Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Vakdidactiek Nederlands H 1 /…
Vakdidactiek Nederlands
H 1 / Nadenken over taalgebruik
Visie
Algemeen
ZILL
katholieke basisscholen
leerplanconcept
4 persoonsgebonden ontwikkelingsvelden:
socio-emotionele ontwikkeling
ontwikkeling van innerlijk kampas
de ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid
Motorische en zintuigelijke ontwikkeling
6 cultuurgebonden ontwikkelingsvelden:
taalontwikkeling
6 ontwikkelingsthema's:
Talige grondigheid
Mondelinge taalvaardigheid Ned (luisteren)
/Fr
schriftelijke taalvaardigheid Ned (lezen)
/Fr
generieke doelen:
schriftelijke boodschappen verwerken
vlot kunnen lezen
schriftelijke boodschappen overbrengen
bij het schrijven aandacht besteden aan zins-en tekststructuur, lay-out, ...
Taalbeschouwing Ned
Algemeen: krachtlijnen
krachtlijnen schema:
taal competent zijn = einddoel
door -> ontwikkeling taalvaardigheden (luisteren, spreken, lezen, schrijven
door -> taal te beschouwen a.h.v
taalmodel
(9 vragen)
andere visies:
Expertisecentrum Nederlands
Ides Callebaut
OVSG
GO!
Nederlandse taalunie
Concreet: didactische principes /kernwoorden
Aanschouwelijkheidsprincipe (ASA-principe)
herhalingsprincipe
activiteitsprincipe
belangstellingsprincipe
beperkings/efficiëntieprincipe
individualisatie/differentiatieprincipe
integratieprincipe
Geleidelijkheidsprincipe
strategieën en verwerkingsniveaus
strategieën
model om lln. te begeleiden bij luister/leestekst
OVUR
Oriënteren (wat?)
voorbereiden (hoe?)
uitvoeren (doen!)
reflecteren (nakijken)
verwerkingsniveaus
om te beschrijven wat lln. met taal moeten kunnen doen
Kopiërend
beschrijvend
strucurerend
beoordelend
Extra info Powerpoint
5-6 jaar = belangrijke periode
Taal leren = iets vanzelfsprekend
ze leerden taal om allerlei situaties aan te pakken en te beheersen
doelen taalonderwijs
conceptualiserende functie (zaken benoemen, grip krijgen op de wereld, zelfontplooiing,..)
communicatieve functie (maatschappij, betekenis geven,...)
expressieve functie (jezelf uitdrukken, empathie,...)
sociale functie (sociale groep)
Het taalmodel
9 vragen (om een comm. situatie grondiger, vollediger, juister en beter te analyseren
Iemand - Wie?
Iets - wat?
Over iets - waarover?
Aan iemand - aan wie?
bedoeling - waarom?
Manier - hoe?
Weg en middelen - langs welke weg, waarmee?
Omstandigheden - in welke omstandigheden?
reactie - wat is het effect?