Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De student kan de rol v/d psychologie bij gezondheid en ziekte toelichten…
De student kan de rol v/d psychologie bij gezondheid en ziekte toelichten en beschrijven
Gezondheidspsychologie
= discipline/domein met als doel
psychologische
kennis toe te passen op gezondheid, ziekte en zorg.
WHO
(wereldgezondheidsorganisatie) defenitie gezondheid = staat van volledige lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van de ziekte.
Huber
= + vaardigheid je aan te passen aan de ziekte en zelf regie te voeren
Etiologie
= oorzaak van de ziekte
Gezondheidsmodellen
Biomedisch ziekte model
= gezondheid is de afwezigheid van ziekte.
Oorzaak wegnemen --> symptomen verdwijnen --> herstellen.
--> houdt geen rekening met:
beleving, onverklaarbare klachten, chronische aandoeningen, pijnbeleving
.
dit model = reductionisme = herleiding
Biopsychosociaal
= ziekte en symptomen ontstaan door:
Lichamelijke factoren
= genetisch aanleg, gevoeligheid ziekte
Sociale factoren
= culturele invloeden, sociale steun, makkelijker omgaan met ziekte.
Culturele factoren
= gedragsfactoren, leeftijd, ziekte-overtuigingen.
Psychologissche factoren
Internation Classifcation of Functioning, Disability and Health
WHO
--> invaliditeit = een beperking of onvermogen om als normaal mensen te functioneren.
Functies/atonomische eigenschappen
= iemand krijgt een lease in zijn ruggengraat.
Activiteiten
= kan niet meer lopen.
Participatie
= werk kan niet meer uit worden gevoerd
Externe opvattingen/factoren
= mogelijkheden werkomgeving
Holitische benadering
= lichaam en voeding, omgevingsfactoren of emotionele en psychologische disbalans worden bekeken. Lichamelijke, geestelijke en sociale spirituele elementen worden
niet gescheiden
-->
belang goede gezondheid + beïnvloeden elkaar
.
(nieuw) positieve gezondheid Hubers
= vermogen van mensen om fysieke, emotionele en sociale
uitdagingen
van het leven aan te gaan en zo veel
eigen regie
uit te voeren.
Lichaamsfuncties, dagelijks functioneren,
mentaal welbevinden
, meedoen,
zingeving
en
kwaliteit v/h leven
Collectivitische benadering
Individualitisch
Gezondheidsgedrag
= gedrag, ongeacht gezondheidstoestand, bedoeld om gezondheid te beschermen, bevorderen of in stand te houden --> eten, gezonde voeding, goed slapen etc.
Zieke attributie
= aan wat wijs je de ziekte toe? Wat is de oorzaak?
Extern
= buiten de persoon = toeval/lot, verkeerde informatie.
Intern
= oorzaak bij zichzelf zoeken.
Positief/negatief
= negatief --> te hoge spanning --> stress --> depressie
Hoe kijken leeftijdsgroepen tegen ziekten aan?
Kinderen
= verklaren ziektes op een "magisch niveau", door het te baseren op
associaties
ipv kennis.
Fenomenalisme
= teken/geluid heeft in enig moment met ziekte in verband gebracht, maar geen begrip oorzaak/oorzaak. "
Verkoudheid is als je veel moet snuiten
"
Aangestoken worden
= "
Je krijgt mazzelen van andere mensen, door langs ze te lopen.
"
Onbegrip
= Irrelevante antwoorden geven of antwoorden ontwijken -->
zon veroorzaakt een hartaanval
.
Bij kinderen van 8 - 11 jaar
= meer concreet en gebaseerd op logische reeks gebeurtenissen
Besmetting
= begrijpen dat ziekte verschillende symptomen heeft en erkennen dat bacteriën of hun eigen gedrag ziektes kunnen veroorzaken
Internalisatie
ziekte bevind zich in het lichaam, maar proces waardoor symptomen zich voordoen, begrijpen ze gedeeltelijk. -->
onderscheid
--> organen, functie ervan specifieke eenvoudige informatie rondom ziekte begrijpen, inzien en welke rollen behandeling en persoonlijk handelen kunnen hebben voor het herstel v/d gezondheid.
Bij kinderen van 11/pubers
Fysiologisch (11)
= fysiologisch inzicht, ziekte definiëren in termen van specifieke lichamelijke organen/functies. Meer inzicht in lichamelijke oorzaken --> genen, milieuvervuiling en gedrag.
Psychofsyiologisch (late puberteit, 14 en volwassenheid)
= interactie tussen lichaam en geest. Begrijpen + accepteren rol van stress, piekeren bij verergering of het ontstaan v/d ziekte
Veel volwassenen bereiken dit niveau niet en gebruiken simpele verklaringen voor ziekte
Meer invloed op ontstaan genezing ziekte
Persoonlijke acties effect op behandel resultaten = advies beter begrijpen, volgen --> meer inzicht
Niet therapietrouw
als het in botsing is met persoonlijke doelstellingen/ goedkeuring leeftijdsgenoten verliezen.
Ouderen
Epidemilogie
= bestuderen ziekte patronen in verschillende populaties en de relaties met andere factoren zoals levenswijze.
Incidentie
= aantal nieuwe gevallen gedurende een specifiek tijdsinterval --> ziektes nemen toe bij mensen van 80+
Zelfconcept
= bewuste gedachten en aanname over jezelf die je het gevoel geven dat je anders bent dan anderen en dat je als afzonderlijk persoon bestaat. -->
redelijk stabiel bij ouder worden
, veranderingen zelfconcept maken niet per se deel uit van ouder worden.
Empirisme
= principe dat we wereld via zintuigelijke waarnemingen kunnen leren kennen.
Inferentie
= redering waarbij een conclusie wordt afgeleid uit een over meerdere teruggave(s) -->
"Het regent, dus zijn straten nat
"
Zelfconcept
= bewuste gedachten en aanname over jezelf die je het gevoel geven dat je anders bent dan anderen en dat je als afzonderlijk persoon bestaat. --> s