Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Les 10: Verlies en (gecompliceerde) rouw - Coggle Diagram
Les 10: Verlies en (gecompliceerde) rouw
THEORIE EN DIAGNOSTIEK
1.3 PROTOTYPISHE TRAJECTEN
HERSTELTRAJECT
Acute pijnlijke reacties en symptomen, niet knn functoneren
geleidelijke terugkeer nr stabiliteit
CHRONISCH PROBLEEMTRAJECT
10-15 % van de mensen
hoger aantal bij geweldadige overlijdens (zelfdoding, moord,..) of overlijden van een kind
VEERKRACTTRAJECT (meest voorkomende)
vermogen om relatief stabiel te blijven
vermogen om gezond te blijven bij blootstelling aan potentieel traumatische gebeurtenissen
1.4 GECOMPLICEERDE ROUW
OMSCHRIJVING
acute rouwverschijnselen houdt maandelang-jarenlang aan
beperkingen in functioneren
nog geen formele DSM5 diagnose (uit angst om normaal rouwproces te pathologiseren)
EVIDENTIE VOOR DIAGNOSE
Leiden en beperking in functionering
emotionele en fysieke problemen
slaapproblemen
middelenmisbruik
specifieke onderliggende oorzaken
onveilige angstige gehechtheid en emotionele instabilitieti
negatieve cognities
toegenome activering verslavingscentrum en afgenomen hartslag
psychologische en gedragsmatige symptomen die we kunen METEN
intense separatiepijn
gedrag gericht op gevoel van nabijheid in stande te houden (graf blijven bezoeken
verwarring over eigen identiteit
moeheid en walging
diagnostische validiteit en klinische bruikbaarheid
effectieve behandeling specifiek voor complecxe rouw
weinig effect van interpersoonlijke therapie en antidepressiva
belangrijk onderscheid tussen gewone rouw, depressi, angsstoornis
PERSISTERENDE COMPLEXE ROUWSTOORNIS (DSM5)
CRITERIA
B. minstens 1 v/d symptomen, meer dagen wel dan niet, MINSTENS EEN JAAR (kinderen 6m)
intens verdriet en emotionele pijn
preoccupatie me t de overledene (bv jonge kindeeren denken dat andere ouder ook gaa t sterven)
kwellend verlangen naar overledene
A . dood meegemaakt van iemand met wie en hechte band ontstond
C. minstens 6 symptomen, MINSTENS EEN JAAR (kinderen 6m)
reactief lijden
ontwrichting sociale leven en identiteit
klinische signifacante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren
reactie is buiten proportie tov culturele, religeiuse of bij leeftijd passende nomren
KRITISCHE BEMERKINGEN
Arbitreire criteria + veel combo's mogelijk
1.2 THEORIEËN
A) STANDAARD/TRECHTERMODEL
FASEMODEL (kübler-ross)
onderhandelen
depressie
boosheid
aanvaarding
ontkenning
kritiek: volgorde hoeft niet
TAKENMOEL
emotioneel doorwerken v/d pijn
aanpassen aan omgeving zonder overledene
acceptatie v/d realisatie v/h verlies
emotionele energie losmaken en investeren in andere relaties
4 STAPPEN
onvermijdelijke en noodzakelijke negatieve emoties
vermijden is patologisch
positieve emoties duiden op ontkenning
loslaten en acceptatie
universpele fasen: pijn start hevig maar neemt af
eindpunt en herstel 1-2 jaar
B) DUALE PROCESMODEL
COPINGMODEL
VERLIESGERICHT
stressoren ontstaan door verlies
HERSTELGERICHT
omgaan met secundaire stressoren
GEZONDE ROUW
flexibelen switchen tss 2 strategieën
stagnatie -> complexe rouw
soms vermijden en afleiding zoeken
1.5 DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK
GR =/= NR
VOORTGANG: GR = gn voortgang of achteruitgang
LIJDENSDRUK: GR = langdurige verslechtering vh functioneren
DUUR: GR = aanhoudend zonder verandering
Schema ppt (verlangen, missen, zoekgedrag, intrusieve herinneringen bij GR)
1.1 WAT IS ROUW
SEPARATIEPIJN
UITING
GEDACHTEN
kan niet, ik kan niet zonder
GEDRAG
zoeken naar nabijheid
GEVOEL
verdriet, verlangen, missen
GEWAARWORDING
verwarring, denken andere te zien/ruiken/voelen
PROCES
antwoord op uitdaging : verlies integreren
dynamisch en levenslang
