Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

DSM5 - Coggle Diagram

- - - - • Dissociatieve amnesie: vaak na ingrijpende gebeurtenis, kan niet meer herinnerd worden (black out)
      - • Dissociatieve fugue: iemand met dissociatieve amnesie die een andere identiteit heeft aangenomen
      - • Dissociatieve identiteitsstoornis = meervoudige persoonlijkheidsstoornis (alter ego)
      - • Depersonalisatiestoornis
    - - Somatoforme stoornissen:
      - • Psychische aandoening waarbij een persoon lichamelijke klachten heeft waarvoor geen somatische oorzaak (lichamelijke ziekte) gevonden is. De patiënt ervaart reële lichamelijke klachten, die niet ingebeeld zijn. De klachten zijn niet bewust of doelbewust nagebootst.
      - • Somatisatiestoornis: uiteenlopende lichamelijke klachten vaak gecombineerd met
      - gevoelens van depressiviteit en angst. Alles draait om klachten en arts bezoek.
      - • Conversiestoornis: omzettingsstoornis; onverklaarbare stoornissen hebben in de
      - zintuigelijke of motorische functies (verlammingen, bevingen, toevallen, afonie etc.)
      - • Er is sprake van een dissociatie van een verdrongen emotionele of traumatisch ervaring.
      - Begint en eindigt vaak abrupt binnen 2 jaar.
      - • Hypochondrie: mensen die ten onrechte de angst of overtuiging hebben allerhande kwalen en ziekte lijden. Deze over bezorgdheid staat normaal functioneren in de weg.
      - • Dysmorfofobie
  - - - • Gedragsstoornis waarbij de oorzaak ligt bij een hersendisfunctie
      - • Delier ; acute verwardheid met verlaagd bewustzijn en desoriëntatie
      - • Dementie: cognitieve stoornis met vooral toenemende geheugenproblemen met als gevolg desoriëntatie
      - • Ziekte van Alzheimer;
      - • Vasculaire dementie; veroorzaakt door aderverkalking; verminderde doorbloeding van de hersenen
      - • Amnestisch syndroom: stoornis met verminderd leervermogen en geheugenverlies voor zaken uit het nabije verleden.
  - - - • Psychoactieve stoffen zijn chemische middelen die tot verandering leiden in de psychische functies (bewustzijn, waarneming, denken, stemming).
      - • Genotmiddelen die lust opwekken, onlust verdrijven en een aangenaam gevoel geven. Echter, ook de psychische instelling is bepalend voor de werkelijke beleving. Dit kan leiden tot misbruik (onbedwingbare dwang tot inname) en vervolgens tot verslaving.
      - • Alcoholisme : verslaving aan alcohol
      - • Behandeling : in 1e instantie gericht op aanpakken lichamelijke afhankelijkheid, daarna lichamelijke toestand
  - - - • Schizofrenie is een ernstige aandoening waarbij er sprake is van realiteitsverlies en de uniciteit van denken, voelen, willen en handelen verloren gaat. Gekenmerkt door wanen, hallucinaties, stoornissen in denken, emotie en gedrag.
      - • Gedesorganiseerd of hybefrene type (grote verwardheid, cognitieve stoornis, verschillende gedragsafwijkingen)
      - • Catatoon type (ernstige psychomotorische stoornissen; catatonie)
      - • Ongedifferentieerd type (kenmerken die niet aan bepaald type voldoen)
      - • Paranoïde type (wanen van onredelijk wantrouwen en stemmen overheersen)
      - • Resttoestand type (waarbij restverschijnselen overheersen zoals vreemde overtuigingen en afwijkende zintuigelijke waarnemingen
  - - - • Pathologische angst; hierbij ontbreekt een directe aanleiding.
      - • Paniekstoornis: uitzonderlijke irrationele angst gepaard met allerlei lichamelijke stoornissen; de neiging om lichamelijke signalen als dramatisch te interpreteren. (hyperventilatie, agarofobie)
      - • Fobieën: enkelvoudig (object/situatie gericht) exposure in vivo therapie
      - • Sociale fobie ; aanleren sociale vaardigheden + RET therapie
      - • Dwangstoornis: het herhaald en storend optreden van ongewilde gedachten en verrichten van ongewilde handelingen; er treedt een sterke angst/spanning op als men deze gedachten/handelingen probeert de onderdrukken = obsessieve-compulsieve stoornis
      - • (bijv. smetvrees; exposure in vivo/responspreventie/RET)
      - • Posttraumatische Stressstoornis (PTSS):
      - • Angstverschijnselen en spanningsklachten die gepaard gaan met een gevoel van verdoving en Vervreemding (duren > 1 maand, en treden later op dan de gebeurtenis)