Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Nederlands leren - Coggle Diagram
Nederlands leren
Vragen
Wat
Wanneer
Waarom
Hoe
Hoe + adj
Wie
Waar
Hoeveel
Welk(e)
Adverbes
Misschien
Jammer
Vaak
Soms
Altijd
Volledig
Temporel
Morgen
Vandaag
Gisteren
Om ... uur
Op ...
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag
Daarna / Na+...
Nuttige worden
Maar
En
Of
Dus
bijna
zo
Lieu
Thuis
Op...
Ergens
Ik ben weg
Naar
Cijfers
Een twee drie vier vijf zes zeven acht negen
Honderd
Duizend
Tien twintig dertig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig
Conjugaison
Auxiliaires
Mogen
Moeten
Willen
Kunnen
Verbes
Zijn
Hebben
Begrijpen
Weten
Zouden graag
Tijden
Zullen
Zouden
Laten we
Présent
Passé composé
Imparfait
Ik Je U Hij Ze Het We Jullie Ze
Negation
Nooit
Geen
Niet
Nergens
Bijzin P2
Om... te...
Omdat + Rejet
Want
Dat + Rejet
Mijn Je Uw Zijn Haar Ons Jullie Hun
Préposition