Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
leerdoelen 2.1 - Coggle Diagram
leerdoelen 2.1
wat had de VOC en WIC te maken met de wereldeconomie?
nieuw handels gebied werd ontdekt (Amerika)
handel in rietsuiker, cacao, koffie en tabak
wereldeconomie
veel actief in Oost-Indië (Indonesië) en Afrika
nieuwe groep om concurrentsie te verkomen
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
handelsmonopolië op Azië
VOC was populair
nieuwe groep werd aangemaakt
West-Indische Compagnie (WIC)
handel in West-Afrika en Amerika
minder populair vanwege concurrensië
concurrentie van Spanje, Portugal en Engeland
hoe erg is de economie veranderd tussen de late middeleeuwen en gouden eeuw?
begin
geen handel
kleine dorpjes
eigen landbouw per dorpje
eind
handel in (veel) landen
niet zelf graan en hout verbouwen
VOC en WIC
veel geld
commerciële landbouw
economie van het rebupliek
eerst geen goed land voor graan
mensen gaan handelen in andere landen
handel in Oostzeegebieden
Oostzeevaart
boeren maken kaas wat ze wel makkelijk kunnen krijgen
boeren verkopen hun goedere inplaatsvan ze zelf gebruiken
Antwerpen was grootse handelstad
handel in Oosterzeegebied, Middelandse zeegebied en zelfs azië
Amsterdam wilde beter zijn
in 1585 gebeurde het
meer handel meer geld
handelskapitalisme
eten bewaren totdat het echt nodig is
stapelmarkt
twee oorzaken waardoor ze snel groeide
Nieuwe dingen werden uitgevonden zoals:
de fluitschip
meer windmolens
houtzaag machines
de strijd tegen de spanjaarden was in Antwerpen
verband tussen driehoekshandel, slavenhandel en plantageslaverij
WIC handelt niet alleen in goud en ivoor maar ook mensen
slaven kwamen van West-Afrika
verkocht in Amerika
verkocht aan plantage-eigenaren
rietsuiker, cacao, koffie en tabak werd naar Nederland gebracht
Driehoekshandel
plantageslaverij was heel zwaar
veel zwaar werk geen geld
bijna geen eten