Sociale identiteitstheorie

Wat ?

Grondleggers

Tijd

Henri Tjafel

John Turner

1979

Oorsprong

Cognitieve processen

deel van het zelfbeeld van individu

Behoud van de positieve sociale identiteit

gebaseerd op eerder werk van Henri Tajfel

3 mentale processen

als positieve evaluatie van iemands in-groep niet mogelijk is -> volgende strategieën toepassen

Discriminatie out-groups

wordt bepaald door groepen waarvan individu deel uitmaakt

theorie

omstandigheden waaronder...

sociale identiteit belangrijker dan identiteit individu

Wat is een individu?

bestaat uit verschillende identiteiten -> verbonden aan groepen waartoe ze behoren

kan zich verschillend gedragen

hangt af van sociale context

bv. school, jeugdgroep, familie, ...

onderzocht processen die leiden tot stereotypen en vooroordelen

experiment

minimal group experiments

deelnemers onderverdeeld in verschillende groepen

deelnemers gaven voorkeur aan groep waarbij ze zaten

kan leiden tot vriendjespolitiek en discriminatie leden andere groep

hebben idee -> hun groep beter dan andere groepen

concept eerst voorgesteld in 1972

sociale identificatie

sociale vergelijking

sociale categorisering

proces waarmee we individuen in sociale groepen organiseren om onze sociale wereld te begrijpen

definiëren op basis van welke groep we toe behoren

proces van identificatie

proces waarbij mensen hun groep vergelijken met andere groepen in termen van prestige en sociale status

door zich sociaal te identificeren met een groep -> individuen gedragen zich zoals zij vinden dat leden van groep zich zouden moeten gedragen

om gevoel eigenwaarde te behouden

neiging -> mensen vaker definiëren op basis van hun sociale categorieën

persoon omschrijft zichzelf als milieuactivist -> gaat water besparen, zuiniger leven, ...

iemand moet zijn/haar in-groep beschouwen als hogere sociale status dan een out-groep

bv. filmster kan zich positief beoordelen tegenover reality-ster maar kan zich negatief beoordelen tegenover Shakespeare-acteur

sociale creativiteit

sociale concurrentie

individuele mobiliteit

als persoon haar groep niet positief beoordeelt -> proberen uit groep te stappen en lid worden van groep met hogere sociale status

in-groep-leden kunnen sociale status verbeteren door element van vergelijking tussen groepen aan te passen

groepsleden kunnen proberen sociale status van groep te verbeteren door gezamenlijk aan het verbeteren van hun situatie te werken

verandert niets aan status groep, wel aan status individu

door andere dimensie te kiezen of waardeoordelen te veranderen -> iets wat ooit als negatief werd beschouwd nu als positief beschouwd word

out-groep vergelijken met andere out-groep

mensen met groene t-shirts gaan voortaan blauw getinte t-shirts dragen

mensen met blauwe t-shirts zijn slechter dan mensen met paarse t-shirts

in-groep concurreert rechtstreeks met een out-groep

doel -> sociale posities van groep op een of meer dimensies omkeren

vriendjespolitiek binnen de groep en discriminatie buiten de groep -> gezien als twee kanten van dezelfde medaille

geen aangetoonde systematische relatie tussen positieve perceptie van iemands in-group en negatieve perceptie van out-groups

vriendjespolitiek binnen de groep kan leiden tot negatieve gevolgen

vooroordelen

stereotypen

institutioneel racisme

seksisme