Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Klinische Lessen College 7 - Coggle Diagram
Klinische Lessen College 7
Stoornis in het gebruik van middelen DSM-5 - Klinische karakteristieken
Verlies van controle
Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het van plan was.
Mislukte progingen om te minderen of te stoppen.
Het verkrijgen, gebruiken en herstellen van gebruik kosten veel tijd
Sterk verlangen om te gebruiken (hunkering, zucht of craving)
Sociale problemen
Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis
Blijven gebruiken ondanks sociale of relationele problemen
Door gebruik opgeven of verminderen van hobby's, sociale activiteiten of werk
Risicovol gebruik
Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
Fysieke problemen
Er zijn grote hoeveelheden nodig om het effect nog te voelen (tolerantie)
Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken (= negatieve bekrachtiging)
Type middelen:
Kalmerende middelen:
Alcohol
Heroine
Cannabis
Tabak
Sedatieve/Anziolytica (benzodiazepine)
Acute intoxicatie:
Ontspannng en verlies aan controle.
Chronische intoxicatie:
Depressieve stemmingsstoornis.
Stimulerende middelen:
Cafeine
Cocaine
Amfetamine
Acute intoxicatie:
Euforie
Chronische intoxicatie:
psychotisch, depressief en angstig.
Hallucinogenen:
LSD
Inhalation (lachgas)
Fencyclidine (PCP)
Verschil mannen - vrouwen
Alcohol
-> Het vrouwenlichaam bevat minder water en minder alcohol dehydrogenase
-> Hierdoor zijn plasmaconcentraties hoger en worden sneller bereikt daardoor raken vrouwen sneller en bij lagere dosis onder invloed.
Nicotine
-> Plasmaconcentraties zijn hoger en worden sneller bereikt bij vrouwen
-> Effect is groter bij vrouwen die hormonale anticonceptie gebruiken
Cocaine
-> Bij mannen wordt een hogere en snellere plasma concentratie bereikt bij snuiven t.o.v. spuiten.
-> Bij vrouwen wordt een hogere en snellere plasmaconcentratie bereikt in de folliculaire dan in de luteale fase van de menstruatie.
(Psycho)biologische model
Impulsiviteit ('liking')
Doelgericht gedrag
Eerst dit, dan compulsiviteit
Verhoogde motivatie voor alcohol/drugs ('positieve bekrachtiging')
Compulsiviteit ('wanting')
Gewoontegedrag
Verminderde cognitieve controle
Dan ontstaat verhoogde stress gevoeligheid ('negatieve bekrachtiging')
Bij gebruik van middelen is er sprake van direct of indirect een uitstoot van dopamine in het ventrale striatum. Dit zorgt voor dat belonende effect en motivatie om middelen te gebruiken. Naarmate je verder komt in de verslaving, gaat het van beloningssysteem naar het stresssysteem.
Verstoringen in dit motivationele systeem zijn een risicofactor voor het ontwikkelen van een verslaving. Mannen zijn mogelijk gevoeliger voor deze initieel belonende effecten van middelen.
Intoxicatiefase
(middelen stimuleren dopamine uitstoot van ventrale tegmentale gebied -> striatum, hoe meer dopamine, hoe groter belonende effect, er is steeds meer nodig voor zelfde effect) ->
Negatieve bekrachtigingsfase
(de hunkering naar het middel wordt gedreven door verstoringen in het brein-stresssysteem, abstinentie -> negatief affect/stress -> hunkering naar het middel) ->
Anticipatiefase
(verstoringen in de prefrontale cortex zorgen voor beperkte motivationele en emotionele controle)
Minority stress model
-> verklaart grotere prevalentie van verslaving onder genderminderheden
(want verstoringen in het brein-stress systeem zijn een risicofactor voor het ontwikkelen van een terugval in een verslaving)
Behandeling
Naltrexone:
Blokkeert binding van een middel op de opioid receptoren -> hiermee wordt het belonende effect voorkomen.
Mogelijk effectiever bij de behandeling van een rookverslaving bij mannen.
Varenicline
:
Blokkeert binding van nicotine op nicotine receptoren -> hiermee wordt belonende effect nicotine voorkomen.
Stimuleert ook gematigde dopamine uitstoot (in ventrale striatum) -> zorgt voor een reductie in ontwenningsverschijnselen.
Mogelijk meer effectief bij vrouwen dan bij mannen in de behandeling van nicotine verslaving.
Disulfiram
:
Verandert het metabolisme van alcohol -> hierdoor resulteert alcohol gebruik in misselijkheid, spugen, etc.
Geen sekse/gender verschillen bekend en/of onderzocht.
Gedragsbehandeling