Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Wat is coachen en stromingen binnen de coaching? - Coggle Diagram
Wat is coachen en stromingen binnen de coaching?
Werk en privé.
Waarom is coachen nu populair?
Verandering in de jaren, tijd voor reflectie
Geen taboe meer
Anders denken over gezondheid
--> kijken naar de stress EN het behouden van bevlogenheid
Vergrijzingsdruk
--> hierdoor met zn alle langer werken, dus aanpassingen, coach kan helpen
Coachen (Nederlandse orde van beroepscoaches NOBCO)
=
professionele begeleiding
waarbij de coach als
gelijkwaardige partner
de cliënt ondersteunt bij het behalen van
zelfgekozen doelen
3 basisprincipes NOBCO
Zelfverantwoordelijk
= coachen weet zelf wat het beste voor hem/haar is en kan zelf beslissen.
Bij slachtofferrol eerst bewustwording van de coachee, anders geen succes
Gelijkwaardige relatie
Coachee is leidend
= doelen, middelen en keuzes. Coach reikt de tools aan.
Kenmerken coaching
Handelings- en resultaatgericht
= doen
Gericht op heden en toekomst
= kijken naar een oplossing
Beperkt aantal sessies (vb 2-5)
Vormen van coaching
Directief coachen
=
lage
emotionele diepgang, gericht op het
heden/toekomst
, bij
niet/weinig
psychische klachten -->
coachee zelf die het moet doen, niet waarom je werkloos bent geworden, maar hoe weer werk vinden
--?
stres, piekeren
Counseling (non-directief)
=
gemiddelde
emotionele diepgang, gericht op het
heden/toekomst
en psychische klachten
niet/weinig
.
Innerlijke drijfveren coachee, volgend. Verlies dierbare, iets helder krijgen
Meer praten ipv doen
Psychotherapie (GZ, therapeut, psychiater)
=
hoge
emotionele diepgang, gericht op het
verleden/heden/toekomst en psychische klachten
aanwezig
*
Veel gepraat, geanalyseerd en coach moet meer een sturende rol hebben*
Competenties van coach
(NOBCO)
Zelfinzicht
Gericht op zelfontwikkeling
Omgang met coachcontract
Vormgeven coachrelatie
Stelt coachee in staat inzicht te verkrijgen
Doel- en actiegericht
Gebruik van modellenen technieken
Evalueren
Coachingrelatie overeenkomst(alliantie) tussen coach en coachee
Doelen behandeling
Taken die er binnen het contract worden verricht
Positieve band ervaren
Etische kwesties coachen
Beroepscode
= wel vrij algemeen, dekt niet alles
Intervisie
= vorm van gestructureerd overleg tussen meerdere collega's waarbij lastige en ethische problemen worden besproken. Iedereen kan zijn zegje doen.
Supervisie
= supervisor is tutor en begeleid de coach. Door reflectie inzicht krijgen in het handelen en drijfveren erachter. Ethische vraagstuk staat niet centraal, maar gebruikt om inzicht te krijgen.
Valkuilen coach
Illusoire superioriteit
= onbedoeld bewegen als psychotherapeut. Heftigere gebeurtenis meegemaakt, meer nodig. Goed inzicht van competenties nodig.
Hulpverlener syndroom
= doen om zelf een goed gevoel te krijgen erkenning. Vaak als er vroeger niet was, de ander geven.
Onvoldoende kennis van psychologische klachten en stoornissen
= gedacht worden dat de klachten wel meevallen
Stromingen binnen coaching
2. Analystisch (psychodynamisch)
=
van binnenuit proberen te begrijpen
. Het
doel
is inzicht krijgen in de coachee van eigen vragen en problemen vergroten.
Rol coach
is ervaringsdeskundige en kameraard tijdens deze zoektocht (geen expert) -->
intern conflict inzichtelijk maken*
Conflict uit zich op drie niveaus
= tussen coachee en anderen, op diepere laag in de coachee (overtuigingen) en binnen in de coachee (behoeftes en neigingen)
Coachee overdracht
= herhaling van patronen buiten sessies van de coachee. Dit gedrag ook laten zien bij de coachsessies -->
elke keer te laat komen
Coach tegenoverdracht
= herhaling van patronen buiten de sessie bij de coach.
Coachee is vrij dominant en jouw zus was dat ook, roept weerstand op, nu ook bij cliënt
.
