De student kan de rol van stress en coping een casus herkennen en hierover advies en psychologische educatie geven aan een cliënt
Stress = ontstaat als de externe druk zo hoog is dat de grens van je persoonlijke aanpassingsvermogen wordt overstreden.
Disbalans tussen te veel stressoren vs. te weinig hulpbronnen
Gebeurtenissen die stress oproepen
- Traumatische stressoren = situaties die onze eigen lichamelijke veiligheid of die van andere bedreigen en gevoelens van angst, vrees of machteloosheid(belangrijk) opwekken.
Casatrofale gebeurtenissen = plotselinge gewelddadige rampen zoals oorlog of een natuurramp.
Persoonlijk verlies = dierbare/ baan verliezen
- Dailey Hassels = dagelijkse ergernissen die zorgen dat je je moet aanpassen. Voortdurend aanpassen is van negatieve invloed op lichamelijke en psyche gezondheid --> Elke dag in de file staan en veel tijd verliezen.
- Belangrijke levensgebeurtenissen / life events (theorie) = lijst met bepaalde levensgebeurtenissen zoals trouwen, ruzie met echtgenoot, hypotheek afsluiten, kerst vieren etc. --> van minste naar meeste stress (cumulatief)
Stress als reactie
- Biologische aspecten fysieke stress = (Walter Canon) homeostase = evenwicht bewaren --> als je het koud hebt doe je een trui aan, om het warm te krijgen.
Acutte stress = fight/flight reactie --> nu + freeze = op je hoede zijn, moet ik er wat mee --> vluchten. of vechten.
--> helpt fight or fight niet dan = fright-reactie --> "Toning immobility", doen als of je dood bent (vooral direren, ook mensen met stress)
- Fysiologische reacties stress
Algemeenaanpassingssyndroom = dieren hadden telkens dezelfde reactie op verschillende stressoren
- Alarm-reactie = hartslag, bloeddruk en arousal omhoog (staat van alertheid/opwinding). Lichaam in stand voor actie --> aanmaak adrenaline. Lichaam in balans door stressor aan te pakken
- Weerstand stadium = stressor is nog niet afgenomen, ondanks pogingen tot stoppen. Omzetten lichamelijker servers om om te gaan met stressor. Lagere arousal, nog steeds hoger dan normaal. Inzetten alle energie. Cortisol aanmaken = vetten en suikers omgezet in energie. Cortisol zet immuunsysteem onderdruk = alles in gezet voor stress.
--> langere stress = grotere kans op ziek worden
- Uitputtingsstadium = niet gelukt om stress aan te pakken in weerstandstadium. Al reserves uitgeput = oververmoeid, overspannen (burn-out). --> cumalatieve factor één stressor erbij kan te veel zijn --> allostatic bad
--> positieve effecten stress zorgen voor weerstand --> mits voldoende hersteltijd
Snelle/langzame reactie op stress
Snelle reactie op stress
- Stressprikkkel verwerkt in zintuigelijke centra hersenen
- Zintuigelijke hersencentra geeft een seintje aan hypothalamus
- Hypothalamus zet het sympathisch zenuwstelsel in gang
- Door het sympathisch zenuwstelsel krijgt de bijnier, vooral bijniermerg signaal om adrenaline en later ook nordrenaline af te geven
Adrenaline zorgt voor arousal, alertheid (verhoogde hartslag/bloeddruk, verhoogde spierspanning) = alles om in actie te komen zo dat de stressor wordt verdreven
Acute fase = fight or flight reactie
Langzame reactie HPA Systeem op stress
- Stressprikkel verwerkt in zintuigelijke centra hersenen.
