingeving
3 agency = op eigen benen willen staan, verantwoordelijkheid
-
-Intern = in hoofd -> bv behoeftes, verlangens ( hoe we dat doen bepaalt mee identiteit)
-Extern= omgeving -> andere vormen jouw identiteit door hoe ze naar je kijken en hoe ze je behandelen
- hoe je jezelf ziet met je typische kenmerken
- baby's geen psychisch besef maar reageren al snel actief op andere -> sensomotorische ontwikkeling ( subjectieve zelf)
-
-
-
-
- portman -> de mens komt prematuur ter wereld
-
- elke (nieuwe) ervaring = netwerken in brein
-
- lafosse -> zie vragen cursus
- proprioceptie (3-4maanden) -> het kind wordt zich bewust van eigen lichaam, lichamelijk zelfgevoel
NIET zelfbesef, bewust van zichzelf
- proprioceptieve feedback -> reacties op eigen lichamelijke gewaarwording ( bv voetjes is mond)
-
- scheidt zich geleidelijk aan af van andere en dingen
- hechtingsband versterkt -> pril zelfbesef (vooral lichamelijk)
-
-
=> subjecieve zelf ->geen besef splitsing tussen andere en dingen maar wel alles waarnemen uit eigen perspectief ( sensomotorisch egocentrisme) + lichamelijk zelfbesef
- steeds zelfbewuster omgaan met omgeving - twee fasen -Piaget
1 primaire circulaire reacties ( 1-4 maanden) -> herhaalt zelfde handeling voor prettigheid ( bv duimzuigen)
2 secundaire circulaire reacties ( 4-8 maanden) -> stelt handeling voor effect dat het opbrengt ( bv boekje vastgrijpen ->knispert)
- scheidingsangst ( 8 maanden) -> groeiend besef onderscheidt zelf en andere
-
-
mentale voorstellingen van objecten en personen + constant blijf ook als je het niet ziet ~ rijping prefrontale cortex
deze doorzien -> bewegingen en uitdrukkingen vertellen wat iemand van plan is of hoe iemand zich voelt
- peuter begint te lopen -> groeiend besef van objecten buitenwereld eigen leven = begin objectieve zelf
- zichzelf ervaren als persoon met eigen handelingen, gevoelens en waarnemingen
- bewust van zichzelf + typische stabiele kwaliteiten (bv naam)
- damasio - the self comes to mind
- Gallup-spiegeltest/ galluptest
- langzaam bewust zijn dat mijn bewustzijn heeft - besef dat men nadenkt = metacognitie
- koppigheidsfase = eerste identiteitsgevoel
-
zichzelf herkennen -> socialer leven , elkaar nadoen
-
- ontstaan inlevingsvermogen -> verplaatsen in gedachten, perspectief van andere
-
- Baron-cohen-onderzoek emphatie
-
-
- empathie -> heeft een dubbele focus = twee fasen~ frontale cortex
-
-
-
-
-
-