Scheikunde Mind map H1/H2 Loes Anne Nap
H1: Atoombouw
atoommodel van bohr
elementaire ladingsquantum
Gebruikt voor bouw van een atoom model te omschrijven
KLM schil
k= 2
l= 8 m=8
kern= positieve protonen en ongeladen neutronen
schillen= negatieve elektronen
elektronen configuratie
verdeling van elektronen over de schillen
valentie-elekrtonen
de elektronen in de buitenste schil
atomaire massa-eenheid u
1u =1,66 x 10-27
massa
protonen neutronen= 1u
elektronen= 5,5x10-4 u
1,0 e =1,6x10-29 coulomb(C)
atoomnummer
aantal protonen in de kern
atoomnummer en massagetal
atoomnummer= aantal protonen = aantal elektronen
massa getal =aantal protonen + aantal neutronen
isotopen
atomen van hetzelfde element die een verschillend aantal neutronen in de kern hebben
periodiek systeem
perioden
nieuwe elementen
links naar rechts
groepen
onder elkaar
edelgassen
halogenen
alkamitalen
aardalkimetalen
groep 18, stabiel, reageert niet/nauwelijks, edelgasconfiguratie verleent veel stabiliteit.
groep 17, allemaal 7 valentie elektronen, reageren makkelijk met metalen <- hierbij nemen ze een elektron op. gevolg onstaan edelgasconfiguratie
groep 1, hebben allemaal een valentie elektron. gemakkelijk afstaan. reageert heftig met water zuurstof, halogenen
groep 2, 2 valentie elektronen
octetregel
combineren tot 8 elektronen in buitemste schil
lanthaniden en actiniden
staan onderaan voor overzicht
synthetische elementen
on natuurlijke elementen, kan alleen kunstmatig verkregen worden
halveringstijd
stabiliteit. word ook wel halfwaardetijd genoemd
radioactief
dit zijn instabiele elementen. bij het evrval van deze elementen word straling uitgezonden
Atomaire massa eenheid u
1,0 u =1,66 x 10-27 kg
atoom massa
gelijk aan de som van de massa van het aantal protonen en het aantal neutronen
gemiddelde atoom massa
is te berekenen aan de hand van de percentages van de isotopen die in de natuur voor komen zie tabel 25 A binas
relatieve molecuulmassa Mr
Hetzelfde als de relatieve atoom massa, zonder eenheid.
relatieve atoommassa Ar
de gemiddelde atoom massa ten opzichte van de massa van C-12 = 12,000 000 u
molecuulmassa
atoommassa's van de verschillende elementen bij elkaar optellen
grootheid en eenheid
grootheid
gemeten waarden bij experimenten. Wordt cursief aangegeven
word uitgedrukt in eenheid
vermenigvuldigingsfactor
staat vaak voor een symbool van een SI-eenheid
staat in binas tabel 2
meetwaarde en telwaarde
dichtheid = massa : volume of p= m:v
meetwaarde
de dichtheid p is een meetwaarde
nauwkeurigheid hangt af van meetapperatuur
telwaarde
zoals protonen in een kern dit is een vast aantal
telwaarde zijn altijd hele getallen
nauwkeurigheid van meetwaarden
word aangegeven met significantie cijfers
dit zijn cijfers die er toe doen/betekenisvol
vuistregels brekingen
vuistregel 1
vuistregel 2
geld bij optellen en aftrekken
geld bij vermenigvuldigen en delen
machten van 10
wetenschappelijke notatie
gaat om kleinste cijfers achter komma, word hierdoor bepaald. nooit nauwkeuriger dan bepaalde meetwaarden. minst nauwkeurig bepalend.
gaat om de kleinste aantal significante cijfers. Word hierdoor bepaald. uitkomst nooit nauwkeuriger dan dan gebruikte meetwaarden. minst nauwkeurig is bepalend
meetwaarde tussen 1 en 10 word als een macht van 10 opgeschreven
H2: Rekenen in de chemie
aantal deeltjes
molaire massa
gehalte
stappenplan
bepaalde hoeveelheid stof
N(X)= m:m(X)
m(X) de massa in gram van een deeltje X
N(X) het aantal deeltjes X
m de massa in gram van stof X
Mol
chemische hoeveelheid
hoeveelheid van stof uitgedrukt in aantal deeltjes
bijhorende eenheid mol
Getal van Avogadro Na
6,02 X 10 23
gelijk aan 1,00 mol
N= n x Na of n= N:Na
n = aantal mol
Na= getal van Avogadro
N= aantal deeltjes
Molverhouding
gelijk aan de molecuul verhouding
kun je afleiden uit de coëfficiënten in de reactievergelijking
is de massa in gram van 1,00 mol van dei stof
M
ookwel molmassa
m= n x M of n= m : M
n het aantal mol
M de molaire massa in gram per mol
m de massa in gram(g)
de dichtheid
dichtheid
dit is de stofeigenschap in massa
p= m: v of m= p x v of v= m:p
p
p= de dichtheid in kilogram per kubieke meter (kg m-3)
m= de massa in kilogram (kg)
v = volume in kubieke meter (m3)
de hoeveelheid van een component of bestanddeel
massa percentage
volume percentage
volume stof X : totale volume x 100%
massa van stof X : totale massa x 100%
promillage
stof X : totale mengsel x 1000%o
voor kleine hoeveelheden van een stof in een mengsel
het duizendste deel
Ppm
ppb
staat voor part per million
staat voor part per billion
stof X : totale mengsel x 10 9
stof X : totale mengsel x 106
TGG-waarde
tijd gewogen gemiddelde
voor beschermen gezondheid van mensen
geeft aan hoeveel milligram van een stof er maximaal in een kubieke meter lucht mag komen zonder dat dit risico's oplevert voor de gezondheid
voor het rekenen aan reacties
stap 1: geef de reactie vergelijking
stap 2: Nagaan welke stof de massa of volume gegeven. Welke stof de massa of volume
stap 3: bepaal van coëfficiënten mol verhouding tussen gegeven/gevraagde stof
stap 4: bereken aantal mol van gegeven stof
stap 6: reken hoeveelheid gevraagde stof in juiste eenheid
stap 5: Maak omzettingstabel. Noteren van stoffen beginhoeveelheid(mol). Verdwijnt of ontstaat (gebruiken mol verhouding). Noteren hoeveelheid stof na de reactie
stap 7: contoleren. Antwoord gegeven op de vraag? aantal significante cijfers juist?