- Zintuigelijke hersencentra geeft een seintje aan hypothalamus
- Hypothalamus geeft signaal aan sympathisch zenuwstelsel + hormoon CRH
- Hormoon CRH komt terecht in voorkwab hypofyse
- Activatie voorkwab hypofyse zorgt voor aanmaak hormoon ACTH
- Hormoon ACTH komt terrecht in bijnierschors
- Bijnierschors is geactiveerd om cortisol af te geven
Coritsol = hormoon die stressreactie reguleert. Onderdrukt het iummunsysteem --> alle energie omgezet voor afweren stessor
Weerstandsfase = aanmaak adrenaline daalt, aanmaak cortisol blijft maar gaan
Gevolgen van stress
Positief = een beetje stress = gezonde spanning = extra goed preseteren
Onderbelasting = verveling, lagere motivatie, hoog verzuim, desinteresse/apathie
Optimale prestaties = hoge motivatie, veel energie, scherpe percepties, kalmte
Overbelasting = slapeloosheid, prikkelbaarheid, veel fouten en besluiteloosheid
Verband ziekte en stress
Te lang in uitputtingsfase kan zorgen voor burn-out --> stress vanuit biopsychosociale systeem
:
- Sociale aspecten stress = sociale omgeving kan stress veroorzaken --> laagopgeleide mensen bijna geen kennis wat te doen met stress --> veel stress
--> Sociale omgeving als buffer = steun voor stressoren
- Psychologische aspecten = waarom zorgt een stressor soms wel en soms niet voor stress? --> cognities, emoties, persoonlijkheid en sociale omgeving spelen een rol
- Cognitieve aspecten stress = gedachte over stressvolle gebeurtenis
Coping = cognitie, emotie of gedrag. Dynamisch proces --> kijken op bepaalde manier = wel/niet omgaan stressor
Functies van coping = effect schadelijke gebeurtenissen verminderen / aanpassen negatieve gebeurtenis / behouden positief zelfbeeld / emotioneel evenwicht / behouden relatie omgeving --> Adaptieve coping
Dimensies coping
- Probleemgericht
- Emotiegericht (hoe moet ik met de emotie omgaan die stress veroorzaakt?)
Cogntieve processen, Lazarus's Transactioneel model of stress
- Aandachtgevende/ actieve benadering
- Vermijdende/passieve benadering
3 soorten stress = stressoren die schade aanrichten (iets mee doen), bedreiging vormen (iets mee doen) of uitdaging vormen.
Secundaire beoordeling = hulpbronnen/vaardigheden om om te gaan met stress
Primaire beoordeling
Motivationele relevantie = is de situatie die optreed relevant?
Motivationele congruentie = is de situatie in evenwicht/congruent met huidige doelen?
Verantwoordelijke situatie
Toekomstige verwachting mbt verandering situatie (zelf denken situatie verandert is geen coping inzetten) --> afstand ontwenningsreactie op stress
Factoren op invloed van beoordelingen
Aanstaande gebeurtenissen
Onverwacht moment
Onvoorspebaar
Onduidelijk --> persoonlijke rol, potentieel risico, ongewenste gebeurtenissen = geen cognitieve/gedragsmatige controle --> grote levensgebeurtenissen
Psychologische stress kan veranderingen veroorzaken in fysiologische reacties met arousal van het sympathisch zenuwstelsel
Stress ontstaat zo
Trigger (externe gebeurtenis) --> cognitieve reactie (gedachte) --> gedrag / fysieke reactie of emoties
Stress verschillende manieren
- Stress als reactie op stimulus = stress als reactie op externe stimulus --> spanning toeschrijven gebeurtenis (verhuizen of trouwen)
- Stress als transactie = subjectieve ervaringen, die door een objectieve waarnemer kan worden beschouwd als wel of niet passend bij de situatie die de stressreactie oproept, ligt aan wat de beoordeling is .
Interne/externe verantwoordelijkheid / probleemgerichte coping / emotiegerichte coping / toekomstige verachting mbt verandering situatie
Aanpassingsgraad = reserves of daadkracht persoon om om te gaan met bepaalde stressor = dynamisch
Beroepskenmerken die stress veroorzaken = belasting, autonomie, voorspelbaarheid en ambivalentie (tegengestelde gevoelens en wensen)