Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De student kan toelichten hoe de verschillende theoretische perspectieven…
De student kan toelichten hoe de verschillende theoretische perspectieven het ontstaan van de belangrijkste stoornissen verklaren. Psychodynamisch perspectief
- Psychodynamische modellen
Psychoanalytische theorie(Freud) = psychologische problemen worden aangestuurd door onbewuste motieven en conflicten, die zijn terug te voeren uit de kindertijd.
Onderliggende conflicten hangen samen met primitieve seksuele en agressieve instincten (instictieve drijfveren) en behoefte om deze impulsen uit ons bewustzijn te weren
Bewust lichamelijke symptoom, onbewust psychologische conflict dat basis vormt.
-
Voorbewuste = niet-bewuste herinneringen, maar oproepen door aandacht erop te richten.
-
-
- Id = oorspronkelijk psychische structuur, aanwezig vanaf geboorte. Lagere driften en instincitieve structuren: honger, seks en agressie. Opereert in het onbewuste.
Werkt volgens lustprincipe = eisen directe behoeftebevrediging, zonder rekening houden met sociale normen, waarmee of behoeften andere te houden.
- Ego = ontwikkeling eerste levensjaar, na weten elke eis niet onmiddellijk bevredigd. Realistische manieren verzinnen voor omgang frustratie
-
-
-
- Superego = halverwege kindertijd. Normen ouders en belangrijke anderen opnemen. Geweten/ interne morel beschermer mbt goed en fout.
Id = continue bevrediging onbewuste belangen --> Superego = regels en heersende waarden + normen naleven --> Ego = bemiddelaar tussen Id en Superego, komt met comprimissen.
-
Carl Jung = + collectief onbewuste met archetypes --> primitieve/oorspronkelijke beelden en concepten in collectieve onbewuste, geërfd van onze ouders.
Erik Erikson psychodynamische ontwikkelingstheorie nadruk ook sociale relaties van kinderen ipv onbewuste processen --> ontwikkelen ego-identiteit**
-
Karen Horney en Harry Stack Sullivan = sociale context van psychologische problemen. Relatie met ouders voorspeller voor toekomst.
Heinz Hartman = een v/d grond egopsychologie. Richt meer op bewuste streven van ego, dan op veronderstelde onbewuste functies van het id.
Marageret Mahler objectrelatietheorie = scheiding moeder eerste drie cruciaal ontwikkeling persoonlijkheid. Onderscheid maken tussen eigen gevoelens en ideeën en niet die van opgenomen objecten.
John Bowbly hechtingstheorie = interactie kind en omgeving bepalend voor wijze van emotionele en cognitieve ontwikkeling.
Psychische stoornis = evenwicht tussen psychische structuren (Freud onbewuste, bewuste en voorbewuste)
Onbewuste doorlekken en angst op roepen of leiden tot psychische stoornissen zoals hysterie en fobieën.
2. Leermodellen
-
-
-
Abnormaal gedrag is probleem --> verwaarlozing ouders = fantasie creëren = werkelijkheid en fantasie niet goed onderscheiden
-
3. Humanitische modellen = wat kan een mens, bewuste keuzen voor doelen en betekenis leven.
-
-
-
-
Voorwaardelijke positieve waardering = afkeuring ouders kan voor verstoord zelfconcept zorgen = kinderen raken bevreemd van hun ware zelf.
-
-
-
4. Cognitieve modellen
- Informatieverstrekking = input, verwerking, opvragen(terughalen) en output(handeling naar aanleiding informatie).
-
Tegenhouden + vervormen input, verkeerde manieren van verwerken, opslaan of opvragen = verkeerde output (schizofrenie
Cognitieve vervorming = denkfouten, informatieverwerking loopt vast (depressie)
ABC-benadering Albert Ellis = A(activiteit) , B (opvattingen) C (consequenties)
Rationeel-emotieve gedragstherapie (RET) = onlogische opvattingen omzetten in realistische gedachten.
-