Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
nieren vervolg - Coggle Diagram
nieren vervolg
-
Ultrafiltratie, terugresorptie en excretie in de nefronen leiden uiteindelijk tot diurese (urinevorming). Urinevorming hangt af van een aantal factoren (gem 1,5 tot 2 l per 24/u)
-
-
-
-
De urinevorming (diurese) gebeurt continu; de urineproductie is 1,5 - 2 liter per etmaal. Urine bevat altijd:
-
zouten, zoals natrium, chloride en kalium;
ureum, creatinine (= afbraak van spiereiwit) en urinezuur, de afbraakproducten van eiwitten;
urobiline, afkomstig van bilirubine, kleurt urine geel;
-
-
vitamine C, als de opname groter is dan het verbruik;
-
Transport, opslag en verwijdering van urine door de urinewegen
In de urinewegen vinden transport, opslag en verwijdering van de urine uit het lichaam plaats. De onderdelen van de urinewegen zijn:
-
urineblaas (vesicae urinaria); binnenkant bedekt met rekbaar overgangsepitheel, behalve de blaasdriehoek met de uitmonding van de urineleiders
-
(een vrouw heeft sneller kans om blaasontsteking te krijgen ivm korte verbinding met de externe omgeving).
Rondom de blaasuitgang liggen de inwendige sluitspier (m. sphincter vesicae), een onwillekeurige gladde spier, en de uitwendige sluitspier (m. sphincter urethrae), een willekeurige dwarsgestreepte spier.
-
De urinelozing (mictie) gebeurt gemiddeld drie tot zes keer per etmaal. Is de urineblaas over de helft gevuld (300 ml), dan komt de mictiereflex op gang. Je voelt aandrang. Op geleide van je wil kun je de uitwendige sluitspier aanspannen (plas ophouden). Als je plast ontspan je deze spier.
-
Nieren hebben invloed op de bloeddruk, bloedzuurgraad en omdat ze invloed hebben op de aanmaak van erytrocyten ook op het zuurstofgehalte van het bloed. Als bloed te weinig zuurstof bevat dan scheidt het nierweefsel meer EPO af. Dit stimuleert de aanmaak van erytrocyten in het beenmerg zodat er meer zuurstof gebonden kan worden en het zuurstofgehalte stijgt. Ook bij een lager zuurstofgehalte van het uitwendig milieu gaan de nieren erytropoetine produceren om meer zuurstof in het bloed te brengen. De nieren leveren 85% van de productie en de lever de overige 15%.
-
nierslagader (arteria renalis), aftakkingen van de buikaorta, voeren per minuut één liter bloed naar de nieren;
interlobaire arteriën, vertakkingen van de nierslagader, liggen tussen de mergpiramiden;
boogarteriën, vertakkingen van de interlobaire arteriën, verlopen boogvormig aan de basis van de mergpiramiden;
Interlobulaire arteriën; vertakkingen van de boogarteriën binnen het niermerg; arteriolen hiervan vormen een arteriële portale circulatie;
interlobulaire venulen en interlobaire venen, vervoeren het bloed uit niermerg en -schors;
nierader (v. renalis), mondt direct uit in de onderste holle ader.