antw op verlies vn relatie en manier hoe we ons leven aanpassen in interactie met omgeving
BEÏNVLOEDENDE FACTOREN
heersende rouwcultuur
voorgeschiedenis hechting en coping
aard verlies (natuurlijk, ongeluk, zelfdoding)
stressoren: verlies + secundaire factoren
relatie
sociale steun
persoonlijkheid
MYTHES
IN STADIA OF FASEN
NA 1.5 JAAR TERUG OP EVENTWICHT
BIJ IEDEREEN HETZELFDE
1.6 RISICO/BESCHERMENDE FACTOREN
RELATIE TOT OVERLEDENE
kind of partner (sterke hchtingrelatie)
niet altijd verschil tussen familie/vrienden
SOCIO-DEMOGRAFISCHE FACTOREN
vrouw = risicofactor, man grotere kans op overlijden
Laag inkomen = risicofactor
Hogere leeftijd = risicofactor
OMSTANDIGHEDEN RONDOM DOOD ZELF
NIET NATUURLIJK
plots, minder info, onzekerheid
schuld en verantwoordelijkheid
groter kans op GR
NATUURLIJK
kan ook traumatisch zijn: langdurige ziekte, blijft soms
onverwacht
-> belang van duidelijke communicatie bij terminale ziekte
SOCIALE STEUN
gepercipieerde
+ ervaren steun
PERSOONLIJKE STIJL/COPING
Emotionele stabiliteit
veilige hechting
conclusie
sommige zaken overanderbaar
mix van factorern
BEGELEIDING EN THERAPIE
2.2 SYSTEEMPERSPECTIEF
structurele veranderingen (bv positie in kinderrij/verwachtingen
verandering in interactiepatronen
(gebrek aan) samenhorigheid
GC in een gezin
verstoring gezinshiërarchie
destructieve parentificatie
2.
belastende delegaties
opdrachten zijn niet passend of niet in het belang van degene die ze krijgt
vaak vastklampen aan opdrachten bij problematische relatie overledene
4.
overleden heeft gn plek in gezinssysteel
overledene w doodgezwegen
Interventies
door systeeminterventies gzeinspatronen en verbanden ontrafelen
verliezen in kaart gebraagt adhv genogram (zichtbaar en bespreekbaar maken
2.3 EFFECTSTUDIES
CBT effectiever dan ondersteundende counseling
Preventieve effecten hebben weinig of gn effect
Behandeling specifiek voor GR effectief op korte en lange termijn
ALGEMENE HOUDING
normaliseren van (unieke) rouwuitingen
tusssen presentie (bestaansrecht geven aan pijn in veilige plek) en interventie
Ruimte en tijd geven
veilige therapeutische relatie
Doelgerichte procedures
2.1 CBT perspectief
angstig en depressief vermijdingsgedrag
extreem negatieve cognities en catastrofale misinterpretaties van rouwreacties (matahari, ik ga zot worden, mag het niet volledig laten doordringen, er komt gn einde aan)
problemen elaboreren en integreren met bestaande kennis in langetremijngeheugen (vermijding -> heftige uitgestelde reacties)
therapie
elaboratie en integratie
2.
3.
componenten: examnvraag = geef er 2 en licht toe
Cognitieve herstructureren
Systematisch opsporen van disfunctionele gedachten
uitdaging van deze gedachten adhv socratische dialoog
Gedragsexperimenten (aanmoedigen om een etentje te plannen)
Exposure (kerninterventie)
blootstellen aan pijnlijke aspecten vh verlies
betekenis overdenken en door te laten dringen
onderzoek catastrofale misinterpretaties en disfunctionele verwachtingen ontkracht
angstige vermjiding stap per stap verminderd
Psychoeducatie
info over rouw GC en ROuwtherapie
referentiekader, rouwreacties beter begrijpen en milder zijn vorr zichzelf
Graduele activering
omgekeerde van depressieve vermijding (plezierig activiteiten opnemen zodat positieve emoties en gedachten volgen)
huidige activiteiten in kaart brengen
concrete doelen inventariseren en opdelen in haalbare stappen
Stappen systematisch doorwerken onder begeleiding v therapeut
Schrijfopdrachten
over meest pijnlijke aspecten vh verlies
traumatische gedachten op papier
drie brievenmethode (positieve - negatieve -en evenwicht)
Stoelentechniek
lege stoel alsof overledene aanwezig is
Gevoelens uiten en omvormen