Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Zenuwstelsel, Als jij de beweging in actie zet begint het signaal hier: -…

- - - - linker
        
        Allebei dezelfde "onderdelen"
        
        frontale kwab
        
        executieve functies (plannen, impulsbeheersing, concentratie, probleemoplossend denken, doelgericht handelen)
        
        opslaan, plannen en coördineren van vrijwillige bewegingen
        
        parietale kwab
        
        het verwerken en interpreteren van tast-, pijn-, temperatuur- en proprioceptieve prikkels
        
        temporale kwab
        
        het verwerken en interpreteren van impulsen van het gehoorzintuig
        
        het begrijpen van taal en het opslaan van de betekenis van woorden
        
        occipitale kwab
        
        het verwerken en interpreteren van impulsen van het gezichtszintuig
        
        Ontvangt en bestuurt van rechterkant lichaam
        
        taal en inzicht
      - rechter
        
        Ontvangt en bestuurt van linkerkant lichaam
        
        omgeving en artistieke kant
      - Ontvangt en bestuurt van rechterkant lichaam
    - - evenwicht
      - coördinatie van bewegingen
    - - automatische lichaamsfuncties regelen, zoals de ademhaling, de hartslag en reflexen.
    - - Thalamus
        
        "filtert" de zenuwinvoer zodat de grote hersenen niet overspoeld worden met info.
      - Hypothalamus
        
        het regelen van dorst, honger en lichaamstemperatuur
        
        het beïnvloeden van de afscheiding van hormonen door de hypofyse.
        
        het handhaven van het interne milieu (homeostase) in ons lichaam
  - - - Grijze stof
        
        vormt een vlindervormig figuur met vier hoornen: ventraal = onderkant, versturen. dorsaal = bovenkant, ontvangen. Ze doen dit allebei via de ruggengraatzenuw.
      - Witte stof
      - ruggengraatzenuwen
        
        verbinden de hersenen met de zenuwen overal op je lichaam
- - - - sensorische neuronen
        
        HERSENSTAM of RUGGENMERG
        
        motorische neuronen
        
        effector (bvb spier)
        
        💥Reactie💥
  - - - sensorische neuronen
        
        GROTE HERSENEN
        
        motorische neuronen
        
        effector (bvb spier)
        
        💥Reactie💥
- - - - Ontvangt impulsen van receptoren
        
        Geeft ze door aan het cellichaam -->
    - - Organellen
        
        Zorgen ervoor dat de cel functioneert. Mitochondrieen (Zoals in een normale lichaamscel) zorgt voor energie.
    - - Bevat DNA
    - - Geeft impulsen door.
      - Synaps
        
        Geeft de impulsen over aan een zenuwcel
        
        Gaat naar de dendriet volgende cel (De synaps sluit aan aan een dendriet)
        
        De signalen kunnen door omdat er een stofje vrijkomt genaamd neurotransmittor, hierin zitten de "signalen"
      - .
      - Bedekt door myelineschedel. Impuls "springt" over het schedel, tussen elk schedeltje bevindt zich de insnoering van Ranvier. Hier springt de impuls dus telkens naar toe.
        
        Impuls gaat door de axon aan 120 m/s
        
        Myelineschedel
        
        Bestaat uit cellen van Schwann.
        
        Omcirkelt de axon
  - - - Ontvangt van: Receptoren
      - Lange dendrieten en axonen (Axonen bedekt door myelineschedel)
    - - Ontvangt van: Sensorische neuronen
      - Veel dendrieten en axonen (Axonen NIET bedekt door myelineschedel)
      - In het centrale zenuwstelsel
    - - Ontvangt van: Interneuron
      - Lange axonen (Axonen bedekt door myelineschedel)
      - Geeft instructies aan je spieren.
- - - - Hetzelfde als willekeurige spier, maar kan niet vanuit het bewustzijn geregeld worden. (Je kan niet beslissen dat je hartspier samentrekt)
    - - Worden korter en dikker als ze samentrekken.
      - Zit in darmen en bloedvatten. Trekt samen en vervoert hierdoor een vloeistof (in geval van bloedvat) of voedsel (in geval van darmen)
  - - - Doet tegenovergestelde van een spier, maakt tegengestelde bewegingen mogelijk.
        
        Vb. De tricep is een antagonistische spier van de bicep. Bicep trekt samen = Tricep rekt uit.