Defensies
= afweermechanismen
Verdringing
= wegstoppen/vermijden
Ik vraag me af waarom ik me vaak op mijn werk zo moe en gespannen voel
Reactieformatie
= geven van een tegenovergestelde reactie
Mijn baas doet mij niets
(loochenen)
Projectie
= op ander projecteren
Mijn baas heeft een hekel aan mij
Regressie
= terug willen (middagdutje, op vakantie gaan) even ontsnappen
Ik vertel mijn baas altijd flauwe grappen
Isolatie
= bepaald probleem uit de context halen, ipv uit de persoon
Ik ben ht niet eens met het strategisch plan van mijn baas
Introjectie
= jezelf heel erg identificeren met collega en jezelf overschatten
Vreemd dat mijn baas mij heeft doen inzien hoe goed ik het eigenlijk doe
Sublimatie
= bepaalde frustratie of ongemak in de situatie, die energie die boosheid en daarmee ga je werk doen (ontwikkeling werk in Afrika, vanwege frustratie problemen wereld)
Conversie
= ongemak vertaalt zich in fysieke klachten (zelfs verlammingsklachten)
Gisteren weer een dag met baas doorgebracht. Later kwam ik weer thuis met koorts.
Verplaatsing
= frustratie ergens anders uiten of bij je zelf
Ik heb een hekel aan die hielenlikkende collega
Omkering
= tegenovergestelde doen
Ik houd van mijn baas
3. Paradoxaal
=
van buitenaf proberen te verontrusten, te verrassen of te manipuleren
. Het
doel
uitzenden dubbele signalen door coach zodat de coachee onder druk wordt gezet om het dilemma zelf op te lossen.
Directief en interactioneel
Alcoholverslaving = meneer heeft een alcoholverslaving maar coach doet net alsof hij nog goed kan functioneren, waarom er iets aan doen, dus je geeft een ander antwoord. -->
Coachee geeft dan aan dat hij er wel iets moet doen
4. Counseling
=
focus naar binnen proberen te verplaatsen
Het
doel
vergroten van zelfvertrouwen, kracht en eigen vermogen coachee. Coachee
centraal
stellen en coach optreden als partner/metfezel zonder te sturen
4 principes van grondlegger Carl Rogers
Vertrouwen in zelfactualisatie
= zelfstandig ontwikkelen in beste versie van zichzelf
Onvoorwaardelijke acceptatie
= welke eigenschappen dan ook
Empathie
= inleving in ander
Congruente, authentieke en transparante coach
= bewustzijn van weerstand, ook jezelf volledig accepteren als coach
Technieken
Structurende technieken
= samenvattingen, teruggeeft wat ander heeft gezegd, verbanden zeggen.
Overlatende technieken
= hele kleine dingen sturen: Er gebeurde dit en dat en dan zegt de coach wat goed zeg -->
bevestiging
. Proberen neutraal proberen in gesprekken.
Non-directieve technieken
= Gesprekstechnieken uitnodigen, verdiepen, contact versterken door openhouden, glimlach, non-verbaal.
1. Directief
=
van buitenaf proberen te verbeteren
. (in verlengde cognitieve en gedragstherapie) Het
doel
is het oplossen van vragen en bereiken van het doel van de coachee. Coach stuurt, moedigt aan en houdt grip op de gesprekken. Tegenovergestelde van counseling
Methoden om te gebruiken
Schaalvraag
= in de schaal van 0-10 waar sta je nu? Wat heb je allemaal aan gedaan om daar te komen?
Schaalwandelen
= waar wil je naar toe?
Wondervraag
= wonder gebeurt als je wakker wordt
Yes set
= vragen stellen waarop iemand met ja antwoord geeft
Complimenteren
= oprecht doen
Herkaderen
= omdenken
Omkering
= in situatie brengen waarin de persoon het al helemaal heeft opgelost
Herhalen
= positieve aspecten van de coachee herhalen
**Probleemgeriicht, confronteren en suggereren
Structureren met een doel
Van probleemgericht naar
oplossingsgericht
--> voortbouwen op momenten dat het probleem zich niet of in mindere mate voordoet. Meer doen wat
WEL
werkt. Niet bij therapeutisch geval.
Probleemgeriicht, confronteren en suggereren
persoonsgericht, exploreren en ondersteunen
Inzichtgericht, confronteren en exploreren
Voglen van de coachee
Zoeken naar inzicht
Ervaringsdeskundige
Oplossingsgerichte coach
richt zich op wat wel goed gaan en wat de coachee al wel kan. Toekomst, vooruitgang, invloed uitoefenen, samenwerking, middelen, eenvoud, acties.
Luisteren, vragen stellen, afstemmen juiste taalgebruik en non-verbale signalen, accepteren polarisatie, soepel taalgebruik, weerstand omzeilen
Probleemgerichte coach
= verleden, wat gaat er fout, schuldgevoel, controle uitoefenen, deskundige weten beter, gebreken, complicaties, definities.